3 m2 les 15

Welkom 3m!
Deze week

maandag: 
Spelling hoofdstuk 5

donderdag: 
Spelling hoofdstuk 5 (dictee) en 
Lezen hoofdstuk 5

vrijdag:
Lezen hoofdstuk 5

GPW3
- Lezen hs 1 t/m 5 
- Woordenschat hs 3
Spelling hs 5
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 3m!
Deze week

maandag: 
Spelling hoofdstuk 5

donderdag: 
Spelling hoofdstuk 5 (dictee) en 
Lezen hoofdstuk 5

vrijdag:
Lezen hoofdstuk 5

GPW3
- Lezen hs 1 t/m 5 
- Woordenschat hs 3
Spelling hs 5

Slide 1 - Slide

Welkom 3m!
Doelen:
- ik kan lastige woorden spellen;
- ik kan meningen, argumenten en conclusies herkennen in leesteksten.

1. Dictee (Spelling hs 5). Schrijf alle woorden goed op! Deze moet je ook leren voor je GPW (werkwoordspelling niet). 
2. Samen: Lezen opdracht 1 (blz. 159).
3. Quizlet moeilijke woorden (Woordenschat hs 3)

Huiswerk: nakijken Spelling hs 5

Slide 2 - Slide

Schrijf in je schrift: Spelling hoofdstuk 5

Schrijf 5 voorwerpen op die je in het klaslokaal ziet. 


Slide 3 - Slide

Schrijf het meervoud van deze 5 woorden op.

Slide 4 - Slide

Hoeveel woorden kregen -en?
Hoeveel woorden kregen -s?

Waren er woorden waarvan je niet zeker weet hoe je het meervoud moet spellen?
Waren er woorden bij die geen meervoud hebben?

Slide 5 - Slide

FEITEN EN MENINGEN - LEZEN HOOFDSTUK 5

Lesdoelen vandaag:

- Ik weet wat feiten, meningen, standpunten en argumenten zijn.

- Ik kan een voorbeeld noemen van een tekstsoort met alleen feiten en een tekstsoort met vooral meningen. 

- Ik kan een signaalwoord noemen voor een feit, een mening en een argument. 


Slide 6 - Slide


samenvatting Susan inhalen?

Nog doen:
 3. Quizlet moeilijke woorden.
Boek 3 ophalen met de klas. Opdracht uitleggen.
Oefenluistertoets.
Spelling hoofdstuk 5 en lezen hoofdstuk 5.



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Opdracht Journaal: op los blaadje, inleveren!

1. Je kijkt naar het journaal en schrijft 3 begrippen/uitdrukkingen op die je niet goed begrijpt.
2. Je schrijft erbij bij welk onderwerp deze woorden aan bod kwamen. 
3. Je zoekt op (woordenboek, internet, overleg met klasgenoten) wat de woorden betekenen. De betekenis schrijf je op en je maakt per moeilijk woord een duidelijke voorbeeldzin waaruit de betekenis naar voren komt. 
4. Inleveren!

Slide 10 - Slide

Schrijf een kort, spannend verhaal met één van de volgende beginzinnen:


Ik dacht dat ik alleen thuis was. 

Ik heb ze gezien, dat weet ik zeker. 

De deur sloeg met een klap dicht.

Slide 11 - Slide

Periode 3

- 7 februari: SO spelling hs 3 + 4
- 8 februari: inleveren boekverslag 2
- 21 februari: SO samenvatting schrijven

- week 3 april: GPW3
Lezen hs 1 t/m 5
Woordenschat hs 3 
Spelling hs 5

Slide 12 - Slide


Pak je leesboek

Slide 13 - Slide