NT2 schrijfopdracht klas NL les 10

Schrijf een e-mail met een vraag
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Schrijf een e-mail met een vraag

Slide 1 - Slide

e-mail

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

E-mail
- E-mail is een (digitale) brief: via internet. 
- Je hebt een e-mailadres nodig.
- Een e-mailadres heeft altijd een @
- Je kunt ook foto's en teksten meesturen


Slide 4 - Slide

De opdracht
- Schrijf een e-mail naar een vriend of vriendin
- Schrijf het onderwerp in de regel erboven: waar gaat de mail over?
- De e-mail bestaat uit 3 delen: aanhef, inhoud en einde.
- Er moeten 3 vragen in de e-mail staan.
- De inhoud van je e-mail heeft 5 zinnen of meer.

Slide 5 - Slide

Zo ziet je e-mail eruit
Onderwerp: schrijf in de regel erboven: waar gaat de mail over?

Aanhef: Beste...,   OF: Hoi...., OF:   Hallo....,  OF: Dag.... ,
(met komma achter de naam)
Inhoud: Bedenk een vraag en drie of meer zinnen.

Eind: Groetjes,....   OF:  Groeten van.....  OF: Vriendelijke groeten, .. 

Slide 6 - Slide

Begin de vraagzin met een vraagwoord
Wie is die jongen?
Wat eten we vanavond?
Waar woon je?
Wanneer begint de les?
Waarom doe je dat?
Hoe gaat het?
Hoelang duurt de les?
Tot hoe laat duurt de les?                               Vergeet het vraagteken niet ?

Slide 7 - Slide

Begin de vraagzin met het werkwoord
Zet het werkwoord aan het begin van de zin, en het is een vraag.
Kom je koffie drinken?
Eet je mee vanavond?
Loop je altijd naar school?
Gaat ze naar de dokter?

Let op! Als je achter het werkwoord staat, geen t!

Slide 8 - Slide

Maak een goede zin
Onderwerp + werkwoord + rest van de zin.
Begin de zin met een hoofdletter.
Aan het einde van de zin een punt.
Achter een vraag een ? 

Slide 9 - Slide

Goed nadenken
Maak een opzet voor een e-mail.
- Onderwerp            Waar gaat het over?
- Aanhef                     Wat zet je er boven?
- Inhoud                      Welke vraag ga je stellen?
- Einde                         Wat zet je onder je e-mail?


Slide 10 - Slide

Waar let ik op?
- de opzet: onderwerp, aanhef, inhoud, einde
- 3 zinnen
- vraag?
- hoofdletters
- punten
- vraagteken
- onderwerp + werkwoord in de zin

Slide 11 - Slide

Pas je tekst aan
Je hebt tips gekregen voor je e-mail. 
Schrijf je e-mail opnieuw. Maak hem beter! Succes!
Lees elk woord goed na. Geen fouten meer?
Lever je 2e e-mail in bij de juf.


Daarna gaan we de vraag echt e-mailen!

Slide 12 - Slide