Verzorgingsstaat 5.2 (deel 1)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voor de thuisblijvers 
  • Lees 5.2 (160 t/m 163) 
  • Maak de LessonUp 
  • Geef aan het eind aan welke vragen je nog hebt over 5.2 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wie is het verantwoordelijkst voor het zoeken van werk, woning en andere zaken in het leven.
A
Overheid
B
burgers
C
vakbonden
D
werkgeversorganisaties

Slide 5 - Quiz

De afweging tussen wat de overheid in een verzorgingsstaat oppakt, wat burgers zelf doen en wat maatschappelijke organisaties doen, is afhankelijk van:
A
de politieke voorkeur van de regering.
B
de vrije markt.
C
het maatschappelijke middenveld.
D
de Grondwet.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Nachtwakersstaat (1800-1854)
  • 19e eeuw: NL is een nachtwakersstaat: Overheid beperkt zich vooral to het handhaven van de rechtsorde (veiligheid)
  • Vrijemarktprincipe is uitgangspunt 
  • Zwakkeren geholpen, door bijv. kerk en rijken  

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een nachtwakersstaat is een staat waarin:

A
de overheid zich beperkt tot het handhaven van de rechtsorde.
B
de overheid zich sterk inzet om het welzijn en de welvaart van burgers te vergroten.
C
de economie door de overheid wordt bepaald.
D
de overheid verplicht is de sociale zekerheid van burgers uit te bouwen.

Slide 10 - Quiz

In 1854 werd in Nederland de Armenwet ingevoerd. Deze wet regelde dat arme mensen een beetje financiële steun van de overheid kregen. Voordat die wet er was:
A
waren armen afhankelijk van liefdadigheidsinstellingen en de kerk.
B
werden armen in tehuizen opgesloten.
C
moesten armen verplicht in werkkampen werken.
D
moesten armen alleen van de kinderbijslag rondkomen.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

In welke periode werd het Kinderwetje ingevoerd?

A
In de periode dat Nederland een sociale rechtsstaat werd.
B
In de overgangsperiode rond 1875.
C
Vlak na de Tweede Wereldoorlog.
D
Ten tijde van de nachtwakersstaat.

Slide 16 - Quiz

De liberale politicus Van Houten was de grondlegger van het Kinderwetje. Dat is:

A
logisch, want liberalen zijn voor een sterke overheid.
B
verrassend, want liberalen zijn voor een vrijemarkteconomie.
C
logisch, want liberalen zijn voor sociale gelijkheid
D
verrassend, want liberalen zijn grote voorstanders van mantelzorg.

Slide 17 - Quiz

Met een bijstandsuitkering kunnen mensen hun maandelijkse lasten betalen. De achterliggende gedachte achter de bijstandsuitkering is dat die bijdraagt aan de vermindering van armoede en sociale ongelijkheid. Bij welke visie op de verzorgingsstaat past deze gedachte het meest
A
Liberale visie
B
Sociaaldemocratische visie.
C
Christendemocratische visie.
D
Visie van de nachtwakersstaat.

Slide 18 - Quiz

Volgens de christendemocraten moet het maatschappelijke middenveld een belangrijke rol spelen in de verzorgingsstaat.
Het maatschappelijke middenveld:
A
bestaat uit groepen mensen en organisaties.
B
wordt gevormd door de overheid.
C
is een samenwerkingsverband van grote en kleine bedrijven.
D
bestaat uit door de overheid opgerichte overlegorganen

Slide 19 - Quiz

Welke vraag heb jij nog over H2?

Slide 20 - Open question