POPping spel

Groei
Persoonlijke ontwikkeling

op basis van het POPping spel
van 
Eva Lotte Verdonk &
Christine Buschgens, 
gepubliceerd door Thema.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Communication & multimedia designHBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Groei
Persoonlijke ontwikkeling

op basis van het POPping spel
van 
Eva Lotte Verdonk &
Christine Buschgens, 
gepubliceerd door Thema.

Slide 1 - Slide

Werkwijze
Op de volgende slide vind je allemaal competenties en 4 vlakken. 
  • Sleep 3 tot 6 competenties naar elk van de 6 vlakken. (doe het binnen 5 minuten)

  • Vraag vervolgens 3-6 personen om hetzelfde te doen. 
Denk aan docenten, klasgenoten, familieleden, werkgevers en collega's.

  • Bespreek de gemaakte keuzes (15-30 min. per persoon),
met name: waarom ze een competentie kozen
en hoe je de competentie zou kunnen ontwikkelen 





Slide 2 - Slide

Ik en mijn competenties
Neutraal
Ontwikkelen
Afzwakken
Vasthouden
Presenteren
je eigen visie, ideeën of mening helder, duidelijk en enthousasmerend overbrengen op anderen.
Conflicthantering
Belangentegenstelingen met een grote emotionele lading op een tactvolle wijze hanteren en oplossen.
Besluitvaardigheid
Beslissingen durven nemen of tot actie overgaan, ook als niet alle gevolgen van de alternatieven bekend zijn, of als sprake is van tegengestelde belangen.
Tact
Zodanic inspelen op de gedachten/gevolens/het standpunt/de situatie van de ander dat je onnodige irritaties voorkomt of wegneemt.
Initiatief
Alert zijn op en anticiperen op kansen, nieuwe situaties of problemen, en er in een vroeg stadium naar handelen.
Gespreksvaardigheid
In gesprekken zodanic structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde resultaat op effectieve wijze wordt bereikt.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Flexibiliteit
Je gemakkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden
Sensitiviteit
Je bewust zijn van en rekening houden met gevoelens van anderen.
Creativiteit
Voortdurend nieuwe en originele ideeën, oplossingen en invalshoeken gebruiken.
Plannen en organiseren
Doelen en prioriteiten bepalen en bereiken door de benodigde tijd, acties en middelen in te zetten.
Visie
Een inspirerend toekomstbeeld ontwikkelen en uitdragen, terwijl je afstand neemt van de dagelijkse praktijk.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
In begrijpelijke taal zaken aan anderen duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder.
Delegeren
Verantwoordelijkheden toedelen aan anderen, waarbij je de beschikbare tijd, hun vaardigheden en hun potentieel effectief gebruikt.
Mensgericht leiderschap
Op een stimulerende wijze richting, sturing en begeleiding geven. Je stijl van leidinggeven aanpassen aan de betrokkenen.
Klantgerichtheid
Een hoge prioriteit geven aan tevredenheid van klanten.
Stressbestendigheid
Effectief blijven presteren onder druk.
Oordeelsvorming
Gegevens en handelwijzen tegen elkaar afwegen en tot een onderbouwde beoordeling komen.
Zelfsturing
Je eigen koers kiezen en realiseren, terwijl je rekening houdt met je eigen sterke en zwakke punten.
Probleemanalyse
Tot een goed inzicht komen bij problemen door belangrijke gegevens te achterhalen en te onderzoeken, en door verbanden te leggen om de oorzaak te vinden.
Coachen
De ontwikkeling van anderen stimuleren.
Taakgericht leiderschap
Op een resultaatgerichte wijze richting en sturing geven; doelen formuleren, taken verdelen, instructies geven.
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door je eigen kwaliteiten en belangen optimaal af te stemmen met die van de ander.
Voortgangsbewaking
Procedures opstellen en bewaken om de voortgang van processen, taken en activiteiten te verzekeren.
Vernieuwingsgerichtheid
Je met een onderzoekende en nieusgierige geest richten op toekomstige vernieuwing.
Luisteren
Interesse tonen en relevante informatie uit gesprekken opnemen.
Onderhandelen
Optimale resultaten verkrijgen in gesprekken waarbij de belangen tegenstrijdig zijn en daarbij de realtie goed houden.
Schakelvermogen
Als er zich kansen of problemen voordoen, je eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.
Onafhankelijkheid
Zelfstandig een mening of oordeel vormen of actie ondernemen, zonder je te laten beïnvloeden door anderen. Een eigen koers varen.
Cognitief leervermogen
Nieuwe informatie en ideeën analyseren, verwerken en effectief toepassen.
Interactief leervermogen
Uit de interactie met anderen leren en je leerpunten snel omzetten in effectiever interpersoonlijk gedrag.
Zorgvuldigheid
Gericht zijn op detailinformatie en hiermee accuraat en effectief omgaan.

