This lesson contains 17 slides, with text slides.
- Een schrijver kan met een bepaalde plaats of plaatsen aangeven waar een verhaal zich afspeelt (stad, planeet, land).
- Ook kan hij ruimte beschrijven als kamers, gebouwen, huizen etc.
- De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning) of het verhaal verduidelijken.