Taal H5&6 - M3

Welkom!
Taaltoets H5&6 --> woensdag 17 april
4 lessen

Les 1 = Grammatica woordsoorten (hoofdstuk 5, blz. 179)
Les 2 = Spelling (meervoud & werkwoordspelling (hoofdstuk 5, blz. 184)
Les 3 = Grammatica woordsoorten (hoofdstuk 6, blz. 218)
Les 4 = Spelling algemeen (hoofstuk 6, blz. 220)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Taaltoets H5&6 --> woensdag 17 april
4 lessen

Les 1 = Grammatica woordsoorten (hoofdstuk 5, blz. 179)
Les 2 = Spelling (meervoud & werkwoordspelling (hoofdstuk 5, blz. 184)
Les 3 = Grammatica woordsoorten (hoofdstuk 6, blz. 218)
Les 4 = Spelling algemeen (hoofstuk 6, blz. 220)

Slide 1 - Slide

blz. 179

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aan de slag!
Maken: opdracht 2 t/m 5, blz. 180

Theorie: voornaamwoorden
1 persoonlijk 
2 bezittelijk
3 vragend
4 aanwijzend
5 betrekkelijk


Slide 6 - Slide

Deze les
Lesdoelen

Terugblik

HW nakijken

Aan de slag!

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

...kun je het betrekkelijk voornaamwoord in een zin herkennen;

...kun je zelfstandige naamwoorden op de juiste manier in het meervoud spellen.

Slide 8 - Slide


Wat heb je gisteren gedaan?

Wat =
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 9 - Quiz


Dat was een van de moeilijkste beslissingen die de arts in zijn loopbaan genomen had.

die =
A
vragend voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Als iemand een medaille wint, ben jij het wel.

iemand=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

De boeken die ik voor Nederlands moest lezen, vond ik lastig.

'Die' is een ...?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz


Ik heb die jongens nog nooit gezien.


die =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Lees theorie blz. 182.

Maak opdracht 3 t/m 8, blz. 183.

HW vandaag nakijken via Showbie!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Maak: 
opdracht 9, 10 & 11 (blz. 184) 
opdracht 5, 6 & 7, blz. 222.


Slide 16 - Slide

Wat is een samengestelde zin?
A
een zin met 1 onderwerp
B
een zin met 1 persoonsvorm
C
een zin met 2 of meer persoonsvormen
D
een zin zonder onderwerp

Slide 17 - Quiz

Selecteer de samengestelde zin.
A
Ik wil nog blijven, maar het mag niet van mijn moeder.
B
Ik wil graag naar huis toe lopen.
C
Wij gaan op de fiets naar school of ik rij met mijn moeder mee.
D
De school heeft door corona veel lesuitval gehad.

Slide 18 - Quiz

Noteer de juiste spelling.

Toen de training ... (zijn) afgelopen,
(gaan) ... we wat drinken op het terras.

Slide 19 - Open question

Selecteer de samengestelde zin.
A
Omdat mijn schoenen te klein zijn, ga ik nieuwe kopen.
B
Loes maakt haar huiswerk.
C
Ik luister tijdens het leren graag naar muziek.
D
Gisteren heb ik zitten denken over mijn vervolgopleiding.

Slide 20 - Quiz

Noteer de juiste spelling.

Op de bijeenkomst vorige week ... (beloven) de directeur dat het personeel volgend jaar loonsverhoging ... (krijgen).

Slide 21 - Open question


Selecteer de samengestelde zin.
A
Hebben alle kinderen het verkeersexamen gehaald?
B
Gisteren ging ik naar de kermis in het centrum.
C
In het fietsenhok staan veel kapotte fietsen.
D
Mijn docent gelooft dat ik een dikke voldoende scoor voor deze toets.

Slide 22 - Quiz

Bedenk een samengestelde zin.

Slide 23 - Open question

Noteer de juiste spelling.

Ik ... (begrijpen) toen pas wat de docenten mij (vertellen).

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Lesplan
- 10 minuten lezen

- terugblik: samenstelling

- nakijken huiswerk

- uitleg: samenstellingen

- aan de slag!
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Samenstelling
Twee woorden die samen een begrip vormen, noemen we een samenstelling.

--> broodjeszaak
--> frikandelbroodje
--> klassenuitje

Soms moet je een tussenletter gebruiken voor de juiste samenstelling.

Slide 27 - Slide

HW nakijken
Vorige week--> opdracht 1, 3, 4 & 5, blz. 142

Vandaag --> opdracht 1 t/m 5, blz. 144

Antwoorden staan in Teams, Apps, Classwork, Antwoorden NN

Klaar = theorie lezen op blz. 170

Slide 28 - Slide

Koppelteken & trema
Klassikaal lezen theorie, blz. 170

Maak opdracht 1 t/m 4, blz. 170

Klaar = nakijken & iets voor jezelf doen!

Voor antwoorden, zie Teams, Apps, Classwork

Slide 29 - Slide

Lesplan
- 10 minuten lezen

- hw nakijken

- werkwoordspelling
timer
10:00

Slide 30 - Slide

HW
Controleren
opdracht 1 t/m 4, blz. 170

Zie Teams, Apps, Classwork, Antwoorden NN, H6 Spelling - Koppelteken en trema

Slide 31 - Slide

Werkwoordspelling
Maak opdracht 8, blz. 144 & 
opdracht 5, blz. 173.




timer
10:00

Slide 32 - Slide

Oefenen!!
Ga naar Teams, Apps, Classwork, Extra oefenmateriaal SE-1.

Klik op de bovenste link --> werkwoordspelling.

Oefenen, oefenen, oefenen.

Slide 33 - Slide