Herhaling les 3, thema 4 klas 3

Herhaling les 3, thema 4 klas 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling les 3, thema 4 klas 3

Slide 1 - Slide

1. Je kunt organismen indelen in vier rijken. Van elk rijk kun je de gemeenschappelijke kenmerken noemen

Aantal cellen
Aanwezigheid van celkernen
Aanwezigheid van celwanden
Aanwezigheid van bladgroenkorrels
Relatieve grootte

Slide 2 - Slide

Dieren
Gewervelden
Zoogdieren
Roofdieren
Katachtigen
Leeuw
Panters
2. Je kunt de groepen benoemen die ontstaan bij de verdere indeling 

Slide 3 - Slide

3. Je kunt kenmerken van bacterien noemen
- Bacteriën: zijn eencellige dieren.

- Bacteriën hebben een celwand.

Wat hebben bacteriën niet?

Slide 4 - Slide

Nuttige en schadelijke bacteriën

4. Je kunt beschrijven welke rol bacteriën spelen voor de mens 

Ze bederven ons eten, om dit te verkomen kun je eten conserveren


Ze kunnen ons besmetten / ziek maken

Antibiotica =

Slide 5 - Slide

5. Je kunt kenmerken van schimmels noemen



- Zijn soms eencellig (gisten), maar vaak meercellig (paddenstoelen)



Slide 6 - Slide

Voortplanting
Schimmeldraden:
Meercellige schimmels planten zich voort met schimmeldraden.

Voortplanting met sporen.
zitten aan het eind van de schimmeldraden.






Slide 7 - Slide

Eencellige schimmels

  • Gisten
  • Voortplanting door deling (knopvorming)
Meercellige schimmels

  • Schimmeldraden
  • Paddenstoelen
  • Voortplanting door sporen

Slide 8 - Slide

Nuttige en schadelijke bacteriën

6. Je kunt beschrijven welke rol schimmels spelen voor de mens

Nuttig:

-Opruimen van de natuur

-Voedsel maken: brood, wijn, bier, schimmelkaas


Schadelijk:

-Voedsel bederven

-Ziekten veroorzaken: schimmelinfectie, zwemmerseczeem

(kan bestrijd worden met antibiotica )


ringworm, candida

Slide 9 - Slide

7. Je kunt het plantenrijk indelen in sporenplanten en zaadplanten. Van beide kun je de kenmerken en voorbeelden noemen
Manier van voortplanting:
  • Zaadplanten: planten zich voort door zaden, hebben ook vaak bloemen&vrucht
  • Sporenplanten: planten zich voort met sporen (de sporen zijn eencellig)

Slide 10 - Slide

8. Je kunt de sporenplanten indelen in drie stammen

Slide 11 - Slide

9. Je kunt de stam van de zaadplanten indelen in twee klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen

Slide 12 - Slide

8. Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie van het skelet

<-- Symmetrie

Er zijn drie typen skelet:
Een inwendig skelet
Een uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 13 - Slide

10. Je kunt het dierenrijk indelen in zeven stammen. Van elke stam kun je kenmerken en voorbeelden noemen
De 7 stammen

  • Sponzen 
  • Holtedieren/ neteldieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Stekelhuidigen
  • Geleedpotigen
  • Gewervelden 

Slide 14 - Slide

11. Je kunt de stam van de geleedpotigen indelen in vier klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen

Veelpotigen: meer dan 10 poten
(Hele lijf bestaat uit segmenten)
Kreeftachtigen: 10 poten
(Achterlijf bestaat uit segmenten)
Spinachtigen: 8 poten
(Kopborststuk en een achterlijf)
Insecten: 6 poten
(Kop, borststuk en achterlijf)

Slide 15 - Slide

12. Je kunt de stam van gewervelden indelen in vijf klassen. Van elke klasse kun je kenmerken en voorbeelden noemen

Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;
De huid (veren, schubben, slijm of haar),
De lichaamstemperatuur (koud-/ warmbloedig),
De ademhalingsorganen (longen, kieuwen of huid),
De manier van voortplanten (eieren of levendbarend)
Milieu (land, water in de lucht)

Slide 16 - Slide

Warm- en koudbloedig
  • Als de lichaamstemperatuur constant is: Warmbloedig

  • Als de lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving: Koudbloedig

Slide 17 - Slide

13. Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken

Slide 18 - Slide

Tijd voor vragen of even te leren

Slide 19 - Slide