This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Vandaag
- Vragen over de stof van de vorige lessen
- Leerdoelen 1.4
- Uitleg 1.4
- Huiswerk
Slide 1 - Slide
Vragen
- Je pakt je telefoon erbij en komt in LessonUp
- Je gaat de volgende vragen beantwoorden
- Ik ga bijhouden wie er mee doet en wie niet, gebruik dus je eigen naam
- Ga je andere dingen op je telefoon doen dan lever je je telefoon in
- Voor meerkeuzevragen heb je 20 seconden, andere vragen langer
Slide 2 - Slide
Wat is dichtheid?
A
het aantal gram per cm3
B
het aantal cm3 per gram
C
de botsende moleculen op het oppervlak
D
het aantal atomen per molecuul
Slide 3 - Quiz
Wat wordt kleiner bij het verwarmen van een stof?
A
Moleculen
B
Bindingen
C
Vanderwaalskrachten
D
Atomen
Slide 4 - Quiz
Wat is de temperatuur van het absolute nulpunt?
A
273
B
273 graden Celsius
C
-273
D
-273 graden Celsius
Slide 5 - Quiz
Wat is druk?
A
Botsende deeltjes
B
De kracht
C
Kracht van botsende deeltjes op het oppervlak
D
Aantal deeltjes dat botst op het oppervlak
Slide 6 - Quiz
Wat is de dichtheid van water? Water is een vloeistof, kijk dus in het tabel met gegevens van enkele vloeistoffen
Slide 7 - Open question
Wat zal magnesium gaan doen in water? magnesium is een vaste stof. Zoek de dichtheid op in de BINAS
Slide 8 - Open question
In welke fase zijn de vanderwaalskrachten het sterkst?
A
gas
B
vloeibaar
C
vast
D
smelten
Slide 9 - Quiz
Waaruit bestaan moleculen?
Slide 10 - Open question
In welke fase bewegen de moleculen los van elkaar?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
dat doen ze nooit
Slide 11 - Quiz
Hoe heet de faseovergang van vast naar vloeibaar?
A
smelten
B
verdampen
C
vervluchtigen
D
stollen
Slide 12 - Quiz
Hoe heet de faseovergang van vast naar gas?
A
smelten
B
verdampen
C
vervluchtigen
D
stollen
Slide 13 - Quiz
Waarmee vergroot je de verdampingssnelheid niet?
A
oppervlak van de vloeistof vergroten
B
een warmere temperatuur
C
goed ventileren
D
oppervlak van de vloeistof verkleinen
Slide 14 - Quiz
Welke richting werken de vanderwaalskrachten in een bindmiddel?
A
tegenovergestelde richting
B
dezelfde richting
C
links
D
rechts
Slide 15 - Quiz
De kracht van de botsende moleculen op een wand is 130 N. De oppervlakte van de wand is 0,50 m2. Bereken de druk op de wand.
Schrijf alle stappen op: 1) gegevens 2) gevraagd 3) formule 4) berekening 5) antwoord
Slide 16 - Open question
De dichtheid van water is 1,00 g/cm3. Leg uit wat er met eikenhout gebeurt als we dat in het water leggen. Gebruik de binas!
Slide 17 - Open question
De juiste formule van dichtheid is?
A
P = V : M
B
P = M : V
C
P = M x V
D
P = V x M
Slide 18 - Quiz
Bereken de dichtheid van een massief voorwerp met een massa van 10 gram en een volume van 19,5 cm3.
Schrijf alle stappen op: 1) gegevens 2) gevraagd 3) formule 4) berekening 5) antwoord
Slide 19 - Open question
1.4 materialen gebruiken
Materialen moeten de juiste eigenschappen hebben om ergens voor gebruikt te worden.
Een harnas van ijzer beschermt bijvoorbeeld wel maar is heel erg zwaar. Kogelvrije vesten zijn een stuk lichter en beschermen ook.
Stofeigenschappen kunnen kleur, geur, smaak, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, dichtheid, brandbaarheid, kookpunt, smeltpunt, fase bij een bepaalde temperatuur en magnetisme zijn.
Slide 20 - Slide
1.4 materialen gebruiken
Soms hebben metalen niet helemaal de juiste eigenschappen, dan kunnen we ze verhitten en mengen. Zo'n mengsel van metalen noem je een legering.
Zoek op in de BINAS waaruit duraluminium bestaat en waar het voor gebruikt wordt.
Slide 21 - Slide
1.4 materialen gebruiken
De temperatuur waarbij een stof smelt is de smeltemperatuur, deze kan je in de BINAS vinden. Deze wordt gegeven in Kelvin (K).
0 K is het absolute nulpunt (dus -273 graden Celsius)
Graden Celsius = graden Kelvin - 273
Wat is het smeltpunt van magnesium in graden Celsius?
Slide 22 - Slide
1.4 materialen gebruiken
Wat is het smeltpunt van magnesium in graden Celsius?
BINAS: 922 Kelvin
graden Celsius = 922 - 273 = 649 graden Celsius
Welke fase heeft magnesium onder 649 graden Celsius?
Slide 23 - Slide
1.4 materialen gebruiken
Composiet is een kunststof dat wordt versterkt door vezels
- Aramidecomposiet wordt gebruikt in kogelwerende vesten
- koolstofvezelcomposiet wordt gebruikt bij racefietsen en raceauto's
- glasvezelcomposiet wordt gebruikt in constructies van vliegtuigen, snelle boten, bruggen en silo's
Slide 24 - Slide
Wat is geen voorbeeld van een stofeigenschap?
A
kleur
B
kookpunt
C
vorm
D
geur
Slide 25 - Quiz
Wat is een legering?
Slide 26 - Open question
Zoek op in de binas welke legering uit tin en lood bestaat
Slide 27 - Open question
Wat is het smeltpunt van porselein in graden Celsius? Gebruik de binas