Sprookjesquiz

1. Hoe komt de wolf in ‘De wolf en de zeven geitjes’ om het leven?
A
Hij werd neergeschoten door de boswachter.
B
Moeder geit sneed hem open en toen overleed hij.
C
Hij verdronk in de bosvijver.
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

1. Hoe komt de wolf in ‘De wolf en de zeven geitjes’ om het leven?
A
Hij werd neergeschoten door de boswachter.
B
Moeder geit sneed hem open en toen overleed hij.
C
Hij verdronk in de bosvijver.

Slide 1 - Quiz

2. Vrouw Holle beloont een meisje door...
A
goud te laten regenen op haar.
B
haar te laten trouwen met een prins.
C
haar klompen in goud te veranderen.

Slide 2 - Quiz

3. Wat was het eerste sprookje dat Walt Disney bewerkte tot een langspeeltekenfilm in kleur?
A
Roodkapje
B
Sneeuwwitje
C
Pinokkio
D
De drie biggetjes

Slide 3 - Quiz

De boze stiefmoeder probeert Sneeuwwitje in de oorspronkelijke versie van Grimm om te brengen door
A
haar een dodelijke gordel te verkopen
B
haar een giftige haarspeld te verkopen
C
haar een giftige kam te verkopen
D
haar een giftige ketting te verkopen

Slide 4 - Quiz

5. Het getal 40 in Ali Baba en de 40 rovers is een voorbeeld van getallensymboliek. Het staat voor
A
'het Kwade'
B
'heel veel'
C
'heiligheid'
D
'de onschuld'

Slide 5 - Quiz

6. Wat past niet in het rijtje?
A
Märchenglück
B
happy end
C
cliffhanger
D
'en ze leefden nog lang en gelukkig'

Slide 6 - Quiz

7. Wat gebeurt er op het einde met het meisje met de zwavelstokjes in het gelijknamige sprookje?
A
Ze trouwt met een welstellende heer.
B
Ze mag van de fee drie wensen doen en die gaan in vervulling.
C
Ze prikt zich aan het spinnewiel.
D
Ze vriest dood.

Slide 7 - Quiz

8. Door wie werden de magische spullen in ‘Tafeltje, dek je’ afgepakt?
A
De boswachter
B
De herbergier
C
De kleermaker
D
De molenaar

Slide 8 - Quiz

9. Welk getal krijgt in sprookjes geen symbolische betekenis?
A
3
B
7
C
9

Slide 9 - Quiz

10. Een goed voorbeeld van antropomorfisme is
A
Een kikker die in een prins verandert
B
Een prins die in een kikker verandert
C
De wolf in het verhaal van de drie biggetjes

Slide 10 - Quiz

11. Wat doen de boze stiefzussen van Assepoester om de prins te misleiden bij het passen van het schoentje?
A
Ze gebruiken stiekem een ander schoentje.
B
Ze snijden stukken van hun voeten.
C
Ze binden linten om hun voeten om ze kleiner te maken.

Slide 11 - Quiz

12. De heldin uit Repelsteeltje zou haar eerstgeboren kind verliezen aan de dwerg die haar redde, tenzij ze
A
zijn naam kon raden.
B
van stro goud kon spinnen.
C
van bonen brood kon maken.

Slide 12 - Quiz

13. In de Grimmversie van het sprookje ‘Roodkapje’ sterft de wolf omdat de jager
A
Zijn buik opensnijdt om er Roodkapje en haar oma uit te halen.
B
Hem neerschiet om er Roodkapje en haar oma uit te halen.
C
Stenen in zijn buik stak nadat hij er Roodkapje en haar oma uithaalde.

Slide 13 - Quiz

14. Wat moet de Kleine Zeemeermin aan de Zeeheks geven om mens te worden?
A
haar stem
B
haar geur
C
haar ziel
D
haar haren

Slide 14 - Quiz

15. Waarom ging de Chinese nachtegaal weg bij de keizer?
A
De keizer gaf hem geen vrijheid.
B
Hij werd gek van alle aandacht.
C
Hij werd vervangen.
D
De keizer werd misselijk van zijn liedjes.

Slide 15 - Quiz

16. Hans Christian Andersen was afkomstig uit
A
Duitsland
B
Denemarken
C
Zweden
D
Groot-Britannië

Slide 16 - Quiz

17. Blauwbaard is in het gelijknamige sprookje
A
een trol
B
een seriemoordenaar van vrouwen
C
een reus
D
een machtige tovenaar

Slide 17 - Quiz

18. Alice uit 'Alice in Wonderland' komt in een sprookjeswereld terecht door
A
in een spiegel te stappen
B
van een paddenstoel te eten
C
een wit konijn te volgen
D
op een ladder te klimmen

Slide 18 - Quiz

De gebroeders Grimm
A
haalden hun inspiratie uit de klassieke mythologie.
B
schreven zelf de bekendste volkssprookjes.
C
schreven zelf de bekendste cultuursprookjes.
D
verzamelden volkssprookjes.

Slide 19 - Quiz

Waarom laten de ouders Hans en Grietje alleen?
A
Ze hebben niet genoeg geld om voor hen te zorgen.
B
Ze zijn hen vergeten.
C
Ze gaan op schattenjacht en moeten splitsen.
D
Ze hebben een adults only-vakantie geboekt.

Slide 20 - Quiz