Slide 3 - Drag question


Waarom koos je voor deze competenties?
Hoe ga je ze ontwikkelen?
En tot op welk punt?

Slide 4 - Open question

Advies van een medestudent
Neutraal
Ontwikkelen
Afzwakken
Vasthouden
Presenteren
je eigen visie, ideeën of mening helder, duidelijk en enthousasmerend overbrengen op anderen.
Conflicthantering
Belangentegenstelingen met een grote emotionele lading op een tactvolle wijze hanteren en oplossen.
Besluitvaardigheid
Beslissingen durven nemen of tot actie overgaan, ook als niet alle gevolgen van de alternatieven bekend zijn, of als sprake is van tegengestelde belangen.
Tact
Zodanic inspelen op de gedachten/gevolens/het standpunt/de situatie van de ander dat je onnodige irritaties voorkomt of wegneemt.
Initiatief
Alert zijn op en anticiperen op kansen, nieuwe situaties of problemen, en er in een vroeg stadium naar handelen.
Gespreksvaardigheid
In gesprekken zodanic structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde resultaat op effectieve wijze wordt bereikt.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Flexibiliteit
Je gemakkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden
Sensitiviteit
Je bewust zijn van en rekening houden met gevoelens van anderen.
Creativiteit
Voortdurend nieuwe en originele ideeën, oplossingen en invalshoeken gebruiken.
Plannen en organiseren
Doelen en prioriteiten bepalen en bereiken door de benodigde tijd, acties en middelen in te zetten.
Visie
Een inspirerend toekomstbeeld ontwikkelen en uitdragen, terwijl je afstand neemt van de dagelijkse praktijk.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
In begrijpelijke taal zaken aan anderen duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder.
Delegeren
Verantwoordelijkheden toedelen aan anderen, waarbij je de beschikbare tijd, hun vaardigheden en hun potentieel effectief gebruikt.
Mensgericht leiderschap
Op een stimulerende wijze richting, sturing en begeleiding geven. Je stijl van leidinggeven aanpassen aan de betrokkenen.
Klantgerichtheid
Een hoge prioriteit geven aan tevredenheid van klanten.
Stressbestendigheid
Effectief blijven presteren onder druk.
Oordeelsvorming
Gegevens en handelwijzen tegen elkaar afwegen en tot een onderbouwde beoordeling komen.
Zelfsturing
Je eigen koers kiezen en realiseren, terwijl je rekening houdt met je eigen sterke en zwakke punten.
Probleemanalyse
Tot een goed inzicht komen bij problemen door belangrijke gegevens te achterhalen en te onderzoeken, en door verbanden te leggen om de oorzaak te vinden.
Coachen
De ontwikkeling van anderen stimuleren.
Taakgericht leiderschap
Op een resultaatgerichte wijze richting en sturing geven; doelen formuleren, taken verdelen, instructies geven.
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door je eigen kwaliteiten en belangen optimaal af te stemmen met die van de ander.
Voortgangsbewaking
Procedures opstellen en bewaken om de voortgang van processen, taken en activiteiten te verzekeren.
Vernieuwingsgerichtheid
Je met een onderzoekende en nieusgierige geest richten op toekomstige vernieuwing.
Luisteren
Interesse tonen en relevante informatie uit gesprekken opnemen.
Onderhandelen
Optimale resultaten verkrijgen in gesprekken waarbij de belangen tegenstrijdig zijn en daarbij de realtie goed houden.
Schakelvermogen
Als er zich kansen of problemen voordoen, je eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.
Onafhankelijkheid
Zelfstandig een mening of oordeel vormen of actie ondernemen, zonder je te laten beïnvloeden door anderen. Een eigen koers varen.
Cognitief leervermogen
Nieuwe informatie en ideeën analyseren, verwerken en effectief toepassen.
Interactief leervermogen
Uit de interactie met anderen leren en je leerpunten snel omzetten in effectiever interpersoonlijk gedrag.
Zorgvuldigheid
Gericht zijn op detailinformatie en hiermee accuraat en effectief omgaan.

Slide 5 - Drag question


Wie gaf je dit advies? wat is jullie relatie en waarom hecht je waarde aan dit advies?
Waarom koos deze persoon voor deze competenties?
Hoe denkt deze persoon dat je deze competenties kunt ontwikkelen?
En tot op welk punt?

