Wijst iets of iemand aan.
Heb je deze schoenen al gepast?
Meestal gebruik je een aanwijzend voornaamwoord bijvoeglijk.
Het staan dan voor een zelfstandig naamwoord.
Voor een het-woord staat dit of dat: dit proefwerk, dat opstel
Voor een de-woord staat deze of die: die hoek, deze vrouw