NaSk jaar 2 - Les 33: Elektriciteit

Welkom bij NaSk
Pak voor je:
- Boek B
- Geodriehoek
- Pen en potlood
- Laptop





Startopdracht:
Pak de foto van jouw kWh-meter.

Stel: één kWh kost €0,30.
Hoeveel geld hebben alle kWh's samen gekost?


 

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij NaSk
Pak voor je:
- Boek B
- Geodriehoek
- Pen en potlood
- Laptop





Startopdracht:
Pak de foto van jouw kWh-meter.

Stel: één kWh kost €0,30.
Hoeveel geld hebben alle kWh's samen gekost?


 

Slide 1 - Slide

Welkom bij NaSk
Pak voor je:
- Boek A
- Geodriehoek
- Rekenmachine
- Pen en potlood
Learnbeat klassencode:
46KYEY
 




Startopdracht:

Open Learnbeat

Pak:
- magneten
- Paperclips

Maak 3.3B




 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Lesdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • 3.3: magneten
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk


Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  • beschrijven hoe een magneet is opgebouwd;
  • uitleggen waarvoor je een elektromagneet gebruikt;
  • vertellen wat de functie van een spoel is;
  • vertellen wat een generator is.















Slide 4 - Slide

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 5 - Slide

Kijk je huiswerk na
Maak op Learnbeat:
3.C: Begrijpen

Nakijkcarousel

- 3 minuten in ZS
- Niet klaar? Huiswerk



timer
3:00

Slide 6 - Slide

Oefenvragen op het blad
samen nakijken
Pak het blad van je buur

Slide 7 - Slide

3 Vermogen en energie
Een kruimeldief heeft een vermogen van 100 watt en kan maximaal 15 minuten gebruikt worden.
Bereken het energieverbruik in kilowattuur.

  • Energieverbruik = vermogen x tijd = 0,1 x 15 : 60 =           kWh

Slide 8 - Slide

4 Vermogen en energie
Een snelle waterkoker doet 6 min over het koken van 1 L water. Een snelle waterkoker heeft een vermogen van 3000 W.
Bereken het energieverbruik in kilowattuur.

Energieverbruik = vermogen x tijd = 3 x (6/60) =             kWh


Slide 9 - Slide

5 Vermogen en energie
Een elektrische grasmaaier wordt aangesloten op een spanning van 230 V. De stroomsterkte door de motor is 4 A. 
Bereken het vermogen van de motor.
  • P = U x I = 230 x 4= 960 W

Slide 10 - Slide

5 Vermogen en energie
Een elektrische kachel heeft een vermogen van 2000 W en staat 4 uur aan. Één kWh kost €0,35.
Bereken het energieverbruik in kWh en de kosten.
  • Energieverbruik = vermogen x tijd = 2 x 4 = 8 kWh
  • Kosten = energieverbruik x prijs = 8 x 0,35 = €2,80

Slide 11 - Slide

Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

3.3 Magneten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Soorten magneten
  • Permanente magneet 
  • Elektromagneet ( spoel & weekijzer )

Slide 16 - Slide

Permanente magneet

Deze kun je niet aan of uit zetten. Hij staat altijd aan. 

Hij heeft een noord- en een zuidpool.

Slide 17 - Slide

Hoe werkt een magneet?
Permanente magneet: Altijd magnetisch
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Kobalt

Slide 18 - Slide

De eigenschappen van magneten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Magnetisme
De allergrootste magneet
  • Permanente magneet
  • van ijzer, cobalt of nikkel
  • altijd AAN (of UIT)
  • magnetiseren
Elementair magneetjes

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken ZS
Maak op Learnbeat:
3.2D: Begrijpen

- 5 minuten in ZS
- Klaar? Top! Probeer 3.2F: Extra oefening
- Niet klaar? Huiswerk



timer
5:00

Slide 23 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • vertellen wat een elektrische stroom is;
  • vertellen welke energiesoorten er bestaan;
  • uitleggen dat elektrische apparaten elektrische energie omzetten in een andere soort energie;
  • vermogen en rendement uitrekenen.
  • energieberekeningen uitvoeren.















Slide 24 - Slide

de grote magnetenQuiz

Een Quiz met enorme 
aantrekkingskracht!

Slide 25 - Slide

Hoe worden de uiteinden van een magneet genoemd?
A
Boven- en onderkant
B
Pluspool en minpool
C
Noordpool en Zuidpool
D
Begin en eind

Slide 26 - Quiz

Magnetisme is een
A
ontdekking
B
uitvinding

Slide 27 - Quiz

Rondom een magneet is een
A
aura
B
vibe
C
veld
D
wijsgebied

Slide 28 - Quiz

Welke materialen zijn magnetisch?
A
Alle materialen zijn magnetisch
B
Alle metalen
C
Sommige metalen
D
Materialen zijn niet magnetisch

Slide 29 - Quiz

Een inwoner van de plaats Magnesia heet een ...
A
magnesiaan
B
magneteet
C
magneet
D
magniet

Slide 30 - Quiz

De magneet hiernaast heet een
A
rookworstmagneet
B
U-magneet
C
hoefijzermagneet
D
boemerangmagneet

Slide 31 - Quiz

Deze magneten ...
A
trekken elkaar aan
B
doen niets
C
stoten elkaar af

Slide 32 - Quiz

Deze magneten ...
A
trekken elkaar aan
B
doen niets
C
stoten elkaar af

Slide 33 - Quiz

Het ijzerpoeder wordt gestrooid om
A
te laten zien dat ijzer magnetisch is
B
te laten zien hoe het magnetisch veld gaat
C
de magneet sterker te maken

Slide 34 - Quiz

Als je een magneet doorzaagt in twee stukken, dan ...
A
krijg je een losse Noordpool en Zuidpool
B
krijg je twee nieuwe magneten met een N&Z
C
wordt de magnetisme opgeheven (weg!)

Slide 35 - Quiz

Het oudste kompas ooit gevonden komt uit China.
Hoe oud is het?
A
100 jaar oud
B
200 jaar oud
C
500 jaar oud
D
2000 jaar oud

Slide 36 - Quiz

Een kompasnaald wijst altijd naar de magnetische ... van de aarde
A
Noordpool
B
Zuidpool

Slide 37 - Quiz

Einde Quiz

Slide 38 - Slide