WK 37 ww vormen en tijden, homofone ww

VH2/HK2 - Nederlands
Week 37 - les 1
Werkwoordsvormen
Mevrouw Giesen
timer
10:00
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VH2/HK2 - Nederlands
Week 37 - les 1
Werkwoordsvormen
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Agenda 
  • Leerdoelen
  • Uitleg werkwoordsvormen
  • Oefenen in de klas
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan het onderscheid maken tussen persoonsvorm, voltooid deelwoord en infinitief.
  • Ik ken de 8 verschillende werkwoordstijden in het Nederlands.
  • Ik kan de 8 verschillende werkwoordstijden correct spellen.

Slide 3 - Slide

Werkwoordsvormen 
  1. Persoonsvorm
  2. Voltooid deelwoord
  3. Infinitief/Hele werkwoord 

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm
  • Als er maar één werkwoord in de zin staat, is dat automatisch een persoonsvorm.
  • Zijn er meer werkwoorden en wil je de persoonsvorm vinden? Tijdproef (zin in een andere tijd zetten) of getalproef (enkelvoud <->meervoud) gebruiken. 

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm
Zet onderstaande zinnen in de verleden tijd in je hoofd:
Mijn moeder heeft een heerlijke appeltaart gebakken.
Voor mijn verjaardag wil ik graag een nieuwe telefoon.
Ik fiets elke ochtend naar school toe.
Ik zou ooit wel eens willen leren surfen.

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord
Begint vaak met ge-, be-, ver- of ont-.
Er staat een vorm van hebben, worden of zijn in de zin.

Voorbeeld: Ik heb gisteren huiswerk gemaakt
Gemaakt is het voltooid deelwoord. Heb is de persoonsvorm. 

Slide 7 - Slide

Infinitief
Een moeilijk woord voor het hele werkwoord.
Let op: vaak zijn de meervoudsvorm tegenwoordige tijd en infinitief hetzelfde geschreven. Ze hebben niet altijd dezelfde functie.

Wij zijn gisteren heerlijk gaan wandelen in het park.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Zelfstandig aan de slag
  • Log in op Nieuw Nederlands
  • Start aan de weektaak: Spelling par. 13 Werkwoordsvormen en werkwoordstijden
  • Leren: theorie 
  • Maken: opdracht 1 t/m 4

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan het onderscheid maken tussen persoonsvorm, voltooid deelwoord en infinitief.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Geef aan of dit een infinitief, persoonsvorm of voltooid deelwoord is.
1. Afgelopen weekend zijn we gaan zwemmen.
2. Vorig jaar hebben we in de vakantie gewinkeld.

Slide 12 - Slide

VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 13 - Slide

VH2/HK2 - Nederlands
Week 37 - les 2
Werkwoordstijden
Mevrouw Giesen
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Agenda vandaag
  • Leerdoelen
  • Werkwoordstijden
  • Oefenen in de klas
  • Zelfstandig werken
  • De laatste vragen
  • Afsluiting 

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat de 8 verschillende werkwoordstijden zijn in het Nederlands.
  • Ik kan in een zin herkennen in welke werkwoordstijd deze zin staat. 
  • Ik kan de werkwoorden in het Nederlands correct spellen.

Slide 16 - Slide

Werkwoordstijden

Slide 17 - Slide

Werkwoordstijden

Slide 18 - Slide

Oefenen in de klas
Bedenk bij elke tijd 
nog 2 extra zinnen.
Typ deze zinnen in een
leeg document op je 
laptop. 
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Zelfstandig aan de slag
  • Start Nieuw Nederlands online op
  • Begin met de opdrachten voor de weektaak van deze week (zie Peppels en Nieuw Nederlands)
  • Klaar?  Meld je dan bij de docent

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat de 8 verschillende werkwoordstijden zijn in het Nederlands.
  • Ik kan in een zin herkennen in welke werkwoordstijd deze zin staat.
  • Ik kan de werkwoorden in het Nederlands correct spellen.

