This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Nederland migratieland
Slide 1 - Slide
Video
Deze video herhaalt de informatie uit par. 5.1:
WieWatWanneer? over de Reformatie (4 min.)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Video's
Deze twee video's herhalen de informatie uit par. 5.2:
1. Dossier geschiedenis: machtstrijd in de Republiek (15 min.)
2. Het Klokhuis: de Republiek (15 min.)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Hoe reageerde Filips II op de Beeldenstorm?
Slide 7 - Open question
Wat was een stadhouder?
Slide 8 - Open question
Leerdoelen
waardoor veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek
welke invloed migranten hadden op de Nederlandse economie
welke vrijheid er was in de Republiek en welke migranten daardoor kwamen
Slide 9 - Slide
Video
WieWatWanneer? De Gouden Eeuw
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Par. 5.3 Nederland migratieland
Slide 12 - Slide
Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (1/4)
De Republiek: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Economie ging het goed: de economie bloeide.
Slide 13 - Slide
Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (2/4)
Hollandse en Zeeuwse Steden werden rijk door handel te drijven met andere landen op de Noordzee.
De 80-jarige oorlog was alleen in het zuiden van de Nederlanden.
Slide 14 - Slide
Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (3/4)
Door de Spaanse overheersing (bestuur) van de zuidelijke Nederlanden (tegenwoordig België en Luxemburg) vluchtten meer dan 100.00 Zuid Nederlanders tussen 1572 en 1630 naar de Republiek.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Zuid-Nederlandse Vluchtelingen (4/4)
Waarom vluchtten de mensen uit de zuidelijke Nederlanden?
Ze vluchtten voor oorlogsgeweld
Ze waren protestants
Slide 17 - Slide
Veel Werk (1/4)
Zuid-Nederlandse landverhuizers (migranten) kwamen vooral naar Holland.
Zij namen mee:
Geld/Rijkdom.
Kennis
Handelscontacten.
Slide 18 - Slide
Veel Werk (2/4)
Door deze Zuid-Europese migranten:
.... werd Amsterdam de belangrijkste handelsstad in Noord-Europa.
Dus: Amsterdamse economie groeide
Slide 19 - Slide
Veel Werk (3/4)
Oorzaak: de Amsterdamse economie groeit.
Gevolg: mogelijkheden om betaald te werken (werkgelegeheid) groeit.
Gevolg: meer mensen emigreerden vanuit Duitsland/Scandinavië naar Nederland om te werken.
Slide 20 - Slide
Veel werk (4/4)
Emigreren: verhuizen naar een ander land
Immigrant: iemand die verhuist vanuit een ander land. Bijvoorbeeld Duitsers en Scandinaviërs die vanuit hun land naar Nederland verhuizen.
Slide 21 - Slide
Mogen geloven wat je wilt (1/3)
In de Republiek had je meer vrijheid dan in andere landen.
Je mocht:
Boeken drukken die in andere landen verboden waren.
Je had gewetensvrijheid: je mocht geloven wat je wilde.
Slide 22 - Slide
Mogen geloven wat je wilt (2/3)
Let op: Gewetensvrijheid is niet Godsdienstvrijheid!
Godsdienstvrijheid mag je geloven wat je wilde en daar openlijk mee bezig zijn: zoals kerken bouwen.
Gewetensvrijheid is dat je mocht geloven wat je wilde, maar je mocht er niet openlijk mee bezig zijn.
Slide 23 - Slide
Mogen geloven wat je wilt (3/3)
Oorzaak: in andere landen had je geen godsdienst of gewetensvrijheid.
Gevolg: veel joden en hugenoten uit deze landen vluchtte naar Nederland.
Gevolg: zij brachten vakkennis mee voor de Nederlandse economie.
Slide 24 - Slide
Hugenoten
Op deze kaart zie je hoeveel mensen (vooral Hugenoten, Franse protestanten) vluchtten uit Frankrijk tussen 1560 en 1760.
Waar de mensen allemaal naar toe vluchtten, is aangegeven met pijlen.
Middenin de kaart van Frankrijk staat aangegeven dat in totaal 180.000 mensen het land ontvlucht hebben. Dat klinkt niet als heel veel, maar besef je dat er in die tijd een stuk minder mensen in Frankrijk woonden dan tegenwoordig.
Slide 25 - Slide
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil tussen godsdienst en gewetensvrijheid is.
Slide 26 - Open question
Noem één oorzaak van dat mensen emigreerden naar Noord-Nederland.