Slide 6 - Open question

Advies van een medestudent
Neutraal
Ontwikkelen
Afzwakken
Vasthouden
Presenteren
je eigen visie, ideeën of mening helder, duidelijk en enthousasmerend overbrengen op anderen.
Conflicthantering
Belangentegenstelingen met een grote emotionele lading op een tactvolle wijze hanteren en oplossen.
Besluitvaardigheid
Beslissingen durven nemen of tot actie overgaan, ook als niet alle gevolgen van de alternatieven bekend zijn, of als sprake is van tegengestelde belangen.
Tact
Zodanic inspelen op de gedachten/gevolens/het standpunt/de situatie van de ander dat je onnodige irritaties voorkomt of wegneemt.
Initiatief
Alert zijn op en anticiperen op kansen, nieuwe situaties of problemen, en er in een vroeg stadium naar handelen.
Gespreksvaardigheid
In gesprekken zodanic structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde resultaat op effectieve wijze wordt bereikt.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Flexibiliteit
Je gemakkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden
Sensitiviteit
Je bewust zijn van en rekening houden met gevoelens van anderen.
Creativiteit
Voortdurend nieuwe en originele ideeën, oplossingen en invalshoeken gebruiken.
Plannen en organiseren
Doelen en prioriteiten bepalen en bereiken door de benodigde tijd, acties en middelen in te zetten.
Visie
Een inspirerend toekomstbeeld ontwikkelen en uitdragen, terwijl je afstand neemt van de dagelijkse praktijk.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
In begrijpelijke taal zaken aan anderen duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder.
Delegeren
Verantwoordelijkheden toedelen aan anderen, waarbij je de beschikbare tijd, hun vaardigheden en hun potentieel effectief gebruikt.
Mensgericht leiderschap
Op een stimulerende wijze richting, sturing en begeleiding geven. Je stijl van leidinggeven aanpassen aan de betrokkenen.
Klantgerichtheid
Een hoge prioriteit geven aan tevredenheid van klanten.
Stressbestendigheid
Effectief blijven presteren onder druk.
Oordeelsvorming
Gegevens en handelwijzen tegen elkaar afwegen en tot een onderbouwde beoordeling komen.
Zelfsturing
Je eigen koers kiezen en realiseren, terwijl je rekening houdt met je eigen sterke en zwakke punten.
Probleemanalyse
Tot een goed inzicht komen bij problemen door belangrijke gegevens te achterhalen en te onderzoeken, en door verbanden te leggen om de oorzaak te vinden.
Coachen
De ontwikkeling van anderen stimuleren.
Taakgericht leiderschap
Op een resultaatgerichte wijze richting en sturing geven; doelen formuleren, taken verdelen, instructies geven.
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door je eigen kwaliteiten en belangen optimaal af te stemmen met die van de ander.
Voortgangsbewaking
Procedures opstellen en bewaken om de voortgang van processen, taken en activiteiten te verzekeren.
Vernieuwingsgerichtheid
Je met een onderzoekende en nieusgierige geest richten op toekomstige vernieuwing.
Luisteren
Interesse tonen en relevante informatie uit gesprekken opnemen.
Onderhandelen
Optimale resultaten verkrijgen in gesprekken waarbij de belangen tegenstrijdig zijn en daarbij de realtie goed houden.
Schakelvermogen
Als er zich kansen of problemen voordoen, je eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.
Onafhankelijkheid
Zelfstandig een mening of oordeel vormen of actie ondernemen, zonder je te laten beïnvloeden door anderen. Een eigen koers varen.
Cognitief leervermogen
Nieuwe informatie en ideeën analyseren, verwerken en effectief toepassen.
Interactief leervermogen
Uit de interactie met anderen leren en je leerpunten snel omzetten in effectiever interpersoonlijk gedrag.
Zorgvuldigheid
Gericht zijn op detailinformatie en hiermee accuraat en effectief omgaan.

Slide 7 - Drag question


Wie gaf je dit advies? wat is jullie relatie en waarom hecht je waarde aan dit advies?
Waarom koos deze persoon voor deze competenties?
Hoe denkt deze persoon dat je deze competenties kunt ontwikkelen?
En tot op welk punt?

