Paragraaf 5.4 Meer genen in het spel

Herhaling 5.3 Stamboomonderzoek

Oefenen met monohybride kruisingen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling 5.3 Stamboomonderzoek

Oefenen met monohybride kruisingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

5.4 Meer genen in het spel
Mendel onderzoek naar erwtenplanten: dihybride kruisingen
Dihybride kruisingen zijn kruisingen met twee verschillende allelen.
Deze allelen kunnen op 
1. verschillende chromosomen zitten = onafhankelijk 
2. op dezelfde chromosomen = gekoppeld

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een plant heeft het genotype QqRr. De betrokken genen zijn niet gekoppeld.

Hoe groot is de kans dat een stuifmeelkorrel van deze plant tegelijkertijd het allel q en het allel R bevat?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 16 - Quiz

Planten met ronde, gele erwten worden gekruist met planten met groene, kantige erwten.
De allelen voor geel (G) en rond (R) zijn dominant en niet gekoppeld. In de F1 komen vier verschillende fenotypen voor.

Wat is het genotype van de ouderplant met ronde, gele erwten?
A
GGRR
B
GgRR GGRr
C
GgRr
D
GGRr

Slide 17 - Quiz

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb
(A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1 dieren onderling gekruist.

In de F2 is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 18 - Quiz

Uitleg dihybride kruising cavia's

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welk deel van de nakomelingen zal blauwe ogen en bruin haar hebben?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Polygene overerving
Meerdere genen zijn betrokken bij een eigenschap
Bijvoorbeeld het ontstaan van huidskleur

Slide 24 - Slide

Binas 71M

Slide 25 - Slide

Gentherapie om bijvoorbeeld defecte cellen weer normaal te laten functioneren

Slide 26 - Slide

Wat heb je deze les geleerd? Noem drie biologische termen.

Slide 27 - Open question

Aan de slag!

Lees 5.4 goed door
Maak de opdrachten 1 t/m 10 
of 4 t/m 11
Dit is het huiswerk voor de volgende les

Slide 28 - Slide