Na Klar Kap 3 les 2

Regels online lessen
1. Iedereen is op tijd online in teams aanwezig.
2. Iedereen dempt zichzelf. Zodra ik je naam noem, haal je hem van dempen af en antwoord je. Indien je niet reageert = absent.
3. Opdrachten worden gemaakt in de online omgeving van Na Klar.
4. De stof uit de online periode, wordt niet nogmaals behandeld als we weer fysiek naar school gaan. Dus tip: houd je maak-/leerwerk bij en geef direct aan als dingen onduidelijk zijn.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Regels online lessen
1. Iedereen is op tijd online in teams aanwezig.
2. Iedereen dempt zichzelf. Zodra ik je naam noem, haal je hem van dempen af en antwoord je. Indien je niet reageert = absent.
3. Opdrachten worden gemaakt in de online omgeving van Na Klar.
4. De stof uit de online periode, wordt niet nogmaals behandeld als we weer fysiek naar school gaan. Dus tip: houd je maak-/leerwerk bij en geef direct aan als dingen onduidelijk zijn.

Slide 1 - Slide

Les 2
Lernziel
Je kan zelfstandig naamwoorden vervangen door het juiste persoonlijk voornaamwoord.

Inhalt:
Herhaling leerwerk
Uitleg grammatica
Zelfstandig opdrachten maken
Herhalingsopdracht in Lessonup




Slide 2 - Slide

Vertaal: kaufen

Slide 3 - Open question

Vertaal: treffen

Slide 4 - Open question

Vertaal: heute

Slide 5 - Open question

Welke lidwoorden ken je in het Duits?

Slide 6 - Open question

Wanneer gebruik je het
lidwoord 'der'?
(1 minuut de tijd)

Slide 7 - Mind map

Wanneer gebruik je het
lidwoord 'die'?
(1 minuut de tijd)

Slide 8 - Mind map

Wanneer gebruik je het
lidwoord 'das'?
(1 minuut de tijd)

Slide 9 - Mind map

Zelfst. nw. vervangen door pers. vnw.
'Der'-woorden kan je vervangen door er
'Die'- woorden kan je vervangen door sie
'Das'-woorden kan je vervangen door es

Voorbeeld:
Der Freund ist da. Er ist da.
Die Blumen sind schön. Sie sind schön.
Das Buch ist super! Es ist super!

Slide 10 - Slide

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Der Junge ist nett.
A
Sie
B
Er
C
Es

Slide 11 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Das Mädchen ist schön.

A
Sie
B
Es
C
Er

Slide 12 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Die Kinder spielen zusammen.
A
Sie
B
Er
C
Es

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig aan de slag (10 minuten)
Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met de online opdrachten 5 t/m 7 + 9A. Gebruik je aantekeningen en Grammatik A (TB S58)

Opdr 5: herhaling theorie grammatik A
Opdr 6: vervang de zelfstandig naamwoorden door de juiste persoonlijke voornaamwoorden
Opdr 7:  herhaling vraagnaamwoorden (Kapitel 1)
Opdr 9: Vervang het dikgedrukte zinsdeel door er/sie/es



Slide 14 - Slide

Der-woorden kan je vervangen door ....
A
er
B
sie
C
es

Slide 15 - Quiz

Woorden die in het meervoud staan vervang je door....
A
er
B
sie
C
es

Slide 16 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Das Kind ist klein.
A
Er
B
Sie
C
Es

Slide 17 - Quiz

Ik begrijp deze grammatica...
A
erg goed
B
goed
C
redelijk
D
niet

Slide 18 - Quiz

Indien het nog niet duidelijk is, wat ga jij doen om het te begrijpen?

Slide 19 - Open question

Hausaufgaben
1. Indien niet af tijdens deze les: maken opdr 5 t/m 7 + 9A in Online Na Klar omgeving.
2. Leren: lernbox 1 + Grammatik A

Slide 20 - Slide