Straattaal

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van de les weet je dat er verschillende vormen van taalgebruik bestaan
  • Je weet dan ook wat passend taalgebruik is
  • En... mevrouw Baarsma heeft dan vast wat nieuwe woorden straattaal geleerd (en jullie ook) ;-)

Slide 2 - Slide

Straattaal
Straattaal is een vorm van jongerentaal. Het is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan.

Nederlandse woorden en uitdrukkingen worden vaak vervormd of vermengd met woorden uit andere talen, zoals het Sranan (Suriname), Marokkaans (Arabisch/Berber) en/of Amerikaans/Engels.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Gebruik jij wel eens straattaal?
Ja, vaak!
Ja, soms!
Nee, nooit!

Slide 5 - Poll

Welke
straattaalwoorden
gebruik jij zelf regelmatig?

Slide 6 - Mind map

Let bij het bekijken van het filmpje op het volgende:
  • Wat is er bijzonder aan het gesprek tussen deze mensen? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Is het fijn als je ouders, je docent of opa en oma, ook straattaal begrijpen?
A
Ja, dan kunnen we samen in straattaal praten
B
Nee, dan kan ik niet meer met mijn vrienden in onze 'eigen' taal praten
C
Nee, dan is straattaal ineens echt niet meer cool
D
Ja, dat begrijpen we elkaar beter

Slide 9 - Quiz

Denk jij dat het spreken van straattaal goed of slecht is voor je taalontwikkeling?
Goed
Slecht
Geen idee

Slide 10 - Poll

Taalvariatie
  • Straattaal is een voorbeeld van een taalvariatie.
  • In Nederland spreken we officieel ABN, 'de taal van het woordenboek' of: standaardtaal
  • Maar: in het echt spreekt bijna niemand 100% ABN!

Slide 11 - Slide

Wat zou nog een voorbeeld
kunnen zijn van taalvariatie?

Slide 12 - Mind map

Dialect
  • Dialect is de andere vorm van taalvariatie
  • Bij dialect is er sprake van een eigen woordenschat (soms zelfs een eigen woordenboek!), eigen spelling en eigen grammatica
  • Een dialect is plaatsafhankelijk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Spreek jij zelf thuis ook een andere taal dan Nederlands?
Ja
Soms
Nee

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Video

Wat is anders dan bij het gewone journaal?

Slide 17 - Open question

Wat voor een effect heeft dit?

Slide 18 - Open question

Welk soort taalgebruik is het meest geschikt voor het journaal?
A
Straattaal
B
Algemeen beschaafd Nederlands
C
Vaktaal
D
Kindertaal

Slide 19 - Quiz

Opdracht 
Maak een groepje van minimaal 2 personen, maximaal 4 personen.
Maak een nieuwsbericht in straattaal, dialect of taal die je met vrienden gebruikt.
Schrijf dit op en lever in. Als je wilt, mag iemand van het groepje gaat het bericht voorlezen.

Slide 20 - Slide

Jullie gaan onderzoek doen.
Je onderzoekt welke straattaalwoorden er zijn.
Jullie proberen ook te zeggen uit welke talen de woorden komen.
Je maakt deze opdracht af voor de volgende les.

Slide 21 - Slide