Paragraaf 5.4: Machtige koningen (deel 2)

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 6 van §5.4.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 6 van §5.4.

Slide 1 - Slide

Paragraaf 5.4: Machtige koningen (deel 2)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.
  • Je kunt uitleggen hoe de Gouden Eeuw tot een einde kwam.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 3 - Slide

Absolutisme
Geen Absolutisme
Alle macht voor de vorst.
Koning baas van leger.
Wetten invoeren in parlement.
Edelen die helpen regeren.
Het Goddelijk recht van de koning.

Slide 4 - Drag question

Welke koning wordt ook wel de zonnekoning genoemd?
A
Peter de Grote
B
Willem van Oranje
C
Lodewijk XIV
D
Frederik I

Slide 5 - Quiz

Lodewijk XIV: Le Roi du Soleil

Slide 6 - Slide

Je suis France
Lodewijk XIV had absolute macht:

  • Nam alle besluiten. 🗳️
  • Baas over ministers en ambtenaren. 👨‍⚖️
  • Hoogste rechter. 🧑‍⚖️

Slide 7 - Slide

Je suis France
Lodewijk XIV had absolute macht:

  • Nam alle besluiten. 🗳️
  • Baas over ministers en ambtenaren. 👨‍⚖️
  • Hoogste rechter. 🧑‍⚖️

Slide 8 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

1. Belangrijke edelen dicht in 
    de buurt houden.

Paleis van Versailles is een gouden kooi.
-> Opstand te voorkomen. 🗡️

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

2. Verbeter de economie zodat 
    er meer belastingen binnen-
    komen. 💰

-> Groter leger, meer ambte-
      naren en groot paleis. 

Slide 15 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

3. Wordt door God uitgekozen 
     om over je onderdanen te 
     regeren. ✝️
= droit divin (Goddelijk recht).

-> Hij is onaantastbaar. 👑

Slide 16 - Slide

Géén ruimte voor andere geloven binnen het absolutisme!

3. Wordt door God uitgekozen 
     om over je onderdanen te 
     regeren. ✝️
= droit divin (Goddelijk recht).

-> Hij is onaantastbaar. 👑

Slide 17 - Slide

Hoe behoudt je de macht?

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. ⚔️

Staand leger ≠ huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 18 - Slide

400.000 goed getrainde soldaten!

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. ⚔️

Staand leger ≠ huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 19 - Slide

Frederik I van Pruisen: Soldatenkoning

4. Wordt de baas over een 
     groot (staand) leger. ⚔️

Staand leger ≠ huurleger !!!

= Permanent leger.

Slide 20 - Slide

Gewestelijke Staten:
- Het bestuur van een gewest.
- Hoge edelen + afgevaardigden van stad en platteland.
- Géén centraal bestuur!
Stadhouder:
- Aanvoerder leger en vloot.
- Maurits van Oranje.
Staten-Generaal:
- Afgevaardigden 
  gewesten.
- Samen beslissen over 
  buitenlandse politiek + 
  verdediging land.

Slide 21 - Slide

Vul de woorden in op de juiste plaats.

Dit is koning ................................................... van ................................................... . Hij


was een ................................................... en hoefde ................................................... af 

te leggen. Hij was ................................................... . Niemand mocht iets doen 


zonder zijn ................................................... .
aangewezen door God.
absoluut vorst
Lodewijk XIV
geen verantwoording
toestemming
Frankrijk

Slide 22 - Drag question

Absolutisme
Versailles
Staten-Generaal
Republiek
Regenten
Lodewijk XIV

Slide 23 - Drag question

Frankrijk
Pruisen

Republiek

Lodewijk XIV
Willem III
Sterk leger.
Frederik I
Paleis van Versailles
Berlijn
Stadhouder
Staten
Regenten

Slide 24 - Drag question

Opdrachten maken (hw)
Wat? Opdracht 7 t/m 11 van §5.4. 
Hoe? Zelfstandig.
Hulp? Buurman/-vrouw of docent.
Tijd? 6 minuten (samen nakijken).
Klaar? Maak de test jezelf  van §5.4.



timer
6:00

Slide 25 - Slide

Lodewijk XIV
  • Halverewege 17e eeuw --> absolute macht
  • Absolutisme = vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft

Slide 26 - Slide

Lodewijk XIV
  • Besturen vanuit Versailles
  • Belasting heffen
  • Wetten maken
  • Hoogste rechter --> zijn wil was wet
  • Adel in Versailles wonen --> iedereen in de gaten houden
  • Groot leger

Slide 27 - Slide

Absolutisme was normaal
  • Koning macht van god gekregen 
  • Koning was hierdoor onaantastbaar

  • Lodewijk XIV niet enige machtige koning
  • Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen volgde zijn voorbeeld

Slide 28 - Slide

Rusland
  • Tsaar Peter de Grote 
  • Rusland liep achter op rest Europese landen
  • Liet zich bijscholen... sindsdien:
  • Haven laten aanleggen
  • Academie voor zeelui
  • Groot leger
  • Veel land veroverd.

Slide 29 - Slide

Ga aan de slag!

Maak opdracht 5 t/m 10 van paragraaf 2.4.
+
Maak test jezelf  van paragraaf 2.4.



Slide 30 - Slide

Hoe werd Lodewijk XIV rijker?
A
Belasting
B
Geld lenen van andere landen

Slide 31 - Quiz

Hoe heette de vorst van Rusland
A
Lodewijk de XIV
B
Peter de Grote

Slide 32 - Quiz

Het bestuur van de Republiek was bijzonder omdat het geen koning had
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Wie hadden de macht in de republiek
A
Koning
B
Adel
C
Regenten

Slide 34 - Quiz

Wie had de leiding over het leger
A
Stadhouder
B
Raadspensionaris

Slide 35 - Quiz

Wanneer was het rampjaar?
A
1672
B
1650

Slide 36 - Quiz

wat is absolutisme
A
Iedereen heeft macht
B
Alleen de regenten hebben macht
C
De koning heeft alle macht

Slide 37 - Quiz

een monarchie is een land waar de koning de macht heeft
A
Juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Welk begrip zie je hier?
A
Oostzeevaart
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
VOC

Slide 39 - Quiz