Mindmap

Nederlands
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Planning
Herhaling gisteren
Uitleg tijd, ruimte en thema

Je gaat verder met je boek verwerken voor je mindmap
Doel
  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de tijd in een boek en wat flashbacks zijn
  • Je kan uitleggen wat de ruimte in een verhaal is
  • Je kan uitleggen wat thema's zijn

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling van gisteren
C, D en E maken.


Slide 4 - Slide

Fictiedossier
Dossier = een verzameling van documenten die samen een geheel vormen​


Alle fictieopdrachten komen in je fictiedossier. Ook oefeningen, kladversies, etc. ​

Aan het einde van het schooljaar lever je je fictiedossier in. De beoordeling moet minimaal een voldoende zijn om naar mavo 4 te kunnen. ​

Jij bent verantwoordelijk voor de volledigheid en kwaliteit van je fictiedossier. ​






Slide 5 - Slide

Literaire Mindmap
Een literaire mindmap is vooral een grafische voorstelling van het boek: in plaats van een boekverslag maak je een poster met tekeningen die het verhaal vertelt.

Slide 6 - Slide

Literaire Mindmap
Een literaire mindmap is vooral een grafische voorstelling van het boek: in plaats van een boekverslag maak je een poster met tekeningen die het verhaal vertelt.

Slide 7 - Slide

Kladversie
Je gaat eerst bedenken wat je allemaal wilt noteren. Gisteren hebben jullie een begin gemaakt met het verhaal en de hoofdpersonages.


Slide 8 - Slide

Verhaal 
Verhaal: Je vat in het kort samen waar het boek over gaat en de belangrijkste gebeurtenis. Je legt uit wat er vooraf de gebeurtenis gebeurde en hoe het eindigt. 


Slide 9 - Slide

Personages
Bijzondere karaktereigenschap?
Bijzonder uiterlijk kenmerk?
Bijzondere hobby?

Wat is typerend voor het hoofdpersonage?
Zijn er andere belangrijke personages?


Slide 10 - Slide

Tijd
  • Wanneer speelt het verhaal zich af? (Hoe weet je dat?)​
  • Hoeveel tijd verstrijkt er? (Speelt het verhaal zich af in een dag? Een week? 2 jaar?)​
  • Zijn er flashbacks? (Waarom doet de schrijver dat in jouw boek?)

Flashback:
terugblik op een gebeurtenis/situatie uit het verleden. Die gebeurtenis/situatie geeft vaak een verklaring voor wat er in het heden gebeurt. ​





Slide 11 - Slide

Ruimte in een verhaal

- Een schrijver kan met een bepaalde plaats of plaatsen aangeven waar een verhaal zich afspeelt (stad, planeet, land).

- Ook kan hij ruimte beschrijven als kamers, gebouwen, huizen etc.

- De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning) of het verhaal verduidelijken.


Slide 12 - Slide

Ruimte
  • Plaats waar de gebeurtenis zich afspeelt
  • Ruimte draagt bij aan het verhaal.

Donkere en benauwde ruimte? -> spannend verhaal
Veel licht en kleur -> vrolijk verhaal

Slide 13 - Slide

Thema
Het hoofdonderwerp van het verhaal noem je het thema. Het thema moet het verhaal samenvatten:
  • familie
  • liefde
  • eenzaamheid
  • opgroeien
  • dood

Slide 14 - Slide

Verder werken met de opdracht

Slide 15 - Slide

Doel
Wat is het fictiedossier ook alweer?
Kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met de tijd in een boek en wat flashbacks zijn?
Kun je uitleggen wat de ruimte in een verhaal is?
Kun je uitleggen wat thema's zijn?

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Voor de volgende les moeten de vragen beantwoord zijn. 
De volgende les gaan we met de mindmap beginnen, neem dus kleurtjes mee.

Slide 17 - Slide