Van Glucose kan de plant suikers maken. Suikers lossen op in water, en kunnen door de bastvaten overal naar toe in de plant.
Zetmeel, wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren of langere tijd in verdikte plantendelen zoals wortels en uien (knollen en bollen) als reservestof
Cellulose, komt voor in de celwanden van planten. Van Cellulose worden verschillende producten gemaakt (katoen, vlas voor touwen en papier)