Slide 8 - Open question

Advies van een medestudent
Neutraal
Ontwikkelen
Afzwakken
Vasthouden
Presenteren
je eigen visie, ideeën of mening helder, duidelijk en enthousasmerend overbrengen op anderen.
Conflicthantering
Belangentegenstelingen met een grote emotionele lading op een tactvolle wijze hanteren en oplossen.
Besluitvaardigheid
Beslissingen durven nemen of tot actie overgaan, ook als niet alle gevolgen van de alternatieven bekend zijn, of als sprake is van tegengestelde belangen.
Tact
Zodanic inspelen op de gedachten/gevolens/het standpunt/de situatie van de ander dat je onnodige irritaties voorkomt of wegneemt.
Initiatief
Alert zijn op en anticiperen op kansen, nieuwe situaties of problemen, en er in een vroeg stadium naar handelen.
Gespreksvaardigheid
In gesprekken zodanic structureren, optreden en interveniëren dat het beoogde resultaat op effectieve wijze wordt bereikt.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Resultaatgerichtheid
Je ondanks mogelijke tegenslagen blijven richten op het bereiken van je doel.
Flexibiliteit
Je gemakkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden
Sensitiviteit
Je bewust zijn van en rekening houden met gevoelens van anderen.
Creativiteit
Voortdurend nieuwe en originele ideeën, oplossingen en invalshoeken gebruiken.
Plannen en organiseren
Doelen en prioriteiten bepalen en bereiken door de benodigde tijd, acties en middelen in te zetten.
Visie
Een inspirerend toekomstbeeld ontwikkelen en uitdragen, terwijl je afstand neemt van de dagelijkse praktijk.
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
In begrijpelijke taal zaken aan anderen duidelijk maken, afgestemd op de toehoorder.
Delegeren
Verantwoordelijkheden toedelen aan anderen, waarbij je de beschikbare tijd, hun vaardigheden en hun potentieel effectief gebruikt.
Mensgericht leiderschap
Op een stimulerende wijze richting, sturing en begeleiding geven. Je stijl van leidinggeven aanpassen aan de betrokkenen.
Klantgerichtheid
Een hoge prioriteit geven aan tevredenheid van klanten.
Stressbestendigheid
Effectief blijven presteren onder druk.
Oordeelsvorming
Gegevens en handelwijzen tegen elkaar afwegen en tot een onderbouwde beoordeling komen.
Zelfsturing
Je eigen koers kiezen en realiseren, terwijl je rekening houdt met je eigen sterke en zwakke punten.
Probleemanalyse
Tot een goed inzicht komen bij problemen door belangrijke gegevens te achterhalen en te onderzoeken, en door verbanden te leggen om de oorzaak te vinden.
Coachen
De ontwikkeling van anderen stimuleren.
Taakgericht leiderschap
Op een resultaatgerichte wijze richting en sturing geven; doelen formuleren, taken verdelen, instructies geven.
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door je eigen kwaliteiten en belangen optimaal af te stemmen met die van de ander.
Voortgangsbewaking
Procedures opstellen en bewaken om de voortgang van processen, taken en activiteiten te verzekeren.
Vernieuwingsgerichtheid
Je met een onderzoekende en nieusgierige geest richten op toekomstige vernieuwing.
Luisteren
Interesse tonen en relevante informatie uit gesprekken opnemen.
Onderhandelen
Optimale resultaten verkrijgen in gesprekken waarbij de belangen tegenstrijdig zijn en daarbij de realtie goed houden.
Schakelvermogen
Als er zich kansen of problemen voordoen, je eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.
Onafhankelijkheid
Zelfstandig een mening of oordeel vormen of actie ondernemen, zonder je te laten beïnvloeden door anderen. Een eigen koers varen.
Cognitief leervermogen
Nieuwe informatie en ideeën analyseren, verwerken en effectief toepassen.
Interactief leervermogen
Uit de interactie met anderen leren en je leerpunten snel omzetten in effectiever interpersoonlijk gedrag.
Zorgvuldigheid
Gericht zijn op detailinformatie en hiermee accuraat en effectief omgaan.

Slide 9 - Drag question


Wie gaf je dit advies? wat is jullie relatie en waarom hecht je waarde aan dit advies?
Waarom koos deze persoon voor deze competenties?
Hoe denkt deze persoon dat je deze competenties kunt ontwikkelen?
En tot op welk punt?

Slide 10 - Open question

Persoonlijk Ontwikkel-Plan
Kies nu 3 competenties om aan te werken

Op de volgende sheets krijg je ruimte om per competentie te beschrijven:

  1. aan welke competentie je gaat werken
  2. wat je ermee wil bereiken 
  3. Hoe je dit gaat aanpakken
  4. Wie je hierbij wil betrekken

Slide 11 - Slide


1. Aan welke competentie ga je werken? 
2. Wat wil je op dat vlak bereiken? 
3. Hoe ga je dat doen? 
4. Wie wil je hierbij betrekken?

Slide 12 - Open question


1. Aan welke competentie ga je werken? 
2. Wat wil je op dat vlak bereiken? 
3. Hoe ga je dat doen? 
4. Wie je hierbij betrekken?

Slide 13 - Open question


1. Aan welke competentie ga je werken? 
2. Wat wil je op dat vlak bereiken? 
3. Hoe ga je dat doen? 
4. Wie je hierbij betrekken?

Slide 14 - Open question

Hoe sta jij tegenover het werken aan je competenties?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Wat zou jou helpen om je doelen te bereiken of meer gemotiveerd te raken?

Slide 16 - Open question

Hoe vond jij deze LessonUP?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat zou jou helpen om je doelen te bereiken of meer gemotiveerd te raken?

Slide 18 - Open question