Unidad 2 PA: Herhaling perfecto/ oefenen met indefinido/ imperfecto

Los pasados en español
1 / 36
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Los pasados en español

Slide 1 - Slide

Clase de Español
El programa de hoy:
Herhaling van de pasados (perfecto, imperfecto, indefinido)
1. Formas
2. Uso 
3. ¿Lo has entendido?
4. Practicar en la Red y corregir tus deberes

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je leert de verleden tijden toe te passen (met het oog op de toets) door het aanleren/ herhalen van:
  • de vorming van de verleden tijden
  • het verschil in gebruik van de perfecto, de imperfecto en de indefinido 
  • Tijdsaanduidingen (signaalwoorden) voor de perfecto, imperfecto en indefinido

Slide 3 - Slide

De Perfecto (v.t.t.) wordt gevormd door:
A
een hulpwerkwoord en een infinitief (heel ww)
B
een hulpwerkwoord en een zelfstandig naamwoord
C
een vervoegd werkwoord
D
een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van 'jullie hebben gedronken'?

Slide 5 - Open question

Let op de onregelmatige vormen (we hebben niet alle vormen gehad die hier genoemd worden)

Slide 6 - Slide

Deze onregelmatige vormen moet je wel kennen:
hacer > hecho
decir > dicho
poner > puesto
leer > leído
morir > muerto
volver > vuelto
romper > roto
ver > visto
abrir > abierto
escribir > escrito

Slide 7 - Slide

Lees de tekst uit Caperucita roja. Noteer de drie indefinidos (volgende dia invoeren) 


Había una vez una dulce niña que quería mucho a su madre y a su abuela. Les ayudaba en todo lo que podía y como era tan buena el día de su cumpleaños su abuela le regaló una caperuza roja. Como le gustaba tanto e iba con ella a todas partes, pronto todos empezaron a llamarla Caperucita roja.

mantequilla. Caperucita aceptó encantada.

Slide 8 - Slide

Voer de drie indefinidos hier in (komma ertussen, kleine letters)

Slide 9 - Open question

Pretérito perfecto

Hoy he bebido café.
Este año (2020) he estudiado mucho.
Pretérito indefinido

Ayer bebí café.
El año pasado (2019) estudié mucho.
Wat is het verschil tussen de perfecto en de indefinido in gebruik? 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Indefinido: eenmalige gebeurtenis/ actie in een tijd die helemaal is afgesloten
Perfecto: ook een verleden tijd, maar in een periode die nog niet is afgesloten (of: als het niet uitmaakt wanneer iets is gebeurd)

Slide 12 - Slide

XXXXXXXXXXXXXX

Slide 13 - Slide

Vorming Indefinido 
¿Te acuerdas? / Weet je nog?

Slide 14 - Slide

Vergeet ook niet de onregelmatige vormen van ww als dar, decir, estar, ser/ir, hacer etc. (zie pag. 66, 67 in je tekstboek) 
di 
diste
dio
dimos
disteis dieron
estuve
estuviste
estuvo
estuvimos
estuvisteis
estuvieron
fui
fuiste
fue
fuimos
fuisteis
fueron
hice
hiciste
hizo
hicimos
hicisteis
hicieron

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Completa las frases con el verbo en indefinido o perfecto
Vul de juiste vorm van de perfecto of indefinido in. 

Slide 17 - Slide

1. Ayer yo____(comer) una ensalada.

Slide 18 - Open question

Este invierno _____ (nosotros ir) a la montaña.

Slide 19 - Open question

La semana pasada______(ellos viajar) a Madrid

Slide 20 - Open question

Hoy_______(yo estudiar)

Slide 21 - Open question

En 2018 María______ (comprar) una casa en Buenos Aires.

Slide 22 - Open question

We hebben het nu gehad over de perfecto en de indefinido, maar er is nog een verleden tijd zoals jullie hopelijk weten :) 

Slide 23 - Slide

Aan welke klanken moet je altijd denken als je denkt aan de uitgangen van de Imperfecto -ar + -er/-ir

Slide 24 - Open question

Welke 3 werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?

Slide 25 - Open question

Signaalwoorden imperfecto

Slide 26 - Mind map

Imperfecto (signaalwoorden)
antes, entonces
de pequeño/niño/joven
siempre, a menudo, cuando, entonces
todos los días/martes/años
los lunes/martes
cada día/semana/miércoles
mientras, normalmente
en esa/aquella época
...porque...

Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT GEEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

De indefinido wordt dus gebruikt als er sprake is van een actie, een (eenmalige) gebeurtenis. 
De imperfecto wordt gebruikt als men achtergrondinformatie aan het beschrijven is of als het gaat over een gewoonte uit het verleden. 
Bekijk de voorbeelden in de volgende dia. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

¿Imperfecto/ indefinido?
(Llover, 3e pers.)............. mucho, cuando mi tía ........... (regresar) de Buenos Aires.
A
Llovía - regresaba
B
Llovió - regresó
C
Llovía - regresó
D
Llovió - regresaba

Slide 31 - Quiz

¿Imperfecto/ indefinido?
Yo .................. (acostarse), porque .............. (tener) sueño.
A
me acostaba - tenía
B
me acosté - tuve
C
me acostaba - tuve
D
me acosté - tenía

Slide 32 - Quiz

Oefen op de volgende site met de pasados door te luisteren naar het liedje en de juiste vormen in te vullen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

A practicar en la Red/ corregir tus deberes en itslearning (voor links zie volgende dia)

¡Mucho éxito!

Slide 35 - Slide