Nieuw economisch plan (NEP):
Plan van Lenin
Boeren mochten een gedeelte van hun oogst verhandelen op de vrije markt (hierdoor steeg de productie)
Bankwezen, industrie en transport bleven in handen van de staat.
Er was economische groei maar het land bleef achterlopen.
1921 tot 1928
Planeconomie:
Plan van Stalin
Vijfjarenplan waarbij de staat bepaalde wat er geproduceerd moest worden.
Ontwikkeling van de zware industrie kreeg voorrang. Aan het begin viel de productie tegen maar later kwam deze op gang.
Doordat alles om de zware industrie ging was er geen plek voor consumptiegoederen.
Iedereen ging voor eigen productie.