Neem plaats, leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
Pak je leesboek en ga even lezen tot ik de les start.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom!
Neem plaats, leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
Pak je leesboek en ga even lezen tot ik de les start.
Slide 1 - Slide
Mededelingen en programma
Huiswerk voor na de toetsweek: kies een nieuw boek voor je fictieopdracht en zorg dat je deze vanaf de eerste les weer bij je hebt.
Vanaf dan starten we de les met 15 minuten lezen. Boek niet bij = leestijd inhalen.
Slide 2 - Slide
Lezen H4-6
Even checken! Schrijf op, zonder je boek te openen:
Noem de vier tekstverbanden.
Noem bij elk verband zeker twee signaalwoorden,
Noem de vier tekstdoelen en noem bij elk tekstdoel een voorbeeld van een medium waar je zo'n tekst kan tegenkomen.
Noem de vier doelen van afbeeldingen/illustraties en bij elk doel een voorbeeld van een medium.
Slide 3 - Slide
Lezen H4-6
De antwoorden:
De vier verbanden: chronologisch (op volgorde van tijd), opsommend, tegenstellend, toelichtend.
Twee signaalwoorden bij elk: Chronologisch: vroeger, later, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort, jaartallen en data. Opsommend: ten eerste/tweede/.., om te beginnen, bovendien, tenslotte, ook (nog), verder, en, getallen, opsommingssymbolen (zoals de bolletjes), streepjes. Tegenstellend: maar, daarentegen, tegenover, echter, toch, hoewel, ondanks, ofschoon, hoe dan ook, aan de ene kant .. aan de andere kant. Toelichtend: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
Vier doelen afbeeldingen en mogelijke voorbeelden: Verfraaien - tekeningen in (kinder)boeken Aandacht trekken - foto op voorpagina's Verduidelijken - tabellen, grafieken Aanvullen - landkaarten, routes
Slide 5 - Slide
Huiswerk
Het huiswerk: opdracht 5, blz. 136.
1. kopen (in de uitverkoop)
2. eigen antwoord
3. a gezwicht (al. 1): bezweken; toch gedaan hoewel je niet wilde, b. aangetoond (al. 3): bewezen, c lasten (al. 3): kosten, d investeren (al. 3): geld inzetten met als doel geld te verdienen, e afwegingen (al. 4): gedachten over wat het beste is, f status (al. 4): maatschappelijk aanzien, g om de tuin leiden (al. 6): bedriegen; foppen, h geneigd zijn (al. 8): bereid zijn; willen, i genoegen nemen met (al. 8): tevreden zijn met
4. alinea 1 en 2 – In deze alinea’s maakt de schrijver duidelijk wat het onderwerp van de tekst is; de laatste zin van alinea 2 bevat de hoofdgedachte.
5. Economisch gedrag is het nemen van financiële beslissingen (over belangrijke en minder belangrijke zaken).
6. Het zijn voorbeelden van belangrijke beslissingen die financieel onlogisch en onverstandig zijn.
9. Omdat je niet verwacht dat de proefpersonen voor de grote schaal zouden kiezen: ze wisten dat de kleine schaal meer kans op succes bood.
10. B Iets lijkt soms heel veel of heel goedkoop, maar dat is niet zo. (alinea 6) en D We vergeten meestal even goed te rekenen. (alinea 7)
11. Ja, de tekst wordt goed afgesloten met alinea 8. – toelichting: In alinea 8 wordt het middenstuk van de tekst samengevat (waarin staat waarom mensen zich zo makkelijk laten verleiden om iets in de uitverkoop te kopen). Een samenvatting is een van de manieren om een tekst af te sluiten.
12. B Mensen gebruiken maar in weinig gevallen hun gezonde verstand bij het doen van aankopen.
13. Het belangrijkste doel van deze tekst is informeren. – toelichting: De schrijver wil de lezer laten weten hoe het komt dat mensen zich zo makkelijk laten verleiden om iets in de uitverkoop te kopen.
Slide 7 - Slide
Huiswerk
Opdracht 4. Blz 166.
1. ijsbaden // behandelingen met ijs/kou
2. eigen antwoord
3. deel 1: Steeds populairder – alinea 2, deel 2: Gezonder? – alinea 4, deel 3: Behandeling met kou – alinea 6, deel 4: Val je af van kou? – alinea 8
4. a zweren bij (al. 1): sterk geloven in, b. heilzaam (al. 1): gezond, c. zich blootstellen aan (al. 2): (bewust) in aanraking komen met, d. trotseren (al. 4): bestand zijn tegen, e. baat (al. 4): voordeel, f sturen (al. 5): beïnvloeden, g gewenning (al. 8): aanpassing, h. in de kinderschoenen staan (al. 9): nog maar pas begonnen zijn, 5. Ook steeds meer niet-sporters / gewone mensen denken dat een ijsbad gezond voor hen is.
6. Zij zijn wetenschappers en vinden dat er meer onderzoek nodig is (om te kunnen zeggen dat de methode van Wim Hof invloed goed is voor je gezondheid).
7. Omdat bij een normale sauna de temperatuur omhoog gaat. Bij de cryosauna gaat de temperatuur juist omlaag.
8. chronologisch verband; signaalwoorden: Een jaar geleden, laatst, na (een serie bezoeken)
9. gewichtsverlies – Zie de zin: ‘Ik merk dat steeds meer mensen interesse tonen, al zal dat ook komen omdat je van het bezoek aan een cryosauna afvalt.’ (laatste zin alinea 8)
Slide 8 - Slide
Huiswerk
10. a extreme kou → b een bepaalde vetsoort in ons lichaam wordt geactiveerd → c er ontstaat gewichtsverlies
NB. Het onderzoek moet uitwijzen of deze keten van oorzaak en gevolg juist is.
11. Ja, alinea 9 is een goede slotalinea. – toelichting: De schrijver kijkt terug op de tekst en trekt er een conclusie uit. Aan het eind ervan staat een vooruitblik en dat is ook iets wat vaak in een slotalinea voorkomt.
12. de aandacht van de lezer trekken – toelichting: Een man in een bak met ijsblokjes is iets bijzonders.