T1B1&2 - Zintuigenstelsel en het oog

Thema 6 Waarneming en gedrag
B1
Het zintuigstelsel
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Waarneming en gedrag
B1
Het zintuigstelsel

Slide 1 - Slide

Leerdoel B1

  • je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven

Slide 2 - Slide

Begrippen B1
  • externe prikkel
  • interne prikkel
  • proprioceptoren
  • mechanische receptoren
  • gehoorreceptoren
  • evenwichtsreceptoren
  • tastreceptoren
  • drukreceptoren
  • chemische receptoren
  • temperatuurreceptoren
  • pijnreceptoren
  • lichtreceptoren
  • prikkeldrempel
  • adequate rpikkel
  • adaptatie

Slide 3 - Slide

Prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen 
(zowel binnen als buiten lichaam)


Interne prikkel:
-   prikkels uit het interne milieu; binnen het lichaam
-   bijvoorbeeld hoeveelheid glucose, de pH, osmotische waarde van bloed
Externe prikkel
-   prikkels uit het externe milieu; buiten het lichaam
-   bijvoorbeeld licht, geluidsgolven, druk, geurmoleculen

Slide 4 - Slide

Adequate prikkel
Opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig. 

Slide 5 - Slide

Proprioceptoren
  • Meten veranderingen van spanning van een spier of verandering in de stand van een lichaamsdeel.
  • bijv. spierspoeltjes, peesspoeltjes en evenwichtszintuigen.

Slide 6 - Slide

Mechanische receptoren
  • Reageren op mechanische energie, zoals aanraking, druk, beweging en geluid.

  • Gehooreceptoren en evenwichtsreceptoren
      - Haartjes buigen doordat vloeistof                             beweegt > vervorming celmembraan >                 signaaltransductie]
  • Tastreceptoren of drukreceptoren
      - celmembraan vervormt door lichte                        aanraking of druk

      

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Pijnreceptoren
Reageren als de prikkels extreem worden/zijn zoals hitte

Kan ook reageren op chemische
verbindingen bij beschadiging of
ontsteking van weefsel


Slide 11 - Slide

temperatuurreceptoren
binas 87A

impuls door:
  • temperatuur boven
 of onder normwaarde
locatie:
  • huid

Slide 12 - Slide

Lichtreceptoren
  • Liggen in het netvlies

  • Reageren op contrasten
    (staafjes)

  • Reageren op kleuren
    (kegeltjes)

Slide 13 - Slide

Prikkeldrempel

Afgestempt op een adequate prikkel: Voor lichtreceptoren is dat licht


Slide 14 - Slide

Adaptatie
Door een langdurige constante prikkel kan de prikkeldrempel  van een receptorcel omhooggaan. 
De receptorcel reageert dan minder op de adequate prikkel. 

Dit heet gewenning of adaptatie. 
De snelheid waarmee adaptatie optreedt verschilt per type receptorcel (tast snel, druk of pijn nauwelijks). 

Slide 15 - Slide

Adaptatie/gewenning: de aanpassing van de gevoeligheid van een zintuig aan een aanhoudende prikkel

Slide 16 - Slide

Thema 6 Waarneming en gedrag
B2
Het oog

Slide 17 - Slide

Bouw en bescherming
  • Wenkbrauwen en wimpers: bescherming tegen stof en zweet
  • Harde oogvlies: bescherming binnenkant
  • Traanklieren: bescherming tegen uitdroging/reiniging - staat in verbinding met traanbuizen en neusholte
  • Oogkassen: bescherming met vet erin

  • Hoornvlies: licht kan oog binnenvallen
  1. Iris: gekleurde gedeelte (pigment)
  2. Pupil: groter of kleiner oiv spieren iris


Slide 18 - Slide

De binnenkant van je ogen
  1. Harde oogvlies
  2. Vaatvlies
  3. Netvlies

Slide 19 - Slide

Iris en pupil
De spieren in de iris regelen de grootte van de pupil.
De pupil is dus geen fysieke structuur, maar een gat in de iris.

Slide 20 - Slide

Glasachtig lichaam
Doorzichtig gedeelte binnen in het oog.

Functies:
- vorm van het oog
- houdt het netvlies op zijn             plaats


Slide 21 - Slide

Harde oogvlies en hoornvlies
Het harde oogvlies
beschermt het binnenste van het oog.

Het hoornvlies is doorzichtig en beschermt de voorzijde van het oog.

Slide 22 - Slide

Doorsnede
(Binas 87C1+2)

Binnen harde oogvlies
  • Vaatvlies: bloedvaten
  • Netvlies: lichtreceptoren -> gele vlek
  • Blinde vlek: oogzenuw




Slide 23 - Slide

Vaatvlies
Laag met bloedvaatjes tussen harde oogvlies en netvlies.
Het gekleurde gedeelte van het vaatvlies noemen we iris.

Functies:
- het oog van voedingsstoffen en zuurstof voorzien en afvalstoffen afvoeren



Slide 24 - Slide

Netvlies: gele vlek en blinde vlek

Slide 25 - Slide

Het netvlies
Binas tabel87C3
Pigmentcellen: absorbeert licht = bescherming zintuigcellen

Lichtreceptoren (Binas 27A)
  • Staafjes: over hele netvlies (niet gele vlek), lage prikkeldrempel = contrasten waarnemen -> onscherper
  • Kegeltjes: hogere drempelwaarde, rood/groen/blauw, vooral in gele vlek = kleuren en details waarnemen -> scherp

Slide 26 - Slide

Onderdelen van het oog (Binas 87C2)
Accommoderen: Vormverandering van de ooglens bij het scherpstellen.

Slide 27 - Slide

Accommoderen
Scherp beeld op het netvlies door veranderen vorm van de ooglens


Straalvormig lichaam met kringspieren (accomodatiespieren)
  • Veraf: kringspieren ontspannen, lensbandjes gespannen - de ooglens is plat 
  • Dichtbij: kringspieren trekken samen, lensbandjes ontspannen - de ooglens is bol

Slide 28 - Slide

Lichtbreking door lenzen (1)
Als lichtstralen overgaan van het ene medium naar het andere medium (gas, vloeibaar, vast), wordt het licht gebroken. Dit gebeurt ook door de ooglens.

Convergeren: de lichtstralen buigen naar elkaar toe (positieve lens).

Divergeren: de lichtstralen worden gespreid (negatieve lens).

Slide 29 - Slide

Bijziend & Verziend

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Wat:
Maak van basisstof 1:  opdracht 1, 2, 4, 6, 8
Maak van basisstof 2: opdracht 13, 14, 16, 17, 19, 22
Hulp nodig:
zoek het op in je boek/BINAS of vraag om hulp.
Klaar?
Lees basisstof 3
Aan de slag!
timer
40:00

Slide 31 - Slide