Kraam les 3

De bevalling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

De bevalling

Slide 1 - Slide

Waar ligt de baby in?
Baarmoeder
Navelstreng
Vruchtwater
Placenta
(moederkoek)

Slide 2 - Slide

Start van de bevalling
- Indalen
- Het breken van de vliezen
- Het verliezen van de slijmprop
- Start van de weeën 

Slide 3 - Slide

4 fasen van de bevalling
1. ontsluitingsfase
2. uitdrijvingsfase 
3. nageboorte 
4. post placentaire fase

Slide 4 - Slide

1 de ontsluitingsfase
Ontsluiting = openen van de baarmoedermond.

Wanneer de baarmoedermond 3 a 4 cm geopend is en de krampen een minuut aanhouden en om de 5 minuten komen, dan is de ontsluitingsfase begonnen. 
tot 10 cm.
Gemiddeld 1 cm per uur

Slide 5 - Slide

2. de uitdrijvingsfase
Controle door middel van vaginaal touche. 
Bij volledige ontsluiting mag de vrouw gaan persen (de uitdrijvingsfase). 
Weeën worden nu persweeën. 

spildraai 

Slide 6 - Slide

Episiotomie (inknippen)
Inknippen van het perineum (50%)

Slide 7 - Slide

3. Nageboortefase
De tijd tussen de geboorte van de baby en de geboorte van de placenta. 
Dit kan 15 min. duren. 

Gemiddelde bloedverlies bij een bevalling wisselt van 350ml tot 500 ml.

Slide 8 - Slide

4. Postplacentaire fase
Deze fase begint na de geboorte van de placenta en duurt tot ongeveer 2 uur na de geboorte van de placenta. 

De verloskundige kijkt de placenta goed na. Er wordt ook gekeken of de placenta compleet is en er geen stukken zijn achtergebleven. 

Eventueel hechten. 

Slide 9 - Slide

APGAR 0-10

Slide 10 - Slide

Taken van de kraamverzorgster
  • Observeren van de barende
  • Ondersteunen van de barende
  • Ondersteunen van de partner
  • Controleren of alles klaarstaat voor de bevalling
  • Verloskundige ondersteunen tijdens de bevalling
  • Tijdstip van de geboorte in de gaten houden
  • Foto's maken (indien gewild) 

Slide 11 - Slide

Taken van de kraamverzorgster
  • Zorgen dat de moeder goed ligt na de bevalling
  • Ouders feliciteren
  • Ouders even een moment alleen geven met de baby
  • Zorgen voor eten en drinken
  • Moeder helpen met borstvoeding geven of flesje maken
  • Temperatuur van de baby meten

Slide 12 - Slide

Wat is klinisch redeneren?
- Klinisch redeneren is een manier om op methodische wijze een zorgsituatie te analyseren en vervolgens de juiste verpleegkundige acties in te zetten.

- Verzamelen en analyseren van gegevens
Wat is de mogelijke diagnose?
Welke acties komen hier uit voort?
Welke hulp schakel je in?

Slide 13 - Slide

Klinisch redeneren
1.Oriëntatie op de situatie
Wat valt je op?
2. Punten van aandacht in kaart brengen
3. Aanvullende observaties
Wat wil je nog te weten komen?
4. Verzorgend beleid vaststellen
Doelen opstellen (SMART)
Interventies inzetten
5. Verloop monitoren
Evalueren effect interventies
6 Reflecteren /evaluatie
Wat ging er goed en wat kon er beter?






Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Oefenen met een casus
Lotte is om 6.56u thuis bevallen van haar zoon Naud. De bevallingsassistente was om 6.45u aanwezig. Hetty is gestart met kraamzorg. Het is dag 6 en Hetty komt bij Lotte. Hetty treft een geëmotioneerde Lotte aan. Lotte heeft al sinds dag 4 last van stuwing in de borsten. Lotte weet niet goed wat zij nog kan doen en heeft het ook veel warm en dan weer koud. 

Slide 20 - Slide

Opdracht
W: zelf oefenen met stap 1 van klinisch redeneren en met de SBAR oefenen
H: Gebruik hiervoor zorgpad voor de theorie
H: VZ: in tweetallen, VP: zelfstandig
T: 15 minuten
U: Schrijf vragen op bij onduidelijkheden
K: VZ: Hoofdstuk 4, 4.4 1 Casus Reeva
      VP: Hoofdstuk 12, 12.1     Opstapopdracht
                                            12.2 1 Test je kennis
                                             12.2 2 Aan de slag
Docent is beschikbaar voor vragen

Slide 21 - Slide

Huiswerk
VZ: Hoofdstuk 4, 4.4 1 Casus Reeva
VP: Hoofdstuk 12, 12.1 Opstapopdracht
12.2 1 Test je kennis
12.2 2 Aan de slag

Slide 22 - Slide