Kraam Les 4

Les 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 4

Slide 1 - Slide

Les inhoud:
- Terugkoppeling vorige les
- Stap 2, 3 en 4 uitwerken casus
- Verder met zorgpad opdrachten

Slide 2 - Slide

Ontsluitingsfase
Uitdrijvingsfase
Nageboorte
Post placentaire fase
Fase 1 geboorte
Fase 2 geboorte
Fase 3 geboorte

Fase 4 geboorte

Slide 3 - Drag question

Benoem de latijnse benaming voor inknippen

Slide 4 - Open question

Benoem waarvoor de APGAR-score wordt gebruikt

Slide 5 - Open question

Benoem drie taken van een kraamverzorgster

Slide 6 - Open question

De casus
Lotte is om 6.56u thuis bevallen van haar zoon Naud. De bevallingsassistente was om 6.45u aanwezig. Hetty is gestart met kraamzorg. Het is dag 6 en Hetty komt bij Lotte. Hetty treft een geëmotioneerde Lotte aan. Lotte heeft al sinds dag 4 last van stuwing in de borsten. Lotte weet niet goed wat zij nog kan doen en heeft het ook veel warm en dan weer koud. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen
- Aan welke problemen denk je bij de casus?
- Wat is er mogelijk aan de hand? Vul de 11 gezondheidsproblemen in.

Slide 9 - Slide

Stap 3: Aanvullende observaties
- Heb ik voldoende gegevens?
- Welke aanvullende observaties kan ik doen?
- Zijn er aanvullende onderzoeken nodig? Welke?
- Kan ik deze aanvullende onderzoeken zelf doen of moet dit in overleg met of na toestemming van een andere discipline?
- Moet ik een collega of andere discipline informeren en/of hiermee overleggen?
- Zijn er potentiële problemen waar ik rekening mee moet houden?

Gebruik bestaande observatielijsten ( welke kennen jullie?)


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke onderzoeken kun je vast doen?
huidturgor bepalen
ademhaling tellen
bloedglucosewaarde bepalen bij een zorgvrager met diabetes
bloeddruk meten
saturatie bepalen
bepalen van lichaamsgewicht

Slide 12 - Slide

Stap 4: Beleid vast stellen
Formuleren doelen en acties
Hulpmiddel: PES, SMART
Een collega die de zorgvrager niet kent zou aan de hand van het zorgleefplan toch goede zorg moeten kunnen verlenen;
! beschrijf het evaluatiemoment: wanneer wil je dat het doel en de acties worden geëvalueerd?
Doel: Alle neuzen dezelfde kant op. Iedereen weet elke zorg geleverd moet worden en welk verpleegdoel de zorgvragen wil bereiken.



Slide 13 - Slide

Herhaling PES
PES
P: Probleem, klachten van gezondheidsverstoringen
 Actueel probleem
 Risico/dreigend probleem
E: Etiologie /oorzaak
S: Symptoom, signalen, aanwijzingen

Slide 14 - Slide

Gegevens ordenen
Probleem: Verstoord slaapprobleem (verstoring in kwaliteit en kwantiteit van het slaapprobleem)

Opdracht: Vul aan de hand van bovenstaande zorgprobleem de PES structuur verder in.
- Wat kunnen mogelijke oorzaken en symptomen zijn bij een verstoord slaapprobleem
Ga in je groepje hierover in gesprek.
10 minuten te tijd
Klassikaal nabespreken
Klaar? Ga eens in overleg welke interventies je zou kunnen toepassen als verzorgende

Slide 15 - Slide

PES --> Verstoord slaappatroon
Oorzaak/etiologie
Lichamelijke aandoening
Angst
Pijn
Emotioneel/ stress
Psychosociaal


Symptomen
Doorslaapproblemen
Overmatig slapen overdag
Doorbroken slaap --> vaak wakker
Vermoeidheid
Suf


Slide 16 - Slide

Doel opstellen

Slide 17 - Slide

SMART
Specifiek
Wat is het doel dat je wilt bereiken?
Wie is er bij het doel betrokken?
Wanneer vindt het doel plaats?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Meetbaar
 Op welke wijze ga je vaststellen dat je het doel gehaald hebt?
Acceptabel
Wie moet precies wat doen om het doel te halen en kan hij dat ook?
Realistisch (Relevant)
Zijn de benodigde inspanningen aanvaardbaar?
Is het resultaat voor iemand van betekenis?
Beschik je over de benodigde middelen en omstandigheden?
Tijdgebonden
Op welk moment (termijn/datum/tijdstip) moet je welk resultaat behaald hebben?




Slide 18 - Slide

Stap 5 en 6 
- Deze stappen hoeven jullie voor kraam niet uit te werken.

Slide 19 - Slide

Nu: zelfstandig werken
VP: zelfstandig aan de slag met de casus. 
VZ: in groepjes aan de slag met de casus

Klaar? Verder met zorgpad.

Slide 20 - Slide

Afronding van de les
Wat nemen jullie mee uit deze les?

Slide 21 - Slide