Je hebt een interbellum =een tijd tussen 2 oorlogen
En je hebt hét Interbellum: de tijd tussen WO I en WO II (1919-1939)
1 / 51
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Het Interbellum
Je hebt een interbellum =een tijd tussen 2 oorlogen
En je hebt hét Interbellum: de tijd tussen WO I en WO II (1919-1939)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Waar begon de crisis van de jaren '30?
A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Nederland
D
Niet speciaal in 1 land
Slide 3 - Quiz
Wanneer brak de economische crisis uit?
A
1919
B
1929
C
1939
D
1940
Slide 4 - Quiz
Hoe wordt het begin van de economische crisis genoemd?
Slide 5 - Open question
De crisisjaren
Crisis van de jaren '30
De Grote Depressie
De economische crisis
Allemaal namen voor de periode (1929-1939) waarin het economisch heel slecht ging
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Noem een oorzaak van het uitbreken van de economische crisis
Slide 10 - Open question
Oorzaken crisis
Overproductie
Slechte banken
Speculeren
Slide 11 - Slide
Duitsland in het Interbellum
Slide 12 - Mind map
Duitsland na WO I
Verlies van de oorlog komt hard aan --> Dolkstootlegende.
Vrede van Versailles is slecht voor DU -->land kwijt, klein leger, geld betalen
Duitsland wordt een democratie--> werkt slecht, veel extreme partijen
Om de herstelbetalingen te kunnen betalen wordt er geld bij gedrukt.
Econmisch gaat het slecht, even goed, na 1929 erg slecht.
Slide 13 - Slide
Reactie Duits volk op verdrag van Versailles
In Duitsland is grote onvrede. Duitland wordt een democratisch land en krijgt een nieuwe naam: De Republiek van Weimar. De democratische regering ondertekende het Verdrag van Versailles, het Duitse volk hierop woedend geworden! --> Dolkstootlegende.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Dolkstootlegende
De nieuwe linkse regering had wapenstilstand gesloten na WOI.
En daarmee soldaten verraden.
Slide 16 - Slide
Republiek van Weimar
Van 1918 -1933 heet DU zo
Geen keizer, democratie
Niet populair
Veel gevechten op straat tussen communisten en de nazi's (nat. socialisten)
Slide 17 - Slide
HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard
Slide 18 - Slide
Het Interbellum is de periode tussen … en ...
A
1919-1933
B
1919-1939
C
1900-1945
D
1900-1919
Slide 19 - Quiz
De dolkstootlegende houdt in dat
A
Duitsland geen wapens meer kon maken
B
Duitsland verraden is door haar regering
C
Duitsland een goede staalindustrie heeft
D
DU en Oost.-Hongarije bondgenoten zijn
Slide 20 - Quiz
Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed
Slide 21 - Quiz
De Republiek van Weimar bestond tussen … en ...
A
1900-1939
B
1919-1939
C
1918-1933
D
1914-1918
Slide 22 - Quiz
Een republiek heeft
A
Geen regering
B
Geen president
C
Geen democratie
D
Geen koning/keizer
Slide 23 - Quiz
Tijdens de Republiek van Weimar was er veel strijd tussen...
A
de kapitalisten en de communisten
B
de republikeinen en de monarchisten
C
de Duitsers en de Fransen
D
de communisten en de nationaal-socialisten
Slide 24 - Quiz
Inflatie betekent...
A
Dat je geld minder waard wordt
B
Dat je geld meer waard wordt
C
Dat je minder kunt kopen voor je geld
D
Dat je minder verdient
Slide 25 - Quiz
Economische crisis
1929
- Beurskrach in Verenigde Staten
- crisis slaat over naar Europa, dus ook in Duitsland
Slide 26 - Slide
Economische crisis
Wereldcrisis, dus ook in DU.
In de Republiek van Weimar ging het extra slecht door:
1) Herstelbetalingen
2) Geen koloniën
Slide 27 - Slide
De economische crisis ontstond in ...
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
VS
D
GB
Slide 28 - Quiz
De economische crisis trof Duitsland extra zwaar omdat...
A
Duitsland geen kolonies had
B
Duitsland geld moest betalen aan FR en GB
C
Duitsland geen geld meer kreeg van de VS
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed
Slide 29 - Quiz
1922
Mussolini grijpt de macht
Italië wordt een fascistisch land
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Fascisme
Kenmerken.
Nationalisme
Een sterke leider
Gebruik van geweld
Slide 32 - Slide
Adolf Hitler
Ontevreden veteraan
Richt de NSDAP op
Mislukte staatsgreep 1923
Schrijft "Mein Kampf"
Slide 33 - Slide
NSDAP
NSDAP neemt fascistische kenmerken over (welke 3?)
nationaal-socialisme: voegt rascisme toe (beoordelen op basis van uiterlijke kenmerken)--> rassenleer en antisemitisme.
* Gebruikt propaganda en terreur
Slide 34 - Slide
voorbeeld antisemitisme en propaganda
voorbeeld racisme
Slide 35 - Slide
Oorzaken succes Hitler
Schrijf uit de histoclip die je zo gaat zien, zo veel mogelijk oorzaken op waarom mensen op Hitler gestemd hebben.
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Video
NSDAP belooft
.....
.....
.....
Werklozen, middenstanders en eigenaren grote bedrijven steunen de partij.
Slide 38 - Slide
Hitler onze laatste hoop stond op verkiezingsposters van de NSDAP
Slide 39 - Slide
Propaganda
Slide 40 - Slide
SA (sturmabteilung)
Knokploeg NSDAP vanaf 1921.
--> terreur
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
Noem 2 oorzaken voor het succes van Hitler
Slide 43 - Open question
Oorzaken succes Hitler
Redenaarstalent
Tegen Verdrag van Versailles
Nationalisme
Economische crisis
Falen democratie
Joden zondebok
Propaganda
Slide 44 - Slide
De NSB
In Nederland zie je de ook opkomst van de nationaal-socialistische partij: de NSB (Nationaal Socialistische Beweging)
Slide 45 - Slide
De NSB
De leider van de NSB was Anton Mussert
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Video
Waarom stemden mensen op de NSB?
Slide 48 - Open question
Waarom moet je volgens deze poster op de NSB stemmen?
En waarom volgens dit affiche?
Slide 49 - Slide
Toch kreeg de NSB max. 8% van de stemmen.
Hoe kwam dat?
Na 1936 ging het beter met de economie
Mensen stemden zoals ze gewend waren
Veel mensen waren tegen het anisemitisme in het NSB-programma
Mussert was niet zo'n goede spreker als Hitler of Mussolini