Paragraaf 2.4: Vorsten met absolute macht (deel 2)

Paragraaf 2.4: Vorsten met absolute macht (deel 2)
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.4: Vorsten met absolute macht (deel 2)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Donkere Eeuwen
Vroege middeleeuwen = koning zwak:
-> Weinig geld in omloop.

Edelen nodig voor oorlog te kunnen voeren.
-> In ruil daarvoor een stuk land + 
     inkomsten (leenstelsel).
Het is tijd voor verandering!

Slide 4 - Slide

Lodewijk XIV: Le Roi du Soleil

Slide 5 - Slide

Je suis France
Lodewijk XIV had absolute macht:

  • Nam alle besluiten. πŸ—³οΈ
  • Baas over ministers en ambtenaren. πŸ‘¨β€βš–οΈ
  • Hoogste rechter. πŸ§‘β€βš–οΈ

Slide 6 - Slide

Je suis France
Lodewijk XIV had absolute macht:

  • Nam alle besluiten. πŸ—³οΈ
  • Baas over ministers en ambtenaren. πŸ‘¨β€βš–οΈ
  • Hoogste rechter. πŸ§‘β€βš–οΈ

Slide 7 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

1. Belangrijke edelen dicht in 
    de buurt houden.

Paleis van Versailles is een gouden kooi.
-> Opstand te voorkomen. πŸ—‘οΈ

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

2. Verbeter de economie zodat 
    er meer belastingen binnen-
    komen. πŸ’°

-> Groter leger, meer ambte-
      naren en groot paleis. 

Slide 13 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

3. Wordt door God uitgekozen 
     om over je onderdanen te 
     regeren. ✝️
= droit divin (Goddelijk recht).

-> Hij is onaantastbaar. πŸ‘‘

Slide 14 - Slide

Géén ruimte voor andere geloven binnen het absolutisme!

3. Wordt door God uitgekozen 
     om over je onderdanen te 
     regeren. ✝️
= droit divin (Goddelijk recht).

-> Hij is onaantastbaar. πŸ‘‘

Slide 15 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. βš”οΈ

Staand leger β‰  huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 16 - Slide

400.000 goed getrainde soldaten!

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. βš”οΈ

Staand leger β‰  huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 17 - Slide

Frederik I van Pruisen: Soldatenkoning

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. βš”οΈ

Staand leger β‰  huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 18 - Slide

Peter de Grote
Rusland liep heel erg achter op het westen, Peter wilde zijn land moderniseren. 

--> goed getraind leger, vergroot grondgebied 
--> verbetering infrastructuur
--> nieuwe hoofdstad 

Slide 19 - Slide

Peterhof

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Tsaar Peter de Grote

Andere 17e-eeuwse vorsten?

Heden en verleden?

Lees de tekst in stilte en maak de opdrachten. πŸ–ŠοΈ
timer
6:00

Slide 22 - Slide

Welke koning wordt ook wel de zonnekoning genoemd?
A
Peter de Grote
B
Willem van Oranje
C
Lodewijk XIV
D
Frederik I

Slide 23 - Quiz

Frankrijk
Rusland
Republiek

Lodewijk XIV
Willem III
Peter de Grote
Liep economisch achter.
Tsaar
Paleis van Versailles
Sint-Petersburg
Stadhouder
Staten
Regenten

Slide 24 - Drag question

1
2
3
4
Peter de Grote
Lodewijk XIV
Frederik I
Willem III
Rusland
Pruisen
Republiek
Frankrijk

Slide 25 - Drag question

Lodewijk XIV
  • Halverewege 17e eeuw --> absolute macht
  • Absolutisme = vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft

Slide 26 - Slide

Lodewijk XIV
  • Besturen vanuit Versailles
  • Belasting heffen
  • Wetten maken
  • Hoogste rechter --> zijn wil was wet
  • Adel in Versailles wonen --> iedereen in de gaten houden
  • Groot leger

Slide 27 - Slide

Absolutisme was normaal
  • Koning macht van god gekregen 
  • Koning was hierdoor onaantastbaar

  • Lodewijk XIV niet enige machtige koning
  • Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen volgde zijn voorbeeld

Slide 28 - Slide

Rusland
  • Tsaar Peter de Grote 
  • Rusland liep achter op rest Europese landen
  • Liet zich bijscholen... sindsdien:
  • Haven laten aanleggen
  • Academie voor zeelui
  • Groot leger
  • Veel land veroverd.

Slide 29 - Slide

Ga aan de slag!

Paragraaf 2.4
Opdrachten: 2, 4 t/m 8, 12
Nadruk formuleren: opdracht 2, 4, 6




Slide 30 - Slide

Hoe werd Lodewijk XIV rijker?
A
Belasting
B
Geld lenen van andere landen

Slide 31 - Quiz

Hoe heette de vorst van Rusland
A
Lodewijk de XIV
B
Peter de Grote

Slide 32 - Quiz

Het bestuur van de Republiek was bijzonder omdat het geen koning had
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Wie hadden de macht in de republiek
A
Koning
B
Adel
C
Regenten

Slide 34 - Quiz

Wie had de leiding over het leger
A
Stadhouder
B
Raadspensionaris

Slide 35 - Quiz

Wanneer was het rampjaar?
A
1672
B
1650

Slide 36 - Quiz

wat is absolutisme
A
Iedereen heeft macht
B
Alleen de regenten hebben macht
C
De koning heeft alle macht

Slide 37 - Quiz

een monarchie is een land waar de koning de macht heeft
A
Juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Welk begrip zie je hier?
A
Oostzeevaart
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
VOC

Slide 39 - Quiz