6V DNA 19.1 en 19.2 eerste week 2021 7 sept

Welkom!
En zet alvast de LessonUP-app op je telefoon!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
En zet alvast de LessonUP-app op je telefoon!

Slide 1 - Slide

DNA!
Meteen aan het werk!
Boek blz. 77 voor mensen die links zitten
Boek blz. 78 (bron 1) voor mensen die rechts zitten
3 minuten lezen (links) óf afbeelding bestuderen (rechts)
Niet smokkelen!
Na 3 minuten volgt een paar vragen.....

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een nucleoside en een nucleotide?
A
een (nucleine-)base
B
een fosfaatgroep
C
desoxyribose
D
een OH-groep

Slide 3 - Quiz

In DNA heb je de base-paren A-T en C-G. Waarom zit A niet aan C vast (en bijv. T aan niet aan G?
A
A en C stoten elkaar af, terwijl A en T elkaar aantrekken
B
Er zitten eiwitverbindingen tussen A en T
C
Door het (gelijke) aantal waterstofbruggen
D
Histonen bepalen deze bindingen

Slide 4 - Quiz

Welk uiteinde van DNA noemen we het 3'-uiteinde?
A
het uiteinde met een vrije hydroxylgroep
B
het uiteinde met een vrije fosfaatgroep
C
het uiteinde met een vrije nucleinebase
D
het uiteinde met een vrij desoxyribosemolecuul

Slide 5 - Quiz

Wat is een histon?
A
een nucleosoom
B
dubbelstrengs DNA
C
eiwit waar DNA omheen gewikkeld zit
D
dubbele helix

Slide 6 - Quiz

Wat werkte volgens jullie beter: tekst lezen of afbeelding bestuderen?
A
tekst lezen
B
afbeelding bestuderen
C
ik zou het niet weten

Slide 7 - Quiz

DNA-lab donderdag 16 sept
'De taal van de tumor'
Studenten UU geven uitleg over genetische basis voor behandelingen van tumoren
En je mag zelf natuurlijk ook wat doen!
Duurt 2 uur. Rooster volgt spoedig!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Als er nu nog tijd is:
Opdracht 2 - 7 - 8 - 10 blz 80

Als er in de tekst een verwijzing naar BINAS staat, zoek die tabel er dan ALTIJD bij. Dat betekent dus dat je BINAS altijd bij je moet hebben. Is echt belangrijk!!

Slide 10 - Slide

Les 2 DNA (week 36)
ELO: Opdracht 'Verzin een gen'  (in tweetallen)

Je komt vanzelf allerlei begrippen tegen die je nog niet kent. Geeft niks, het is net 2 voor 12: 'Dat zoeken we op!'
Gebruik je boek, je BINAS en je grote vriend Google om antwoorden op je vragen te vinden. En je buur. En als laatste ...BOT

Slide 11 - Slide

Hoe ging deze opdracht? Wat ben je wijzer geworden?

Slide 12 - Open question

Les 3
Vragen n.a.v. les 1 en 2? Kijk ook eens op biologiepagina.nl

Hoe ging het huiswerk?

PCR (=ook voorbereiding voor DNA-lab)


Slide 13 - Slide

Wat is blijven hangen
van deze twee lessen?

Slide 14 - Mind map

Check samen met je buur het huiswerk
er liggen antwoorden-
boekjes in het lokaal

Niet gemaakt? 
Kijk mee met iemand 
die het wel gemaakt heeft, en stel vragen!

Slide 15 - Slide

Polymerase Chain Reaction
Manier om (kleine stukjes) DNA enorm te vermenigvuldigen

Bijv. handig bij misdaden....te weinig DNA gevonden voor analyse....eerst PCR.....dan wél genoeg!

PCR is dus gewoon een kopieermachine voor DNA.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

Jeroen bestudeert de werking van een PCR. In stap 1 worden twee verschillende primers toegevoegd (c en d). Om welke reden zijn ze verschillend?
A
Dan gaat de DNA-vermeerdering sneller.
B
Dan kunnen beide DNA-strengen worden gekopieerd.
C
Dan kunnen er twee verschillende genen worden gekopieerd.
D
Een primer dient voor "start" de ander voor "stop".

Slide 19 - Quiz

Je begint met 1 dubbelstrengs sliertje DNA. Hoeveel sliertjes heb je na 5 PCR cycli?
A
5 sliertjes
B
10 sliertjes
C
32
D
64

Slide 20 - Quiz

Voor een PCR zijn primers nodig. Wat zijn primers en waar zijn ze voor nodig?
A
Het zijn stukjes DNA. Ze dienen als startpunt voor DNA-polymerase
B
Het zijn stukjes RNA. Ze dienen als startpunt voor DNA-polymerase
C
Het is een enzym dat een stukje DNA maakt zodat replicatie kan beginnen
D
Het is een enzym dat een stukje RNA maakt zodat replicatie kan beginnen

Slide 21 - Quiz

Tot ziens!

Slide 22 - Slide