H2.1 Groepsvorming en in- uitsluitng

Wat weten we nog van de vorige keer?
Waarom is het ´gangsterism´ in Zuid Afrika een goed voorbeeld van groepsvorming?
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat weten we nog van de vorige keer?
Waarom is het ´gangsterism´ in Zuid Afrika een goed voorbeeld van groepsvorming?

Slide 1 - Slide

Wat willen we vandaag bereiken?
- Je kent het verschil tussen insluiting en uitsluiten, tussen formele en informele groepen.
- Je herkent en begrijpt de begrippen vooroordelen en stereotypering
- Je begrijpt op welke manier mensen niet langer bij een groep meer horen. (dropping-out, opting-out, uitsluiting, discriminatie, armoede of werkloosheid).

Slide 2 - Slide

KERNCONCEPT Groepsvorming (1)
                     die tussen meer dan twee                  tot stand komen, doordat ze elkaar                          en gemeenschappelijke                                         ontwikkelen.
         bindingen
              mensen
        beinvloeden
normen en waarden

Slide 3 - Drag question

KERNCONCEPT Groepsvorming (2)

(1) die tussen meer dan twee (2) tot stand komen, doordat ze elkaar (3) en gemeenschappelijke (4) ontwikkelen.

Slide 4 - Open question

Formele vs. informele groepen
Formele groepen 
Vast omschreven doelen en normen, 
vastgelegde regels en procedures, 
bepaalde rollenstructuur en hiërarchie.

Informele groepen 
Stilzwijgende binding zonder 
vastgelegde doelen en normen, 
zonder rollenstructuur en hiërarchie.




Slide 5 - Slide

3

Slide 6 - Video

01:17
Wat heeft uitsluiting te maken vooroordelen en discriminatie?

Slide 7 - Open question

03:40
Welke vooroordelen over Vollendammers heb je langshoren komen?

Slide 8 - Open question

04:50
Welke kenmerken van het stereotype Marokkaan komen langs?

Slide 9 - Open question

Zijn Volendammers een informele groep of een formele groep?
A
informele groep
B
formele groep

Slide 10 - Quiz

Hoe kan iemand uit een groep gaan?
Er kunnen zich situaties voordoen waarin mensen niet langer bij een groep horen.

1. Er niet meer bij willen horen (dropping out);

2. Er niet meer bij mogen horen (uitsluiting en discriminatie);

3. Er niet meer bij kunnen horen (armoede, werkloosheid)



Slide 11 - Slide

Affectieve bindingen
Cognitieve bindingen
Economische bindingen
Politieke bindingen
Afhankelijkheden die te maken hebben met de verdeling van macht (regels en wetten).
Afhankelijkheden die te maken hebben met positieve en
negatieve gevoelens van mensen voor elkaar.
Afhankelijkheden die te maken hebben met de productie
en distributie van schaarse goederen
Afhankelijkheden die te maken hebben met het feit dat
mensen van en aan elkaar leren.

Slide 12 - Drag question

2

Slide 13 - Video

Wat zou jij doen? Eruit stappen of toch voor je familie kiezen?

Slide 14 - Open question

04:18
Hij is niet langer een onderdeel van de groep Jehova´s. Dit is een voorbeeld van ...
A
Werkloosheid
B
Dropping-out
C
Uitsluiting
D
Discriminatie

Slide 15 - Quiz

01:48
Wat voor een groep zijn de Jehova´s getuigen?
A
Informele groep
B
Formele groep

Slide 16 - Quiz

Volgende les
Bespreken huiswerk opdracht 2 en 4

Slide 17 - Slide