4H 6.6 Sociaal gedrag bij mensen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema 6 Waarneming en gedrag
6.1 Zintuigen 
6.2 Het oog 
6.3 Gedrag
6.4 Beinvloeden van gedrag
6.5 Sociaal gedrag bij dieren
6.6 Gedrag  bij mensen

Slide 2 - Slide

Programma
  • Leerdoelen 
  • Vragen in LessonUp
  • Uitleg basisstof 6.6 Sociaal gedrag bij mensen
  • Video experiment bij mensen --> 5.5 min. 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 



Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt aan de hand van een context toelichten wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen gedrag bij mensen en dieren.

Slide 4 - Slide


Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question


Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question


Slide 9 - Open question

Reageren op prikkels
Het gedrag van mensen en dieren komt vrij veel overeen als je kijkt naar de reactie op prikkels en erfelijke factoren:
  • Beide reageren op interne en externe prikkels
  • Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

Interne prikkels geven informatie voor de motivatie om bepaald gedrag uit te voeren. Externe prikkels bepalen of dit gedrag wel of niet plaatsvindt. 
De respons van mensen op sleutelprikkels en supranormale prikkels is minder voorspelbaar dan bij dieren. Door het bewustzijn kunnen mensen afleren om op bepaalde prikkels te reageren. 

Slide 10 - Slide

Aangeboren of aangeleerd
Erfelijk gedrag:
  • Zuiggedrag van baby's
  • Gezichtsuitdrukkingen
Aangeleerd gedrag:
  • Praten (door geluiden te imiteren)
  • Puzzels/raadsels/ruzies oplossen

Leerprocessen bij mensen zijn erg bepalend voor het gedrag: gewenning, inprenting, imitatie, conditionering en inzicht. 

Slide 11 - Slide

Erfelijke eigenschappen
bij mensen
Eigenschappen zoals zuiggedrag bij baby's en de emoties in onze gelaatsuitdrukkingen.
Blinde kinderen vertonen bijvoorbeeld dezelfde uitdrukkingen bij boosheid, blijdschap, etc.

Slide 12 - Slide

Erfelijke eigenschappen
Gedrag dat voor iedereen hetzelfde is.
Tonen van en herkennen van emoties is bij alle mensen over de hele wereld hetzelfde.

Slide 13 - Slide

Communicatie bij mensen
Mensen zijn in staat tot spreken, iets wat dieren niet kunnen.
Een belangrijke factor in kennisoverdracht is taal.

De symbooltaal heeft vele voordelen ten opzichte van de signaaltaal

Slide 14 - Slide

Rolgedrag en rolpatronen
Rolgedrag komt alleen voor bij sociaal georganiseerde groepen dieren (kuddedieren) en mensen.
  • Rolgedrag is gedrag dat anderen verwachten in een bepaalde situatie (bijv. aanvoerder van een team)
  • Als je rolgedrag vertoont, voldoe je aan 
     het rolpatroon.

Slide 15 - Slide

Omgeving en cultuur
  • Je leert van je directe omgeving: familie of school. 
  • Maar je leert ook alle regels en gebruiken van maatschappij waartoe je hoort
  • Je gaat je gedragen naar deze cultuur.
empathie: begrijpen en delen van gevoelens van andere

Slide 16 - Slide

Cultuur
Mensen leren veel van elkaar. Dit komt o.a. door:
  • Uitdrukkingsmogelijkheden (taal en beelden)
  • Mensen kunnen nadenken over gedrag en beoordelen
  • Mensen maken keuzen --> gedragsregels, normen en waarden.

Waarden --> bv. eerlijkheid
Normen (gedragsregels) --> je mag niet stelen
Normen en waarden worden sterk bepaald 
door de cultuur. 

Slide 17 - Slide

Culturen
Gedragsregels kunnen in een groep door individuen worden overgedragen naar nieuwe individuen.

Bij mensen is dit een belangrijk aspect van cultuur.

Slide 18 - Slide

Gedrag bij de mens

Het vergrote hersenvolume is voordelig voor het leren, maar is nadelig voor de ontwikkeling van het kind, volwassen worden duurt langer.


Leervermogen is ook toegenomen, dus het vermogen om gedrag effectief te veranderen. Dit is aangeboren, maar is ook gedeeltelijk aan te leren. Ook normen en waarden worden aangeleerd door omgeving.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Huiswerk

Lezen 6.6
Maken opdracht 69 t/m 77





Slide 21 - Slide

Mens en chimpansee

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Empathie
Inlevingsvermogen in de gedachten en emoties van een ander. --> Je realiseert je dat de beleefwereld van een ander anders is en kan daar ook een voorstelling van maken.
Empathie is niet altijd positief je kan het ook gebruiken om anderen te manipuleren.

Slide 24 - Slide

Moreel bewustzijn
Mensen kunnen nadenken over hun gedrag en hun gedrag beoordelen.

Hieruit bestaan normen en waarden en een basis voor maatschappelijke organisaties en cultuur.

Frans de Waal: Ook chimpanzees en Kapucijnapen kunnen inzien als iets niet eerlijk is.


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video