This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.5 deel 2
Embryonale ontwikkeling
Slide 1 - Slide
wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige les: bevruchting
bespreken huiswerk: opdracht 28
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: embryonale ontwikkeling
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
Slide 2 - Slide
Waar vindt de bevruchting plaats?
A
in de baarmoeder
B
in de vagina
C
in de eileider
D
in de eierstok
Slide 3 - Quiz
waar vindt de innesteling plaats?
A
in de baarmoeder
B
in de vagina
C
in de eileider
D
in de eierstok
Slide 4 - Quiz
Rond welke dag van de menstruatiecyclus ben je het meest vruchtbaar?
A
dag 1
B
dag 7
C
dag 14
D
dag 21
Slide 5 - Quiz
Bespreken huiswerk
1) KIJKVRAGEN (straks bespreken tijdens uitleg)
2) Opgaven Paragraaf 4
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
HERHALING
Wanneer vindt waarschijnlijk de ovulatie plaats?
Wanneer verwacht ze haar volgende menstruatie?
Op welke dag heeft de bevruchting plaatsgevonden?
Wanneer wordt de babygeboren?
Slide 8 - Slide
Net als bij andere lichaamsdelen kan er iets mis zijn met de voortplantingsorganen van mannen en vrouwen. Zo kunnen de eileiders verstopt zijn door een bacteriële ontsteking. Ook kunnen er tumoren groeien in teelballen en eierstokken.
Slide 9 - Slide
Bespreken
Bij een vrouw zijn door een ontsteking de eileiders verstopt geraakt.
Kan deze vrouw nog zwanger worden? Leg je antwoord uit. Kan er nog een ovulatie optreden? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Slide
BESPREKEN
Eierstok naar arm getransplanteerd
Slide 11 - Slide
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je hoe het embryo zich na innesteling zich verder ontwikkelt
- weet je waaruit de placenta en navelstreng bestaat
- weet je hoe tweelingen ontstaan
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
embryonale ontwikkeling
Uit het klompje cellen dat in de baarmoeder is ingenesteld, ontstaat het embryo.
Het embryo haalt na innesteling zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed van de moeder dat in holtes in de baarmoederwand zit.
Tijdens de ontwikkeling van het embryo ontstaat de placenta.
Slide 14 - Slide
Zwangerschap
Embryo
Placenta
Navelstreng
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
placenta
bestaat uit weefsel van de moeder en van het embryo
bloed van de moeder stroomt langs bloed van het embryo: uitwisselen van stoffen(geen uitwisseling van bloed)
zuurstof en voedingsstoffen gaan van moeder naar embryo, koolstofdioxide en afvalstoffen gaan van embryo naar moeder
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
placenta
Ook schadelijke stoffen zoals alcohol, nicotine en drugs kunnen via de placenta naar het embryo gaan.
Roken en drinken is dus schadelijk voor de ongeboren baby!!
Slide 23 - Slide
navelstreng
Iets later in de ontwikkeling ontstaat de navelstreng. Deze verbindt het embryo met de placenta.
De navelstreng bestaat helemaal uit cellen van het embryo.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
navelstreng
De navelstreng bestaat uit 3 bloedvaten:
- 2 navelstreng-slagaders: hierin stroomt het bloed van het embryo naar de placenta; rijk aan koolstofdioxide en afvalstoffen
- 1 navelstreng-ader: stroomt van de placenta naar het embryo:
Slide 26 - Slide
vruchtwater
Hierin drijft het embryo.
Beschermt tegen uitdrogen en stoten.
Heeft een constante temperatuur.
Om het vruchtwater zitten 2 vruchtvliezen. Deze bestaan uit cellen van het embryo.
Slide 27 - Slide
Vanaf de derde maand wordt het embryo foetus genoemd.
Slide 28 - Slide
tweelingen
twee-eiige tweeling: ontstaan uit 2 bevruchte eicellen; tijdens de ovulatie zijn er 2 eicellen losgekomen die vervolgens allebei bevrucht zijn
een-enige tweeling: ontstaat uit 1 bevruchte eicel; de bevruchte eicel is uiteengevallen in 2 klompjes.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Vragen?
vragen?
Slide 31 - Slide
zelf aan de slag
Maken paragraaf 5.
Slide 32 - Slide
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je hoe het embryo zich na innesteling zich verder ontwikkelt
- weet je waaruit de placenta en navelstreng bestaat