Spelling par. 3: lastige gevallen in de werkwoordspelling

Spelling: Lastige gevallen in de werkwoordspelling
  • Homofoon
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling: Lastige gevallen in de werkwoordspelling
  • Homofoon

Slide 1 - Slide

-d of -dt?
  • pvtt: ik-vorm of ik-vorm + t?
  • Stap 1: Bepaal welk onderwerp er bij de persoonsvorm hoort.
  • Stap 2: Beslis of je ik-vorm of ik-vorm + t moet spellen (blz. 286).
  • !!: Bij werkwoorden waar geen d in zit, krijg je nooit -dt! Een vorm als *besteldt kan niet bestaan, want in bestellen zit geen d.


Slide 2 - Slide

Welke vorm is juist?
Volgens de buschaffeur vind/vindt je wel een plattegrond in de brochure van de VVV.
A
vind
B
vindt

Slide 3 - Quiz

Welke vorm is juist?
Je bind/bindt je spulletjes toch wel goed vast als je ze op een bakfiets gaat verhuizen?
A
bind
B
bindt

Slide 4 - Quiz

Welke vorm is juist?
Bij een programma over de geschiedenis van televisie werd een liedje vertoond uit de Mini Playbackshow: 'Later als je groot bent, word/wordt jij ook een ster.'
A
word
B
wordt

Slide 5 - Quiz

Welke vorm is juist?
Zonder extra te trainen red/redt ik het zeker niet in het eerste team.
A
red
B
redt

Slide 6 - Quiz

Welke vorm is juist?
Word/Wordt je baas eigenlijk snel kwaad als een van de scholieren te laat komt?
A
Word
B
Wordt

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is juist?
Als je met vuur speelt, moet je altijd oppassen dat je je vingers niet brand/brandt.
A
brand
B
brandt

Slide 8 - Quiz

-d of -t?
  • pvtt of volt. dw?
  • Stap 1: Verander de zin van tijd. Een persoonsvorm verandert dan (bestelt -> bestelde), een voltooid deelwoord verandert niet.
  • Stap 2: Pas uit het schema op pagina 286 de regel voor pvtt of volt. dw toe. 


Slide 9 - Slide

Welke vorm is juist?
Elke week bezorgd/bezorgt de 65+'er enkele honderden folders.
A
bezorgd
B
bezorgt

Slide 10 - Quiz

Welke vorm is juist?
De intercity uit Amsterdam is ontspoord/ontspoort vlak voor hij station Leiden bereikte.
A
ontspoord
B
ontspoort

Slide 11 - Quiz

Welke vorm is juist?
Welke minister heeft de leraren beloofd/belooft dat hij iets aan hun grote werkdruk zou doen?
A
beloofd
B
belooft

Slide 12 - Quiz

Welke vorm is juist?
Met mij heeft natuurlijk weer niemand overlegd/overlegt over de vakantiebestemming.
A
overlegd
B
overlegt

Slide 13 - Quiz

Welke vorm is juist?
Wie bepaald/bepaalt de inhoud van het blad Rail Magazine?
A
bepaald
B
bepaalt

Slide 14 - Quiz

Welke vorm is juist?
In de gevangenis verhoord/verhoort inspecteur Rademakers de arrestant.
A
verhoord
B
verhoort

Slide 15 - Quiz

-de(n) of -dde(n), -te(n) of -tte(n)?
  • pvvt of niet? Alleen bij pvvt komen -dde(n) en -tte(n) voor.
  • In andere gevallen spel je vrijwel altijd -de(n) of -te(n), behalve als de infinitief -dd of -tt bevat (schudden, jatten) -> geschudde, gejatte
  • !!: Alleen bij werkwoorden waar al een d of een t in de ik-vorm zit, krijg je -dde(n) of -tte(n): ik vermoed - ik vermoedde; ik zucht - wij zuchtten


Slide 16 - Slide

Welke vorm is juist?
De gelauwerde schrijver verlootte/verlote zijn geldprijs onder tien debuterende auteurs.
A
verlootte
B
verlote

Slide 17 - Quiz

Welke vorm is juist?
Het verbaasde ons dat de krant niets vermeldde/vermelde over het incident.
A
vermeldde
B
vermelde

Slide 18 - Quiz

Welke vorm is juist?
De door Mario bereidde/bereide pizza's zijn de lekkerste die er in deze stad te koop zijn.
A
bereidde
B
bereide

Slide 19 - Quiz

Welke vorm is juist?
Waar is die door extremisten vermoordde/vermoorde politicus eigenlijk begraven?
A
vermoordde
B
vermoorde

Slide 20 - Quiz

Welke vorm is juist?
Op de Col d'Aubisque vergrootte/vergrote de leider in het klassement zijn voorsprong.
A
vergrootte
B
vergrote

Slide 21 - Quiz

Welke vorm is juist?
Als gevolg van de door ruzies verpeste/verpestte sfeer werd het feest geen succes.
A
verpeste
B
verpestte

Slide 22 - Quiz