3 vmbo-k/pm 2.5 deel 2 embryonale ontwikkeling

2.5 deel 2 
Embryonale ontwikkeling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.5 deel 2 
Embryonale ontwikkeling

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige les: bevruchting
bespreken huiswerk: opdracht 28
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: embryonale ontwikkeling
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Waar vindt de bevruchting plaats?
A
in de baarmoeder
B
in de vagina
C
in de eileider
D
in de eierstok

Slide 3 - Quiz

waar vindt de innesteling plaats?
A
in de baarmoeder
B
in de vagina
C
in de eileider
D
in de eierstok

Slide 4 - Quiz

Rond welke dag van de menstruatiecyclus ben je het meest vruchtbaar?
A
dag 1
B
dag 7
C
dag 14
D
dag 21

Slide 5 - Quiz

bespreken huiswerk
opdracht 28

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je hoe het embryo zich na innesteling zich verder ontwikkelt
- weet je waaruit de placenta en navelstreng bestaat
- weet je hoe tweelingen ontstaan

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

embryonale ontwikkeling
Uit het klompje cellen dat in de baarmoeder is ingenesteld, ontstaat het embryo.

Het embryo haalt na innesteling zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed van de moeder dat in holtes in de baarmoederwand zit.

Tijdens de ontwikkeling van het embryo ontstaat de placenta.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

placenta
bestaat uit weefsel van de moeder en van het embryo

bloed van de moeder stroomt langs bloed van het embryo: uitwisselen van stoffen (geen uitwisseling van bloed)

zuurstof en voedingsstoffen gaan van moeder naar embryo, koolstofdioxide en afvalstoffen gaan van embryo naar moeder

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

placenta
Ook schadelijke stoffen zoals alcohol, nicotine en drugs kunnen via de placenta naar het embryo gaan.

Roken en drinken is dus schadelijk voor de ongeboren baby!!

Slide 17 - Slide

navelstreng
Iets later in de ontwikkeling ontstaat de navelstreng. Deze verbindt het embryo met de placenta.

De navelstreng bestaat helemaal uit cellen van het embryo.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

navelstreng
De navelstreng bestaat uit 3 bloedvaten:
- 2 navelstreng-slagaders: hierin stroomt het bloed van het embryo naar de placenta; rijk aan koolstofdioxide en afvalstoffen
- 1 navelstreng-ader: stroomt van de placenta naar het embryo: 

Slide 20 - Slide

vruchtwater
Hierin drijft het embryo.
Beschermt tegen uitdrogen en stoten.

Heeft een constante temperatuur.

Om het vruchtwater zitten 2 vruchtvliezen. Deze bestaan uit cellen van het embryo.

Slide 21 - Slide

Vanaf de derde maand wordt het embryo foetus genoemd.

Slide 22 - Slide

tweelingen
twee-eiige tweeling: ontstaan uit 2 bevruchte eicellen; tijdens de ovulatie zijn er 2 eicellen losgekomen die vervolgens allebei bevrucht zijn

een-enige tweeling: ontstaat uit 1 bevruchte eicel; de bevruchte eicel is uiteengevallen in 2 klompjes.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vragen?
vragen?

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag
geen huiswerk

Slide 26 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je hoe het embryo zich na innesteling zich verder ontwikkelt
- weet je waaruit de placenta en navelstreng bestaat
- weet je hoe tweelingen ontstaan

Slide 27 - Slide