NT2 schrijfopdracht A1

Schrijf een e-mail met een vraag
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Schrijf een e-mail met een vraag

Slide 1 - Slide

e-mail

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

E-mail
- E-mail is een (digitale) brief: via internet. 
- Je hebt een e-mailadres nodig.
- Een e-mailadres heeft altijd een @
- Je kunt ook foto's en teksten meesturen


Slide 4 - Slide

De opdracht
- Schrijf een e-mail naar meneer Ouassim met een vraag.
- Schrijf het onderwerp in de regel erboven: waar gaat de mail over?
- De e-mail bestaat uit 3 delen: aanhef, inhoud en einde.
- Er moet een vraag in de e-mail staan.
- De inhoud van je e-mail heeft 3 zinnen of meer.

Slide 5 - Slide

Zo ziet je e-mail eruit
Onderwerp: schrijf in de regel erboven: waar gaat de mail over?

Aanhef: Beste...,   OF: Hoi...., OF:   Hallo....,  OF: Dag.... ,
(met komma achter de naam)
Inhoud: Bedenk een vraag en drie of meer zinnen.

Eind: Groetjes,....   OF:  Groeten van.....  OF: Vriendelijke groeten, .. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Begin de vraagzin met een vraagwoord
Wie is die jongen?
Wat eten we vanavond?
Waar woon je?
Wanneer begint de les?
Waarom doe je dat?
Hoe gaat het?
Hoelang duurt de les?
Tot hoe laat duurt de les?                               Vergeet het vraagteken niet ?

Slide 10 - Slide

Begin de vraagzin met het werkwoord
Zet het werkwoord aan het begin van de zin, en het is een vraag.
Kom je koffie drinken?
Eet je mee vanavond?
Loop je altijd naar school?
Gaat ze naar de dokter?

Let op! Als je achter het werkwoord staat, geen t!

Slide 11 - Slide

Goed nadenken
Maak een opzet voor een e-mail.
- Onderwerp            Waar gaat het over?
- Aanhef                     Wat zet je er boven?
- Inhoud                      Welke vraag ga je stellen?
- Einde                         Wat zet je onder je e-mail?


Slide 12 - Slide

Maak een goede zin
Onderwerp + werkwoord + rest van de zin.
Begin de zin met een hoofdletter.
Aan het einde van de zin een punt.
Achter een vraag een ? 

Slide 13 - Slide

Schrijf een e-mail met een vraag

- Schrijf een e-mail naar meneer Ouassim met een vraag.
- Schrijf het onderwerp in de regel erboven: waar gaat de mail over?
- De e-mail bestaat uit 3 delen: aanhef, inhoud en einde.
- Er moet een vraag in de e-mail staan.
- De inhoud van je e-mail heeft 3 zinnen of meer.

Slide 14 - Slide

Pas je tekst aan
Je hebt tips gekregen op je e-mail. 
Pas je tekst aan en lever hem opnieuw in.
Succes!


Daarna gaan we de vraag echt e-mailen!

Slide 15 - Slide