Wat neem je mee:
Pen, potlood, geodriehoek, gum en kleurtjes
Wat moet je kennen voor de toets:
* Je kunt punten aflezen en tekenen in een eenvoudig assenstelsel
* Je kunt een assenstelsel tekenen om daarin punten te zetten
* Je kunt grafieken aflezen
* Je kunt vanuit een tabel een grafiek tekenen