Lezen klas 3

Jij bent deskundig
1. We maken viertallen. 
2. Elk viertal kiest een tekst.
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
5. Is de tekst gedeeld? Dan stel je elkaar vragen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. Gebruik steekwoorden.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jij bent deskundig
1. We maken viertallen. 
2. Elk viertal kiest een tekst.
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
5. Is de tekst gedeeld? Dan stel je elkaar vragen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. Gebruik steekwoorden.

Slide 1 - Slide

Jij bent deskundig
1. We maken viertallen. 
Maak een groepje van vier personen. Het is onbelangrijk bij wie je in het groepje komt. Binnen dertig seconden heb je een groepje. Zorg dat je vlakbij elkaar zit.

Slide 2 - Slide

Jij bent deskundig
2. Elk viertal kiest een tekst.
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
Nadat je een tekst koos, ga je in tweetallen die tekst lezen. Zodra je klaar bent met lezen (drie minuten), praat je met elkaar over de tekst. Denk aan: onderwerp, hoofdgedachte, tekstindeling, tekststructuur, doel van de schrijver en jouw mening over deze tekst. Pas toe wat je dit jaar leerde.

Slide 3 - Slide

Jij bent deskundig
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
Kijk welke informatie belangrijk voor je is. Noteer die informatie in steekwoorden. Praat met elkaar over de tekst en voeg eventueel nog wat steekwoorden toe voor een goed verhaal over jouw tekst.

Slide 4 - Slide

Jij bent deskundig
5. Is de tekst gedeeld? Dan mag je elkaar vragen stellen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. 
Luister goed naar de ander en zorg dat je (bijna net zo) deskundig wordt als de verteller. Zodra de verteller klaar is, mogen de anderen vragen stellen om nog meer te begrijpen.  We hebben vier of vijf verschillende bladen met tekst. Denk je eraan dat je goede aantekeningen maakt?

Slide 5 - Slide

Jij bent deskundig
6. Quizvragen testen je kennis van de teksten
We gaan eens kijken hoe goed je jouw verhaal kon vertellen, hoe goed je kon luisteren naar het verhaal van de ander, hoe goed je steekwoorden waren..... en dat doen we door de volgende quizvragen te beantwoorden. 
Je mag antwoord geven via je telefoon. Pak je telefoon.

Slide 6 - Slide

Tekst 1
Wat wordt bedoeld met bagger werk?
A
slecht werk
B
Werk waarbij modder over blijft.
C
een waardeloze klus
D
Leuke activiteiten voor sporters en vissers.

Slide 7 - Quiz

Tekst 1
De schrijver van de tweede brief is een:
A
zeurpiet
B
gelovige
C
raadslid
D
journalist

Slide 8 - Quiz

Tekst 1
Met welk doel is 'Netwerkgroep BNI Harmonie' geschreven?
A
informeren
B
beïnvloeden
C
overtuigen
D
activeren

Slide 9 - Quiz

Tekst 2
"Kan hij het nog wel", slaat op:
A
Paul de Leeuw
B
Henk Spaan
C
Tadic
D
zijn naam wordt niet genoemd

Slide 10 - Quiz

Tekst 2
Deze columnist heeft:
A
een hekel aan Portugees voetbal.
B
plezier in het ontslag van Peter Bosz.
C
de dubbele tiptop geïntroduceerd.
D
Mendes belachelijk gemaakt.

Slide 11 - Quiz

Tekst 2
Henk Spaan is:
A
een voetbalfanaat.
B
journalist en schrijver.
C
directeur van het Amsterdams Museum.
D
dichter.

Slide 12 - Quiz

Tekst 3
Welke leiding verwacht kritiek volgens Auke Kok?
A
De leiding van de krant waarvoor hij werkt.
B
De leiding van de sectie Amsterdam.
C
De leiding van snackbar 't Puntje.
D
De leiding van het Amsterdams Museum.

Slide 13 - Quiz

Tekst 4
Wat 'kan toch niet waar zijn?
A
Dat 'witgiro55' tongen losmaakt.
B
Dat Britt Dekker mocht presenteren.
C
Dat 'witgiro555' veel boze tongen losmaakte.
D
Dat het Germaanse ras zo wordt opgehemeld.

Slide 14 - Quiz

Tekst 5
Wat voor soort tekst is dit?
A
een beschouwing
B
een uiteenzetting
C
een activerende tekst
D
een betoog

Slide 15 - Quiz

Afsluiting
* Welke opmerking uit een tekst bleef je het meest bij?
* Welke tekst sprak jou het meest aan en hoe komt dat?
* Hoe vaak lees jij de krant?
* Wat is voor jou het belang van (kranten) lezen?
* Wat vind je van de kennis die je blijkt te kunnen toepassen?

Slide 16 - Slide