Les 1 Dak - Thuisloze & verslaving

1 / 45
next
Slide 1: Slide
doelgroepenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

  • Je legt het verschil tussen dak- en thuisloos uit

  •  Je legt de oorzaken uit van dak-of thuisloos uit
 
  • Je legt de oorzaken en gevolgen van verslaving uit


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht Periode
Maak een vlog van maximaal 3 minuten. 
Hierin ga je een verslaving uitleggen. 
Je mag de vlog in duo’s maken, dit hoeft niet, maar mag wel. 
Wanneer je het met z’n tweeën doet, dan moeten beide studenten even veel aan het woord komen tijdens het filmpje.
Het filmpje moet ingeleverd worden in teams. 
De volgende onderdelen moeten aanbod komen tijdens de vlog:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stellingen over Daklozen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Daklozen zijn vies
eens
oneens

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

daklozen worden teveel aan hun lot over gelaten
eens
oneens

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Daklozen kiezen er zelf voor om op straat te leven
eens
oneens

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Het moet toegestaan worden dat daklozen in alle Nederlandse steden kunnen wildkamperen
eens
oneens

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Alle daklozen moeten gratis bed, bad en brood krijgen
eens
oneens

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Daklozen moeten verplicht worden in een opvang te overnachten
eens
oneens

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn oorzaken?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stellingen over verslaving

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het is iemands eigen schuld dat hij/zij verslaafd is
Eens
oneens

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Mensen met een verslaving zijn gevaarlijk
eens
oneens

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

iemand met een verslaving is gevaarlijk
eens
oneens

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

elk mens kan verslaafd raken
eens
oneens

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

verslaving is een ziekte
eens
oneens

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

verslaafden kunnen niet gelovig zijn
eens
oneens

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Filmvraag
  1. Schrijf op in het kort op wat je ziet gebeuren in de film
  2. En leg in je eigenwoorden uit wat ze bedoelen met de film


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Filmvraag
  1. Schrijf op in het kort op wat je ziet gebeuren in de film
  2. En leg in je eigenwoorden uit wat ze bedoelen met de film


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke oorzaken voor verslaving ken je?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

welke verslavingen ken je?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Onderverdeling verslavende middelen
Stimulerende middelen
Verdovende middelen
Waarnemingsveranderende middelen

Slide 36 - Slide

Noemen we ook in de volksmond:
Hallucinerende middelen 
Stimulerende middelen
Noemen we ook wel Uppers

De gebruiker krijgt het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn
De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. 

Voorbeelden: MDMA (xtc), cocaïne, 4-FA en speed maar ook nicotine (tabak) en cafeïne (energydrank, koffie)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Verdovende middelen
Noemen we ook wel Downers

 Ze hebben een kalmerende en ontspannende werking
De gebruiker kan in een slaperige roes komen
De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen 

Voorbeelden: Alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen, opium, morfine, heroïne, GHB en hasj 
Soms ook andere  andere opiaten bijvoorbeeld oxycodon of fentanyl

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Waarnemingsveranderende middelen
Noemen we ook wel Trippers

De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze drugs de zintuiglijke/ bewustzijn verandert

Voorbeelden: LSD, paddo’s/truffels, ketamine en bij een sterke of grote hoeveelheid, hasj en wiet


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Iets opgevallen???
Deze indeling naar effecten gaat namelijk niet altijd op!

Sommige middelen hebben een gemengd effect

- MDMA (XTC) werkt bijvoorbeeld stimulerend, maar verandert ook de waarneming
- Hasj en wiet werken verdovend, maar zorgen lichamelijk voor lichte stimulering en kunnen ook de bewustzijn/zintuigen veranderen 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  1. Zoek met een tweetal minimaal 4 verschillende instanties op waar je heen kan met je verslaving
  2. Schrijf bij elke instantie op wat ze doen en hoe ze begeleiden

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Reader
Maak opdracht 1, 2 en 3 uit de reader

Deze niet klaar? 
Maak deze thuis verder af


 





Slide 45 - Slide

This item has no instructions