Communicatie 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

• Coderen A en B hun boodschap dat ze vertellen wat ze wilden vertellen. Waaruit bleek dit?
• Welke non verbale signaleren zag je bij A en B?
• Luisterden A en B goed naar elkaar? Waaruit bleek dit?
• Stelden A en B elkaar vragen als ze iets niet begrepen?
• Waren er interpretatiefouten in de communicatie (miscommunicatie)?

Je meld je via whatsapp ziek bij je SLB'er.
Je SLB'er is de ...

1. Medium
2. Zender
3. Boodschap
4. Ontvanger

Je meld je telefonisch weer beter.
Je mobiel is de/het

1. Medium
2. Zender
3. Boodschap
4. Ontvanger

Wat is ruis?

Het geheel van gewoonten, regels, ervaringen, normen en waarden waarop de ontvanger zijn denken en handelen baseert.

1. Externe ruis
2. Feedback
3. Referentiekader
4. Terugkoppeling

De ontvanger reageert op de boodschap van de zender.
De blauwe pijl staat dan voor ....

1. Ruis
2. Feedback
3. Referentiekader
4. Terugkoppeling

• Als de zender een boodschap geeft, heeft hij een bedoeling met zijn boodschap.
  
• Een boodschap bestaat altijd uit een inhoud en een bedoeling. 

• Soms is de inhoud van de boodschap hetzelfde als de bedoeling.
  
• Bijvoorbeeld:“Hoe gaat het met je?”

• Soms is de inhoud van de boodschap anders dan de bedoeling.
• Bijvoorbeeld:“Wat ben je aan het doen met je telefoon?” (docent – student)
  

Je communiceert altijd met een bedoeling. 

Je kunt in communicatie daarin twee zaken van elkaar scheiden:

• Inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap.
• Betrekkingsniveau: het gaat erom hoe de boodschap moet worden opgevat.

• Soms kunnen deze twee dingen van elkaar verschillen. 

• Een eigen uitleg geven aan een boodschap, een opvatting.

• Als mensen vaak iets anders zeggen dan ze bedoelen, hoe weet je dan hoe je de boodschap moet opvatten? 

Een duimpje omhoog is....

1. Verbale communicatie
2. Non verbale communicatie

Verbale communicatie: breng je een boodschap over met woorden. Dat kan schriftelijk en mondeling. Het gaat vooral om de inhoud van de boodschap.

Non verbale communicatie: breng je een boodschap over zonder woorden. Dat kan op verschillende manieren: 

• Door gedrag. 
• Met gezichtsuitdrukkingen. 
  
• Met stemvolume.
  
• Met houding.

Discussie voeren is

1. Eenzijdige communicatie
2. Meerzijdige communicatie

• Eenzijdige communicatie: De zender brengt een boodschap over naar de ontvanger en de ontvanger geeft geen waarneembare feedback.

• Meerzijdige communicatie:  Zenders en ontvangers staan met elkaar in contact.

Nieuws luisteren via de radio is

1. Eenzijdige communicatie
2. Meerzijdige communicatie

• Schrijven wat je ziet mbt verbale en non verbale communicatie.
• Schrijf telkens op hoe je de boodschap van de docent opvat opgevat. 

• Johan zal iets zeggen als: “Dat verkeerslicht staat op groen”. Wat bedoeld Johan hiermee?
  

Beschrijf een situatie waarin jij verkeerd werd begrepen door een ontvanger en er sprake was van miscommunicatie. 

• Ga in sub groepjes van 3 personen.
  
• 
  Vertel elkaar de situatie. Kies een situatie uit. 
• 
  In welke fase van het communicatieproces lag naar jullie idee de oorzaak van dit onbegrip. Waarom? 

• 
  Wat had er moeten gebeuren, volgens jullie, om dit onbegrip te voorkomen? Waarom?