This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
1. De wortel
2. De stengel
3. Het blad
4. De fotosynthese
Plantkunde de stengel - les 2
Slide 1 - Slide
In deze les leer je....
Wat de twee functies van stengels zijn
Waar de bastvaten/houtvaten voor zijn
In een afbeelding de jaarringen aan te wijzen
Aan te geven waar de jongste en oudste jaarringen liggen
Aan te geven of omgevingsfactoren gunstig of ongunstig waren
Tip: schrijf vragen op om te stellen bij de les!
Slide 2 - Slide
wat weet je al?
Twee functies van de stengel
- het dragen van de bloemen
- de transport van water en andere stoffen door de vaatbundels
Slide 3 - Slide
Het dragen van de bloemen
Zoals op de plaatjes hier rechts te zien is 'draagt de stengel de bloem'.
De bloem is enorm belangrijk voor de plant omdat deze voor de voortplanting zorgt!
Dit bespreken we bij de bloemen later dit jaar!
Slide 4 - Slide
Transport van water en bruikbare stoffen gaat door de vaatbundels
Als je een stengel bleekselderij overdwars doorsnijdt, zie je donkergroene stippen. Dat zijn de vaatbundels!
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat vervoeren de houtvaten en in welke richting?
A
Water en mineralen, omhoog
B
Water en mineralen, omlaag
C
Water met voedingsstoffen. omhoog
D
Water met voedingsstoffen, omlaag
Slide 8 - Quiz
Wat vervoeren de bastvaten en in welke richting?
A
Water en mineralen, omhoog
B
Water en mineralen, omlaag
C
Water met voedingsstoffen, omhoog
D
Water met voedingsstoffen, omlaag
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Jaarringen
Als je een boom doorzaagt en vanaf boven op de stam kijkt dan zie je een afbeelding zoals hier rechts. Je ziet hierin allemaal ringen. Deze worden jaarringen genoemd.
Slide 11 - Slide
Jaarring
Jaarring
Jaarring
Jaarring
Je ziet dat een jaarring bestaat uit een 'donkere ring en een lichtere ring'
Slide 12 - Slide
Jaarringen
Een jaarring geeft dus in feite aan hoe veel hout er is bijgekomen in een jaar. Een jonge boom is dunner dan een oude boom, dus de jaarringen binnenin zijn ouder dan de jaarringen aan de buitenkant.
Slide 13 - Slide
Waar liggen de nieuwste jaarringen?
1
2
A
Op locatie 1, in het midden van de stam
B
Op locatie 2, aan de buitenkant van de stam
Slide 14 - Quiz
Aan de jaarringen kun je zien of de omgevingsfactoren van de boom gunstig of ongunstig waren
We hebben geleerd dat een jaarring de hoeveelheid hout is die er per jaar bijgekomen is. Hoe veel de boom gegroeid is.
Slide 15 - Slide
Als de boom bijvoorbeeld veel zon en water heeft gehad heeft deze veel kunnen groeien en zal de jaaring dik zijn.
Als de boom weinig zon of water heeft gehad of bijvoorbeeld een brand heeft meegemaakt groeit de boom weinig dat jaar, de jaarring zal dun zijn.
Slide 16 - Slide
Welke uitspraak is correct?
A
In jaar 3 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 4
B
In jaar 1 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 3
C
In jaar 2 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 3
D
Er is zeker in jaar 3 een brand geweest
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
EVEN HERHALEN...
Slide 19 - Slide
Wat vervoeren de bastvaten en in welke richting?
A
Water en mineralen, omhoog
B
Water en mineralen, omlaag
C
Water met voedingsstoffen, omhoog
D
Water met voedingsstoffen, omlaag
Slide 20 - Quiz
Wat vervoeren de houtvaten en in welke richting?
A
Water en mineralen, omhoog
B
Water en mineralen, omlaag
C
Water met voedingsstoffen, omhoog
D
Water met voedingsstoffen, omlaag
Slide 21 - Quiz
Waar liggen de nieuwste jaarringen?
1
2
A
Op locatie 1, in het midden van de stam
B
Op locatie 2, aan de buitenkant van de stam
Slide 22 - Quiz
Welke uitspraak is correct?
A
In jaar 3 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 4
B
In jaar 1 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 3
C
In jaar 2 waren de omgevingsfactoren gunstiger dan in jaar 3
D
Er is zeker in jaar 3 een brand geweest
Slide 23 - Quiz
Nu weet je....
Wat de twee functies van stengels zijn
Waar de bastvaten/houtvaten(cambium) voor zijn
In een afbeelding de jaarringen aan te wijzen
Aan te geven waar de jongste en oudste jaarringen liggen
Aan te geven of omgevingsfactoren gunstig of ongunstig waren