This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat gaan we doen
- Uitleg
- foto opdracht buiten
- bespreken vervolgen foto opdracht
Slide 1 - Slide
Een bacterie deelt zich elke 10 minuten. Als je met 1 bacterie begint, hoeveel bacteriën heb je na 1 uur?
Slide 2 - Open question
Waar of niet? Een plant maakt zijn eigen eten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Waar of niet? De zuurstof die wij inademen komt van planten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Hoe hebben de rijken elkaar nodig?
Planten maken hun eigen voedingsstoffen.
Uit de grond: water en mineralen
Uit de lucht: koolstofdioxide
Slide 5 - Slide
Hoe hebben de rijken elkaar nodig?
Van water en koolstofdioxide maakt de plant
glucose en zuurstof. Hiervoor is zonlicht nodig.
Dit noemen we fotosynthese
Slide 6 - Slide
Fotosynthese
Slide 7 - Slide
Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels
Slide 8 - Slide
Water
Koolstofdioxide
Zuurstof
Glucose
Slide 9 - Drag question
Dieren, bacteriën en schimmels hebben geen bladgroenkorrels. Wat kunnen ze dus niet doen?
A
Water opnemen
B
Bewegen
C
Hun eigen eten maken
D
Voortplanten
Slide 10 - Quiz
Hoe hebben de vier rijken elkaar nodig?
Slide 11 - Slide
Hoe gaat de voedselkringloop?
Producenten: planten maken van glucose andere voedingsstoffen. Daarin zit energie, oftwel ze produceren energie/voedingsstoffen.
Consumenten: dieren eten de voedingsstoffen die planten maken. Ze gebruiken de planten dus. Dit noemen we consumeren.
Slide 12 - Slide
Hoe gaat de voedselkringloop?
Afvaleters: bodemdiertjes eten het afval en de resten van (dode) dieren. Ze maken het afval heel erg klein.
Reducenten: bacteriën en schimmels ruimen het afval van de afvaleters op door het af te breken. Dit afbreken noemen we reduceren. Er blijven alleen nog mineralen over in de bodem.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Mineralen
Slide 17 - Drag question
We hebben een konijn, een zonnebloem, een tor en een bacterie. Wie is wie? Kies uit: producent, consument, afvaleter, reducent
Slide 18 - Open question
Wat is produceren ook alweer?
A
Maken
B
Prutsen
C
Afbreken
D
Doorgeven
Slide 19 - Quiz
Wat is reduceren ook alweer?
A
Maken
B
Prutsen
C
Afbreken
D
Doorgeven
Slide 20 - Quiz
foto-opdracht
Maak tenminste 10 foto's van: - producenten - consumenten - reducenten - afvaleters
Slide 21 - Slide
vervolg foto-opdracht
Maak van de foto's een voedselkringloop. Zet pijlen op de juiste plek.