Op de school van mijn dochter worden de tien-minutengesprekken met ouder én kind gevoerd. In die gesprekken staat het kind centraal: hij of zij wordt immers verondersteld eigenaar te worden van het leerproces. Aan het eind van groep 7, na een jaar van niet al te diepgaande tien-minutengesprekken, kwam ik erachter dat mijn dochter op een relatief laag niveau werkte en dat allerlei prangende vragen over haar ontwikkeling onbesproken bleven.
Aan de bel trekken, betekende dat ik wellicht gezien zou worden als een van die hoogopgeleide ouders die het echte niveau van hun kind niet willen zien, en daarom school in twijfel trekken.
Als onderliggende partij probeerde ik mijn onvrede te uiten en mogelijke oplossingen te bespreken zonder school tegen mij in het harnas te jagen.
1/Leg uit welke kernconcept je herkent in de bron.
Gebruik bij je uitleg ( delen van) de definitie van het kernconcept en licht je antwoord toe met behulp van de tekst.
2/ Welk overlegmodel herken je in de tekst?
Licht je antwoord toe met behulp van een citaat uit de tekst..