Leesvaardigheid HV2 - start - herhaling

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Onderwerp tekst
  • Schrijf je vaak in één of een paar woorden op. 

Slide 3 - Slide

1

Slide 4 - Video

00:35
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
Je kijkt naar de titel, inleiding, tussenkopjes en afbeeldingen.
B
Je kijkt naar de bron van de tekst.
C
Je leest de hele tekst nauwkeurig.
D
Je kijkt naar het middenstuk van de tekst.

Slide 5 - Quiz

Hoe vind je het deelonderwerp?
Het onderwerp van een tekst kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele tekst over gaat. 
Het deelonderwerp (van een alinea) kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele alinea over gaat. Het antwoord is dan het deelonderwerp

Slide 6 - Slide

Een tekst bestaat vaak uit drie delen
Inleiding - middenstuk - slot.
In het middenstuk staat de meeste informatie (kern).

Er worden verschillende dingen over het onderwerp besproken. Dit noem je: deelonderwerpen (tussenkopjes).

Slide 7 - Slide

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 8 - Quiz

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een volledige zin die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.


De hoofdgedachte vind je vaak in de inleiding of het slot van een tekst.

Slide 9 - Slide

Inleiding
  • Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van een tekst is
  • Je vindt hier vaak een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote)
  • De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst
  • Kan uit meerdere alinea's bestaan

Slide 10 - Slide

Slot
  • Het laatste deel van een tekst
  • Je vindt hier een conclusie of samenvatting
  • Er wordt naar de toekomst gekeken
  • Er wordt aangehaakt bij de inleiding

Slide 11 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
een paar gedachten over het onderwerp
B
het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
C
de opsomming van alle onderdelen van een tekst
D
de titel van een tekst

Slide 12 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Tekstsoorten en -doelen
Een schrijver heeft een doel met een tekst; hij wil daar iets mee bereiken.
Daarvoor gebruikt hij een soort tekst.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Noteer de vijf tekstdoelen.

Slide 21 - Mind map

Tekstdoelen en -soorten

Slide 22 - Slide

Schrijf minimaal drie tekstsoorten op.

Slide 23 - Mind map

Vind je deze manier van les via lesson-up okee?

😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
aansporen

Slide 25 - Quiz

Een gedicht is een
A
tekstsoort
B
tekstdoel

Slide 26 - Quiz

Tekstdoel?
A
informeren
B
uitleg geven
C
overhalen
D
amuseren

Slide 27 - Quiz

Ik weet nu het verschil tussen een tekstsoort en een tekstdoel.
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
A
:)
B
:|
C
:(

Slide 29 - Quiz

Huiswerk
Vrijdag 12 maart af:

Werkboekje leesvaardigheid
Maken opdracht 1 t/m 4 blz. 9 t/m 14


Slide 30 - Slide