Woordvolgorde in de zin A2

• Nederlands

Zinsvolgorde

De plek waar de woorden in de zin staan.

Wat weten jullie nog?

Even testen.

welke zin is goed

1. De hond te kwispelen in de kamer staat nu.
2. Te kwispelen staat de hond in de kamer nu.
3. In de kamer te kwispelen staat nu de hond.
4. De hond staat nu in de kamer te kwispelen.

Welke zin is goed?

1. De man in de container doet 3 vuilniszakken elke week .
2. De man doet elke week 3 vuilniszakken in de container.
3. In de container 3 vuilniszakken elke week doet de man.
4. Elke week doet de man 3 vuilniszakken in de container.

Welke zin is goed?

1. De 6 kinderen vieren vandaag een feestje bij Shima .
2. Bij Shima de 6 kinderen een feestje vandaag vieren.
3. Vieren de 6 kinderen vandaag een feestje bij Shima.
4. Een feestje vandaag vieren bij Shima de 6 kinderen.

Tekst

in de auto

op de stoep

vanavond

met het vliegtuig

in 2023

drie keer

als ik thuis ben

lopend

in Nederland

Een zin kan meerdere volgordes hebben.

Maar niet alle volgordes zijn goed! 

• Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.

• Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.
• Morgen speelt 1 keer in het stadion Messi een wedstrijd.

• Messi morgen 1 keer in het stadion een wedstrijd speelt.
• Morgen speelt 1 keer in het stadion Messi een wedstrijd.
• Messi speelt morgen 1 keer een wedstrijd in het stadion.

Messi speelt morgen 1 keer een wedstrijd in het stadion.

Messi speelt morgen 1 keer een wedstrijd in het stadion.

Morgen speelt Messi 1 keer een wedstrijd in het stadion.

goede zinnen

Messi speelt morgen 1 keer een wedstrijd in het stadion.

Morgen speelt Messi 1 keer een wedstrijd in het stadion.

Morgen speelt Messi 1 keer in het stadion een wedstrijd.

Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.

Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.

Gisteren schoot Lieke Martens op het veld een bal in het doel met haar voet.

Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.

Gisteren schoot Lieke Martens op het veld een bal in het doel met haar voet.

Lieke Martens met haar voet schoot in het doel op het veld een bal. gisteren

Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.

Lieke Martens schoot gisteren op het veld de bal met haar voet in het doel.

Gisteren schoot Lieke Martens op het veld de bal in het doel met haar voet.

Tekst aardbeving.

Rond 4 uur in de nacht was de eerste beving.

Kan ook in de volgorde:

De eerste beving was rond 4 uur in de nacht.

Vraagzin

- Was de eerste beving rond 4 uur in de nacht?

- Was rond 4 uur in de nacht de eerste beving?

De zin begint dan met het werkwoord.

Welke zin staat in de goede volgorde?

1. De beving trof vooral het zuiden van Turkije.
2. Vooral de beving trof van Turkije vooral het zuiden.
3. Het zuiden van Turkije de beving trof vooral.
4. Trof vooral het zuiden van Turkije de beving.

De volgende vragen gaan over de aardbevingen in Turkije en Syrië.

Welke 2 zinnen staan in de goede volgorde?

1. Daarna de straat op vluchtten veel mensen.
2. Daarna vluchtten veel mensen de straat op.
3. Veel mensen vluchtten daarna de straat op.
4. De straat op daarna vluchtten veel mensen.

Welke 2 zinnen staan in de goede volgorde?

1. Dringend hulp nodig veel mensen in Turkije en Syrië hebben.
2. In Turkije en Syrië hebben veel mensen dringend hulp nodig.
3. Hebben veel mensen in Turkije en Syrië dringend hulp nodig?
4. Nodig dringend in Turkije en Syrië veel mensen hulp.

Maak hier een vraagzin van:
Er ligt sneeuw.

Maak hier een vraagzin van:
Ze helpen mensen met opruimen.

Maak hier een vraagzin van:
In het gebied komen vaker aardbevingen voor.

Opdracht

Gebruik de tekst over de aardbevingen in Turkije en Syrië.

Haal er 10 zinnen uit die je zelf verandert. Er moeten minimaal 3 vraagzinnen bij zijn.