Wat neem je mee:
Pen, potlood, rekenmachine, geodriehoek, gum en kleurtjes
Wat moet je kennen voor de toets:
* Je kunt het snijpunt vinden van twee grafieken
* Je kunt een vergelijking opstellen
* Je kunt een vergelijking oplossen met inklemmen
* Je kunt een vergelijking oplossen met de balansmethode
* Je kunt de grafiek van een lineaire formule tekenen
* Je kunt met een berekening controleren of een punt op een grafiek ligt