Slide 22 - Slide

De laatste vragen
In welke tijden staan deze zinnen?
1. Morgen zal ik eindelijk gaan sporten.
2. Vorige week was ik bij het voetbaltoernooi. 


Slide 23 - Slide

VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 24 - Slide

VH2/HK2 - Nederlands
Week 37 les 3
Mevrouw Giesen
Homofone werkwoorden
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Agenda
  • Leerdoelen
  • Homofone werkwoorden - uitleg
  • Oefenen in de les
  • Zelfstandig werken aan de weektaak/huiswerk 
  • Afsluiting

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat homofone werkwoorden zijn.
  • Ik ben me bewust van de spelling bij homofone werkwoorden.

Slide 27 - Slide

Homofone werkwoorden
Bekijk de volgende zinnen:
Ik vind gele M&M’s het lekkerst, maar Koen vindt de blauwe veel lekkerder.
Penny verdient een zakcentje met oppassen op haar buurjongetje.
Zo’n onaardige reactie op mijn vraag heb ik toch niet verdiend?
 

Slide 28 - Slide

Homofone werkwoorden
In deze zinnen zijn de werkwoordsvormen vind en vindt en verdient en verdiend verschillend gespeld, hoewel ze hetzelfde klinken. Zulke werkwoordsvormen noemen we homofone werkwoordsvormen. ‘Homofoon’ betekent ‘gelijk van klank’.

Slide 29 - Slide

d of dt?
De keuze tussen d en dt komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) van werkwoorden met in de infinitief een d voor de uitgang en, zoals bereiden, raden en schudden. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.
d of t?
De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): bedient, verhuist (pvtt) en bediend, verhuisd (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals bedienen en verhuizen. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 30 - Slide

d of t?

De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): bedient, verhuist (pvtt) en bediend, verhuisd (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals bedienen en verhuizen. 

Slide 31 - Slide

d of t?

De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): bedient, verhuist (pvtt) en bediend, verhuisd (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals bedienen en verhuizen. 

Slide 32 - Slide

Voorbeeldzinnen
Die lampjes zouden elke avond branden (inf), maar gisteren brandden (pvvt) ze niet.
Veel ouders achten (pvtt) / achtten (pvvt) die tv-serie ongeschikt voor hun kinderen.
Laden (pvtt) / Laadden (pvvt) de verhuizers de piano in de vrachtwagen?
Jo vergrootte (pvvt) de foto, zodat hij op het vergrote (bn) beeld de tekst kon lezen.
Mandy verkleedde (pvvt) zich voor het feest en haar outfit was mooier dan die van de andere verklede (bn) gasten.

Slide 33 - Slide

de(n) of dde(n), te(n) of tte(n)?

De keuze tussen één of twee d’s of t’s komt voor bij zwakke werkwoorden met in de inf een d of t voor de uitgang en (verbreden, verlichten).
Er is verschil tussen de inf of de pv tegenwoordige tijd meervoud (verbreden, verlichten) en de pv verleden tijd meervoud (verbreedden, verlichtten).
 (pvvt): De stratenmaker verbreedde de stoep en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord (bn): de verbrede stoep.

Slide 34 - Slide

de(n) of dde(n), te(n) of tte(n)?

Bij werkwoorden die beginnen met be, ge, her, mis, ont en ver is er ook verschil tussen de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud
 (pvvt): De stratenmaker verbreedde de stoep en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord (bn): de verbrede stoep.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Zelfstandig werken
Spelling par. 13 Werkwoordsvormen en werkwoordstijden
leren: theorie
maken: opdracht 1 t/m 4

Spelling par. 14 Homofone werkwoorden
leren: theorie
maken: opdracht 1 t/m 6






Slide 37 - Slide

Leerdoelen
Ik weet wat homofone werkwoorden zijn.
Ik ben me bewust van de spelling bij homofone werkwoorden.

Slide 38 - Slide

De laatste vragen
1. De .... (verbreden, vd bn) weg is in gebruik genomen.
2. De kaarsjes .... (verlichten, vt) de kamer op een sfeervolle manier.

Slide 39 - Slide

VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!

Slide 40 - Slide