17.2 DNA kopiëren 6V 24-25

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.2 DNA kopiëren
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.2 DNA kopiëren

Slide 1 - Slide

Doel en begrippen 17.2
Je leert hoe cellen DNA kopiëren en hoe dat in een laboratorium gebeurt
DNA-replicatie, helicase, replicatievork, primase, ribonucleotide, DNA-polymerase, leidende streng, volgende streng, achterwaarts kopiëren, Okazaki-fragmenten, ligase, semi-conservatief, PCR-methode, deoxyribosenucelotide.

Slide 2 - Slide

Eerst nog even een 
Animatie Bouw DNA 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

In welke cellen vindt DNA-replicatie plaats?
A
In de cellen van de geslachtsorganen
B
In alle delende cellen
C
In alle cellen van mensen in de groei
D
In alle levende cellen

Slide 5 - Quiz

Wat heeft DNA-replicatie met mitose te maken?
A
Mitose vindt eerst plaats en dan DNA-replicatie
B
Niets
C
DNA-replicatie is een onderdeel van de mitose
D
DNA-replicatie is een onderdeel van de celcyclus

Slide 6 - Quiz

Celcyclus
https://www.bioplek.org/animaties/cel/celcyclusx.html

Mitose
https://www.bioplek.org/animaties/cel/mitosex.html

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

17.2 Polymerase Chain Reaction
Manier om (kleine stukjes) DNA enorm te vermenigvuldigen

Bijv. handig bij misdaden....te weinig DNA gevonden voor analyse....eerst PCR.....dan wél genoeg!

PCR is dus gewoon een kopieermachine voor DNA.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video






Stap 1: verhitten =  waterstofbruggen verbreken/ denaturatie
PCR

Slide 12 - Slide






Stap 2: primers, TAQ polymerase (hittebestendig), losse nucleotiden toevoegen
PCR

Slide 13 - Slide






Stap 3: nieuwe DNA strengen worden gevormd

PCR

Slide 14 - Slide






Stap 4 = stap 1
Zie BINAS: 71M2


PCR

Slide 15 - Slide

Voor een PCR zijn primers nodig. Wat zijn primers en waar zijn ze voor nodig?
A
Het zijn stukjes DNA die complementair zijn aan het doel- DNA
B
Het zijn stukjes RNA. Ze dienen als startpunt voor DNA-polymerase
C
Het is een enzym dat een stukje DNA maakt zodat replicatie kan beginnen
D
Het is een enzym dat de strengen DNA uit elkaar haalt

Slide 16 - Quiz

Jeroen bestudeert de werking van een PCR. In stap 1 worden twee verschillende primers toegevoegd (c en d). Om welke reden zijn ze verschillend?
A
Dan gaat de DNA-vermeerdering sneller.
B
Dan kunnen beide DNA-strengen worden gekopieerd.
C
Dan kunnen er twee verschillende genen worden gekopieerd.
D
Een primer dient voor "start" de ander voor "stop".

Slide 17 - Quiz

Bij PCR: Je begint met 1 dubbelstrengs sliertje DNA. Hoeveel sliertjes heb je na 5 PCR cycli?
A
5 sliertjes
B
10 sliertjes
C
32
D
64

Slide 18 - Quiz

6. Wat wordt er gemeten bij een PCR-test voor het coronavirus?
A
of je antistoffen tegen het virus hebt
B
Of er deeltjes (eiwitten) te vinden zijn
C
Of er erfelijk materiaal (RNA) te vinden is.

Slide 19 - Quiz

PCR: welke twee (DNA)-primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' ATA 3' 5' GCC 3'
B
3' ATA 5' 3'GCC 5'
C
3' TAT 5' 3' GGG 5'
D
5' TAT 3' 3' GGG 5'

Slide 20 - Quiz

Start herhaling celcyclus en replicatie

Slide 21 - Slide

Levenscyclus van een cel BINAS
S-fase: DNA verdubbeling

Slide 22 - Slide

Mitose
BINAS 76B1
Tijdens de mitose wordt het verdubbelde DNA weer gesplitst

Slide 23 - Slide

DNA replicatie




Stap 1:  Enzym helicase verbreekt de waterstofbruggen tussen de baseparen. De twee strengen raken los van elkaar. Er ontstaan replicatievorken.

Slide 24 - Slide

Helicase enzym

Slide 25 - Slide

DNA replicatie




Stap 2: Er wordt een RNA primer aangebouwd door het enzym primase. De RNA primer bestaat uit RNA bouwstenen, complementair aan de DNA streng.

Slide 26 - Slide

DNA replicatie





De bouwsteen van RNA heet een nucleotide/ ribonucleotide.



Slide 27 - Slide

DNA replicatie




Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bindt aan de primer en begint het DNA af te lezen. Dit kan alleen van de 3`kant naar de 5`kant.

Slide 28 - Slide

DNA replicatie




Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bouwt een nieuwe, complementaire streng met behulp van losse DNA bouwstenen. De nieuwe streng wordt gebouwd van 5` naar 3`.

Slide 29 - Slide

DNA replicatie




De bouwsteen van DNA heet een nucleotide/ deoxyribosenucleotide.

Slide 30 - Slide

DNA replicatie




De bouw van de leidende streng kan in één keer. Hier kan DNA-polymerase de hele streng van 3` naar 5` aflezen.

Leidende streng

Slide 31 - Slide

DNA replicatie




De bouw van de volgende streng moet in kleine stukjes: Okazaki fragmenten.

Volgende streng

Slide 32 - Slide

DNA replicatie




Stap 4: Een ander DNA-polymerase enzym verandert de RNA primers in DNA stukken.

Slide 33 - Slide

DNA replicatie




Stap 5: Het enzym ligase bindt de losse DNA fragmenten aan elkaar.

Slide 34 - Slide

Welke term hoort niet bij de DNA-replicatie
A
Transcriptie
B
Chromatiden
C
Centromeren
D
S-fase

Slide 35 - Quiz

Bij DNA-replicatie wordt 1 streng continu gerepliceerd, de andere in fragmenten. Waardoor kunnen ze niet beide continu worden gerepliceerd?
A
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 3' kant van de nieuwe streng kan bouwen
B
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 5' kant van de nieuwe streng kan bouwen
C
Doordat helicase alleen van 3' naar 5' gaat
D
Doordat helicase alleen van 5' naar 3' gaat

Slide 36 - Quiz

DNA replicatie (S- fase van mitose): Welke cel kan dit niet?
A
Huidcel
B
Spiercel
C
Rode bloedcel
D
Levercel

Slide 37 - Quiz

Welk enzym ontwindt het DNA tijdens de replicatie?
A
DNA Polymerase
B
Primase
C
DNA Helicase
D
Ligase

Slide 38 - Quiz

Doel en begrippen 17.2
Je hebt geleerd hoe cellen DNA kopiëren en hoe dat in een laboratorium gebeurt
DNA-replicatie, helicase, replicatievork, primase, ribonucleotide, DNA-polymerase, leidende streng, volgende streng, achterwaarts kopiëren, Okazaki-fragmenten, ligase, semi-conservatief, PCR-methode, deoxyribosenucelotide

Slide 39 - Slide

Noem een aantal (minimaal 3) verschillen tussen PCR en natuurlijke replicatie in een cel

Slide 40 - Open question

Huiswerk
lezen 17.2 
maken 17.2: vragen 1,3,5,7,8

Slide 41 - Slide