5.3 Nederland migratieland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers

5.3: Nederland Migratieland 

Wat gaan we doen vandaag? 

- Welkom! 

- Herhaling vorige §§

- Uitleg §5.3

- zelfstandig werken

- Afsluiting

Leerdoelen §5.3 

• Waardoor  verhuisde veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek?
• Welke invloed hadden migranten op de Nederlandse economie?
• Welke vrijheid was er in de Republiek en welke migranten kwamen daardoor? 

Video

WieWatWanneer? De Gouden Eeuw

Wat hoort NIET bij Karel V?

1. Hij was streng katholiek.
2. Hij voerde een centraal bestuur in de Nederlanden in.
3. Hij heerste over een groot rijk.
4. Hij was stadhouder.

Filips wilde dat iedereen protestant was

Centralisatie was een oorzaak voor de Nederlandse Opstand

Willem van Oranje was de leider van de opstand

De Hertog van Alva werd meteen erg populair

Goed

Fout

Johannes Calvijn

Maarten Luther

Mensen moeten sober leven. 

Je mag in opstand komen tegen de heer.

Je mag niet in opstand komen tegen de heer.

Een hekel aan de aflatenverkoop. 

Par. 5.3 Nederland migratieland

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (1/4)

• De Republiek: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
• Dit zijn de Opstandige gewesten. Zij verklaarden zich in 1588 onafhankelijk.

Economie ging het goed: de economie bloeide. 

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (2/4)

Hollandse en Zeeuwse Steden werden rijk door handel te drijven met andere landen op de Noordzee. 

De tachtigjarige oorlog werd alleen nog in het zuiden uitgevochten.

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (3/4)

Door de Spaanse overheersing van de zuidelijke Nederlanden vluchtten meer dan 100.000 Zuid Nederlanders tussen 1572 en 1630 naar de Republiek. 

Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (4/4)

Waarom vluchtten de mensen uit de zuidelijke Nederlanden?

• Tolerantie
• = geloofsvrijheid  

Veel Werk (1/4)

Zuid-Nederlandse landverhuizers (migranten) kwamen vooral naar Holland. 

Zij namen mee: 

• Geld/Rijkdom. 
• Kennis
• Handelscontacten. 

Veel Werk (3/4)

Oorzaak: de Amsterdamse economie groeit. 

Gevolg: mogelijkheden om betaald te werken (werkgelegenheid) groeit. 

Gevolg: meer mensen emigreerden vanuit Duitsland/Scandinavië naar Nederland om te werken. 

Veel werk (4/4)

Emigreren = verhuizen naar een ander land

Immigrant: iemand die verhuist vanuit een ander land. Bijvoorbeeld Duitsers en Scandinaviërs die vanuit hun land naar Nederland verhuizen. 

Hugenoten

Er was tolerantie in de Republiek, maar geen godsdienstvrijheid. Waaruit bleek dat?

1. Joden mochten geen synagoges
2. Katholieken mochten geen kerkdiensten houden
3. Gereformeerden mochten geen kerken
4. Hugenoten niet welkom in Nederland

In de Republiek was veel sprake van 'tolerantie'.
Wat betekent tolerantie?

1. Veel dingen afkeuren
2. Voor veel dingen open staan
3. Denken dat jouw land de beste is
4. Armen helpen aan geld te komen

Wat hield de tolerantie van de Republiek in?

1. Iedereen moest protestant worden.
2. Mensen mochten kiezen in welke religie ze wilden geloven. Het protestantisme bleef wel het belangrijkst.
3. Rijke en arme mensen waren welkom in de Republiek
4. Het maakte niks wat je geloofde.

De tolerantie in de Republiek zorgde voor:

1. De opkomst van wetenschap
2. Nieuwe uitvindingen
3. Godsdienstoorlogen
4. Een zekere vrede