4.1 Een Stroomkring Maken

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
4.1.3 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.4 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
4.1.5 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.6 Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt. (EXTRA)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Elektriciteit om ons heen

Slide 4 - Slide

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schakelaar
Als dit een lichtschakelaar is, in welk geval gaat de lamp dan branden, en waarom?

Slide 7 - Slide

Schakelaar

Slide 8 - Slide

Gesloten stroomkring

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De stroomsterkte meten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 13 - Slide

stroom gevaarlijk ?
- Elektrische schok
- Aan de stroom hangen
- kortsluiting/brand
- Elektriciteit en water

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Stroomgeleiders
Geleiders = Stoffen die de stroom (en warmte)  goed geleiden
Alle metalen
Koolstof
Water met opgeloste zouten of zuren
Een elektrolyt  = een geleidende vloeistof



Slide 20 - Slide

Stroomisolatoren 
Isolatoren = Stoffen die de stroom (en warmte) niet goed geleiden.
Plastic
Rubber
Lucht
Zuiver water
Glas

Slide 21 - Slide

Maak opdrachten paragraaf 1
opdracht 1t/m 13
blz 136,137,138-

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is wel een spanningsbron?
A
Snoertjes
B
Batterij
C
Lampjes

Slide 24 - Quiz

Wat is geen spanningsbron?
A
Accu
B
Batterij
C
Stopcontact
D
Motor

Slide 25 - Quiz

Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring

Slide 26 - Quiz

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring uit.
A
waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Welke stroomsterkte
is hier gemeten?
A
1,1 A
B
0,11 A
C
0,011 A

Slide 28 - Quiz

Welke stroomsterkte
is hier gemeten?
A
2,8 A
B
0,28 A
C
0,028 A

Slide 29 - Quiz

Welke stroomsterkte
is hier gemeten?
A
3,7 A
B
0,37 A
C
0,037 A

Slide 30 - Quiz

Er wordt een stroomsterkte gemeten van 0,3 A.
Hoeveel mA is dat?

Slide 31 - Open question

Er wordt een stroomsterkte gemeten van 200 mA.
Hoeveel A is dat?

Slide 32 - Open question

Stroommeter 1 meet een
stroomsterkte van 2,0 A.

Wat meet stroommeter 2?

Slide 33 - Open question

Als een stroomkring niet is gesloten dan...
A
is er wel lading maar geen stroom
B
is er wel stroom maar geen lading

Slide 34 - Quiz

Een stof waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen loopt noemen we een:
A
Isolator
B
Geleider
C
Schakelaar

Slide 35 - Quiz

De buitenkant van een snoer is van plastic, want plastic is een
De buitenkant van een snoer is van plastic. Plastic is een ...
A
isolerende stof
B
geleidende stof

Slide 36 - Quiz

Geef het symbool voor Ampère
A
mA
B
a
C
A

Slide 37 - Quiz

De hoeveelheid lading die per seconde voorbij komt noemen we de...
A
Stroomsterkte
B
Ampère
C
Stroom

Slide 38 - Quiz