Toets

Qv=-0,5P+10 Qa=4,5P-30
Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
1 / 14
next
Slide 1: Open question
Middelbare school

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Qv=-0,5P+10 Qa=4,5P-30
Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Slide 1 - Open question

Qv=-0,2P+500 Qa=0,5P-200
Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Slide 2 - Open question

Qv=-0,5P+10 Qa=4,5P-30
Wat is er aan de hand bij een prijs van 14, en wat zal er gaan gebeuren?

Slide 3 - Open question

Q =p-100
A
Dit is een vraaglijn
B
Dit is een aanbodlijn
C
Dit is een budgetlijn
D
Ik heb geen idee wat dit is

Slide 4 - Quiz

Q =-0,5p+200
A
Dit is een vraaglijn
B
Dit is een aanbodlijn
C
Dit is een budgetlijn
D
Ik heb geen idee wat dit is

Slide 5 - Quiz

Als de vraag naar een goed toeneemt...
A
Verschuift de vraaglijn naar rechts.
B
Verschuift de vraaglijn naar links

Slide 6 - Quiz

De vraaglijn verschuift naar links, dit kan het gevolg zijn van:
A
een hogere koopkracht
B
een prijsstijging
C
een daling van het aantal inwoners
D
het verdwijnen van concurrenten

Slide 7 - Quiz

Stel de functie van de vraaglijn naar een product is:
Qv = –15p + 55. Gegeven prijs is € 2,50.

Wat is de gevraagde hoeveelheid?
A
82,5
B
18
C
92,5
D
17,5

Slide 8 - Quiz

Stel de functie van de vraaglijn naar een product is:
Qv = –15p + 525. Gegeven de gevraagde hoeveelheid is 300

Wat is de prijs?
A
€15,-
B
15
C
€55,-
D
55

Slide 9 - Quiz

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
A
Hoe hoger de prijs, hoe meer er gevraagd wordt
B
Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
C
Omdat de aanbodlijn stijgt
D
Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Slide 10 - Quiz

De vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid van dat goed.
A
Dit is voor elk goed hetzelfde.
B
Dit is voor elk goed anders.

Slide 11 - Quiz

De vraaglijn van een product verschuift in een jaar evenwijdig naar links. Twee mogelijke oorzaken van deze verschuiving zijn:
1. een prijsdaling van het goed zelf.
2. een prijsdaling bij een substitutiegoed.
Welke van de twee oorzaken is/zijn mogelijk?

A
Beide oorzaken zijn mogelijk.
B
Alleen oorzaak 1 is mogelijk.
C
Alleen oorzaak 2 is mogelijk.
D
Geen van beide oorzaken is mogelijk.

Slide 12 - Quiz

Als er steeds meer oogsten mislukken, verschuift de aanbodlijn van producten naar...
A
Rechts
B
Links

Slide 13 - Quiz

I Door verhoging van de benzineprijzen zal de aanbodlijn van dure auto's naar links verschuiven.
II Door de strenge winter zal de vraag naar energie naar rechts verschuiven.
A
Beide beweringen zijn juist .
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.

Slide 14 - Quiz