Herhaling thema 4 ordening

Herhaling thema 4 Ordening
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling thema 4 Ordening

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
10 min. blz 226 maken
20 min. hele hoofdstuk herhalen
10 min. leren en eventueel nakijken, tijd om nog de laatste vragen te stellen

Slide 2 - Slide

1. Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken


2. Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacterien

Slide 3 - Slide

Indelen in groepen
Aantal cellen
Aanwezigheid van celkernen
Aanwezigheid van celwanden
Aanwezigheid van bladgroenkorrels
Relatieve grootte

Slide 4 - Slide

3. Je kunt kenmerken van bacterien noemen
- Bacteriën: zijn eencellige dieren.

- Bacteriën hebben een celwand.

Wat hebben bacteriën niet?

Slide 5 - Slide

4. Je kunt kenmerken van schimmels noemen



- Zijn soms eencellig (gisten), maar vaak meercellig (paddenstoelen)



Slide 6 - Slide

Voortplanting
Schimmeldraden:
Meercellige schimmels planten zich voort met schimmeldraden.

Voortplanting met sporen.
zitten aan het eind van de schimmeldraden.






Slide 7 - Slide

Eencellige schimmels

  • Gisten
  • Voortplanting door deling (knopvorming)
Meercellige schimmels

  • Schimmeldraden
  • Paddenstoelen
  • Voortplanting door sporen

Slide 8 - Slide

5. Je kunt beschrijven hoe bacterien en schimmels nuttig zijn voor de mens en natuur
6. Je kunt beschrijven hoe bacterien en schimmels schadelijk zijn voor mensen

Nuttig:
-Opruimen van de natuur
-Voedsel maken: brood, wijn, bier, schimmelkaas

Schadelijk:
-Voedsel bederven
-Ziekten veroorzaken: schimmelinfectie, zwemmerseczeem 
(kan bestrijd worden met antibiotica )

Slide 9 - Slide

7. Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
Manier van voortplanting:
  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden, hebben ook vaak bloemen&vrucht
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen (de sporen zijn eencellig)

Slide 10 - Slide

7. Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
Vaatplanten en mossen (blz 246, belangrijk)
Veel meercellige planten hebben vaten 
Door de vaten worden water en voedingsstoffen getransporteerd 
Alle planten met vaten worden ingedeeld bij vaatplanten

Mossen hebben geen vaten dus horen niet tot de vaatplanten

Slide 11 - Slide

8. Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie van het skelet

<-- Symmetrie

Er zijn drie typen skelet:
Een inwendig skelet
Een uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 12 - Slide

9. Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten


Veelpotigen: meer dan 10 poten
(Hele lijf bestaat uit segmenten)
Kreeftachtigen: 10 poten
(Achterlijf bestaat uit segmenten)
Spinachtigen: 8 poten
(Kopborststuk en een achterlijf)
Insecten: 6 poten
(Kop, borststuk en achterlijf)

Slide 13 - Slide

10. Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten
Indeling (blz 259) BELANGRIJK

Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;
De huid (veren, schubben, slijm of haar),
De lichaamstemperatuur (koud-/ warmbloedig),
De ademhalingsorganen (longen, kieuwen of huid),
De manier van voortplanten (eieren of levendbarend)
Milieu (land, water in de lucht)

Slide 14 - Slide

Warm- en koudbloedig
  • Als de lichaamstemperatuur constant is: Warmbloedig

  • Als de lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving: Koudbloedig

Slide 15 - Slide

11. Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken (blz 266) 

Slide 16 - Slide

Tijd voor vragen of even te leren

Slide 17 - Slide