What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetsels
Voorzetsels
Je kunt (vaste) voorzetsels herkennen en gebruiken.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voorzetsels
Je kunt (vaste) voorzetsels herkennen en gebruiken.
Slide 1 - Slide
voorzetsel
Slide 2 - Mind map
We gaan bijna op vakantie.
Noteer het voorzetsel uit deze zin.
Slide 3 - Open question
Tijdens de les Nederlands let ik goed op.
Noteer het voorzetsel uit deze zin.
Slide 4 - Open question
Het bibliotheekboek lag
onder
de piano.
Het dikgedrukte woord is een voorzetsel. Wat geeft het aan?
A
een plaats
B
een tijd
C
een reden/oorzaak
Slide 5 - Quiz
Tijdens
de toets stootte Lotte Georgina aan.
Het dikgedrukte woord is een voorzetsel. Wat geeft het aan?
A
een plaats
B
een tijd
C
een reden/oorzaak
Slide 6 - Quiz
Vanwege
een blessure kon Jorn niet meedoen met gym.
Het dikgedrukte woord is een voorzetsel. Wat geeft het aan?
A
een plaats
B
een tijd
C
een reden/oorzaak
Slide 7 - Quiz
Een voorzetsel wordt meestal gebruikt met een ander woordsoort. Welk woordsoort?
Slide 8 - Open question
Noteer alle voorzetsels uit de volgende zin. Doe het in dezelfde volgorde met een komma tussen de voorzetsels.
Over drie dagen gaat Roman gedurende twee weken raften in Noord-Frankrijk.
Slide 9 - Open question
Noteer alle voorzetsels uit de volgende zin. Doe het in dezelfde volgorde met een komma tussen de voorzetsels.
Rachel kocht bij de bakker een broodje met kaas en tomaat.
Slide 10 - Open question
Noteer alle voorzetsels uit de volgende zin. Doe het in dezelfde volgorde met een komma tussen de voorzetsels.
Tussen de spullen op zolder lagen de fotoalbums van mij oma.
Slide 11 - Open question
Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen, een vast voorzetsel:
– houden van: Nico houdt van waterskiën.
– besteden aan: Ik wil niet veel tijd besteden aan deze onzin.
Slide 12 - Slide
Is het onderstreepte voorzetsel een vast voorzetsel bij een werkwoord?
Dit rampscenario kan binnenkort
tot
het verleden behoren.
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Is het onderstreepte voorzetsel een vast voorzetsel bij een werkwoord?
Houd jij ook zo
van
pizza?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Welk vast voorzetsel hoort op de puntjes?
Siemen bleef
opzien
... de wiskundetoets, ook al had hij goed geleerd.
Slide 15 - Open question
Welk vast voorzetsel hoort op de puntjes?
Voor het speelschema
verwijst
de voetbaltrainer ... de website van de club.
Slide 16 - Open question
De ijverige leerlingen uit GT1 bereiden zich goed voor op de toets.
blw
zn
bn
vz
ww
de
ijverige
leerlingen
bereiden
uit
voor
toets
Slide 17 - Drag question
Maak nu zelf een zin met minimaal twee voorzetsels. Zet de voorzetsels tussen haakjes.
Slide 18 - Open question
Ik kan (vaste) voorzetsels herkennen en gebruiken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Oefenen
Cursus 5 - paragraaf 7
Bestudeer de theorie.
Maak de opdrachten.
Numo
Er staat een taak klaar.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Woorden met een vast voorzetsel
May 2020
- Lesson with
12 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Numo
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
April 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Vaste voorzetsels
February 2023
- Lesson with
11 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Voorzetselvoorwerp
October 2024
- Lesson with
43 slides
oefentoets woordenschat H3 en 4
January 2020
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefentoets 2H spelling + ww-spelling
September 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Entreeticket - Spelling van het werkwoord
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs