Komt alleen voor bij werkwoorden die in de pvtt enkelvoud in de infinitief een d hebben. : vermoorden, antwoorden, bereiden, raden, schudden, houden, worden,
Ik bereid vandaag het eten, maar morgen
bereidt Freek het eten.
Ik raad bijna elk antwoord goed, Jan raadt elk antwoord fout.
Mijn moeder schudt elke dag mijn vieze kleren uit, maar ik schud ze altijd op zaterdag uit.